Legerpredikant J. Kommerie wil letten op Gods leiding

Legerpredikant J. Kommerie wil letten op Gods leiding

DsKommerie-_ceesvdwal_22

Van Andelst-Zetten, zijn eerste gemeente, vertrok ds. J. Kommerie naar een totaal ander werkveld. Een basis van de Koninklijke Luchtmacht. Ook daar weet hij zich voluit predikant. Het grootste verschil zit in het publiek. „Vanzelfsprekendheden zijn er niet meer.”

De Vliegbasis Woensdrecht van de Koninklijke Luchtmacht lijkt uitgestorven, maar de bewaking aan de poort is strak. Bezoekers moeten dagen van tevoren hun persoonsgegevens doorgeven, waarna hun antecedenten worden nagetrokken. Zelfs dan word je nog niet zomaar toegelaten.

Achter de slagboom staat ds. Jelle Kommerie (38) te wachten, gehuld in militaire kledij, de voeten in soldatenkistjes. In zijn felrode autootje gaat hij bezoek voor over het uitgestrekte terrein. De rit eindigt bij een simpele barak. Naast de deur is een blauwe plaat bevestigd met daarop in bescheiden witte letters: Geestelijke verzorging.

Hier huizen twee predikanten, een humanistisch geestelijk verzorger en een secretaresse, samen verantwoordelijk voor de geestelijke zorg voorr zo’n tweeduizend manschappen. De eerste deur aan de rechterzijde geeft toegang tot het vertrek van de hersteld hervormde ds. Kommerie. De inrichting kan bijna niet simpeler. Een bureau, stoelen en een salontafel van het genre kringloopwinkel, tegen de wanden boekenkasten met de bibliotheek van de legerpredikant.

Bedrijfseconomie

Twee jaren studeerde Kommerie bedrijfseconomie aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Toen maakte hij de overstap naar het Hersteld Hervormd Seminarie, waar hij tot de eerste lichting studenten behoorde. Over zijn roeping tot het predikantschap spreekt hij het liefst summier. „Diepe indruk maakte op mij het sterven van een klasgenoot, een jongen uit liberaal christelijke hoek. Dat overlijden en de begrafenis confronteerden me met de vraag: hoe sta ik zelf tegenover God?”

In toenemende mate kreeg hij twijfels bij een loopbaan in de economische wereld. „Het bracht een crisis teweeg die ik voor Gods aangezicht hebt neergelegd. In deze tijd sprak God tot me door een bepaald Bijbelgedeelte, op een wijze die ik als een roeping tot het predikantschap ervoer. De bevestiging zag ik in wegen die werden gesloten of geopend. Met mijn propedeuse bedrijfseconomie kon ik tot mijn verbazing theologie aan een universiteit gaan studeren. Ondanks de grote kamernood vond ik woonruimte.”

Hoewel hij uit ervaring weet dat God met kracht tot het hart kan spreken door een bepaald Bijbelgedeelte, is de legerpredikant wat beducht voor het krijgen van teksten. „Je kunt ze ook naar jezelf toe praten. Arglistig is het hart. Het valt me bovendien op dat teksten nogal eens uit hun context worden gehaald en de conclusies vreemd zijn aan het verband waarin ze staan. Daar heb ik moeite mee.”

Vluchtmotief

De hersteld hervormde voorganger wil zijn roeping niet te veel isoleren van de plicht om gewetensvol te arbeiden in welk goddelijk beroep dan ook. „Wel moet een predikant zeker weten dat zijn taak hem door God is opgelegd. Je bent door Christus in dienst genomen met het doel mensen tot het heil te brengen. De wijze waarop dat gebeurt kan zeer verschillend zijn.”

Waar God tot deze arbeid roept, komt er wel altijd iets van een vluchtmotief, weet ds. Kommerie uit de kerkhistorie. En uit zijn eigen leven. „Je probeert er onderuit te komen, vanuit het besef: wie ben ik? Het is een enorme verantwoordelijkheid. Ik ben dankbaar dat ik in tijden van aanvechting kan teruggrijpen op het Bijbelwoord waarmee God me riep, al vind ik het denken over roeping in de gereformeerde gezindte te veel verinnerlijkt. In het formulier voor de bevestiging van predikanten ligt de nadruk op wat God doet. Hetzelfde zie je in de Dordtse Leerregels. God zendt goedertieren Zijn knechten waar en wanneer Hij wil. Daar gaat het om. Ook wij zijn mensen van na de Verlichting, die sterke nadruk leggen op het individu, het gevoel, dat wat ík beleef.”

Leerschool

Na afronding van de theologische studie kwam de roeping van kandidaat Kommerie op de zeef. Een beroep bleef uit. Om zijn tijd zinvol te besteden en tegelijk de kost te verdienen, gaf hij via de organisatie Adhocdocent les op verschillende reformatorische scholen. Daarnaast verrichtte hij pastoraal werk in Oud-Beijerland, Woudenberg en Kerkwijk.

Achteraf beziet hij deze periode als een nuttige leerschool. „Als student had ik over alles mijn mening. Het wachten maakte me bescheidener. Tegelijk had ik het stille vertrouwen dat er een plek voor me zou komen. Ik vond het wel moeilijk als ik in een gemeente waar ik preekte moest afkondigen dat een kandidaat die na mij was afgestudeerd, beroepen zou worden. Zeker als er bij de kerkenraad geen gevoel leek te zijn voor wat dat voor mij betekende. Soms vroegen predikanten, met de beste bedoelingen, of ze in bepaalde gemeenten mijn naam eens moesten laten vallen. Daarop heb ik altijd ”nee” gezegd. Ik ben wars van kerkpolitiek en liet het liever aan de Heere over.”

In de jaren van wachten ontstond het besef dat er ook buiten kerkelijke gemeenten arbeid is te verrichten voor predikanten. „Ik was intussen vrijwilliger geworden bij Gevangenenzorg Nederland. Daardoor kwam ik in aanraking met justitiepredikanten. Ds. Piet van Duijvenboden adviseerde me te solliciteren bij de krijgsmacht. Dat heb ik gedaan. Het werd een afwijzing, omdat ik nog geen gemeente had gediend, maar mijn betrokkenheid op het werk van predikanten met een bijzondere opdracht bleef bestaan.”

Onmogelijke opdracht

In 2016 ontving hij onverwachts een beroep van de kleine hersteld hervormde gemeente Andelst-Zetten. „Ik wist niet eens waar die dorpen lagen. In oktober 2015 preekte ik er voor het eerst, in een bijzondere dienst. De preek moest toegespitst zijn op evangelisatie, voor zowel gemeenteleden als mensen die voor het eerst in de kerk waren. Een onmogelijke opdracht. Een preek van McCheyne hielp me op weg. Ongeveer een halfjaar later kwam het telefoontje met de vraag of de kerkenraad een gesprek met me kon hebben. Dat leidde tot een beroep in deeltijd: een derde weektaak. Daarvan kan zelfs een alleenstaande niet leven, maar ik kon twee dagen per week in Woudenberg blijven werken. Zo vielen de puzzelstukjes in elkaar. Dat zag ik als een bevestiging.”

Ondanks de vreugde die het werk in de gemeente verschafte, liet de krijgsmacht hem niet los. Een aantal vacatures, in 2019, bracht hem ertoe te solliciteren. „Het was beslist geen vlucht. Ik heb in Andelst-Zetten een goede tijd gehad, maar daar groeide bij mij de diepe overtuiging dat we ook een woord voor de wereld hebben. Een collega die dat wist, attendeerde me op de advertentie in het Reformatorisch Dagblad. Het bracht een innerlijke strijd teweeg. Mag ik Andelst-Zetten loslaten?”

Sollicitatie

De hervormde legerpredikant P. van Duijvenboden gaf hem het advies daadwerkelijk te solliciteren, met daarbij de praktische opmerking: „Word je afgewezen, dan is het blijkbaar niet Gods weg.”

Na het tweede gesprek met de Diensten Geestelijke Verzorging van de krijgsmacht kreeg Kommerie te horen dat er acht vacatures waren en hij op plaats negen was geëindigd. „De motivatie vond ik wat wrang. Men vond dat de afstand van de kerk naar de krijgsmacht voor mij het grootst was, vanwege mijn orthodoxe opvattingen. Ik kreeg wel het verzoek of ik op de reservelijst wilde staan, voor het geval er iemand zou afvallen. Daarin heb ik toegestemd.”

Enkele maanden later kwam er bericht vanuit Den Haag. Of hij nog beschikbaar was. „In mei 2020 werd ik in Amsterdam verwacht voor een psychologische en lichamelijke keuring. Daar kwam ik goed doorheen.” In essentie ervoer hij het niet anders dan een beroep. „In beide gevallen ontvang je een werkplek in het Koninkrijk van God. Het verschil zit in de wijze waarop je daar komt. Voor de post van predikant voor buitengewone werkzaamheden, zoals het officieel heet, moet je bijna per definitie solliciteren. Dat voelde door mijn achtergrond wel wat vreemd. Er speelde denk ik ook mensenvrees mee. Hoe ga ik dit uitleggen aan mijn omgeving; met name aan de gemeente? Zo’n sollicitatie wekt de indruk dat je weg wilt.”

Toespraak

Nadat hij alle keuringen en trainingen met positief resultaat had doorlopen, beriep de generale synode van de Hersteld Hervormde Kerk hem officieel en met algemene stemmen voor zijn nieuwe werkveld. Dezelfde dag nam hij het beroep aan. Op zondag staat hij nog steeds op kansels van hersteld hervormde gemeenten. De arbeid op de vliegbasis is vrijwel uitsluitend pastoraal van aard. „Voor nieuwelingen is er wel een soort bezinningssamenkomst in het weekend. Dan lees ik een stukje uit de Bijbel, ik doe een gebed en ik houd een overdenking van maximaal acht minuten.”

Toch voelt ds. Kommerie zich ook in Woensdrecht voluit predikant. „Net als in Andelst-Zetten representeer ik hier Christus. Het grootste verschil zit in het publiek. Vanzelfsprekendheden zijn er niet meer. Een deel van de mensen weet zelfs niet was ik als dominee geloof. Op 1 juli, de verjaardag van de Luchtmacht, mag ik dit jaar wat zeggen. Dat houdt me nu al bezig. Aan een preek van drie kwartier werk ik zo’n anderhalve dag. Met die toespraak van vijf minuten ben ik veel langer bezig. De kennis van de Bijbel is bij de meeste militairen nihil. Je moet aansluiten bij de leefwereld van deze mannen en vrouwen en daar vanuit de Bijbel in begrijpelijke taal iets tegenover zetten. In vijf minuten. Dat is niet eenvoudig.”

Voorzienigheid

Er zijn dagen waarop hij terugverlangt naar het werk in de gemeente. „Ik heb het nu wel rustiger. Hier ben je niet 7 dagen per week 24 uur per dag de dominee. Komen militairen bij me voor een gesprek, dan zien ze me wel zo. Ze weten dat ik niet in de commandolijn zit en mijn ambtsgeheim heb. Dat maakt het aantrekkelijk om bepaalde zaken met de dominee te bespreken. Wat ter tafel komt, blijft binnen deze muren. Krijg ik vanuit een bepaalde afdeling veel klachten, dan kan ik dat aankaarten bij de commandant.”

De vragen waarmee militairen komen, probeert hij in een breder perspectief te plaatsen. „Waarom kom je hiermee bij mij? Welke invloed hebben deze problemen op je leven? Dan komt bijna vanzelf de levensbeschouwing naar voren. Ik zeg altijd: „Iedereen is hier welkom, maar besef dat je binnenkomt bij een dominee. Er ligt een Bijbel op tafel en het kan zomaar gebeuren dat ik daar iets uit citeer. Omdat het de bron is waaruit ik put en waarvan ik geloof dat die ook voor jou belangrijk is.” Dat snapt iedereen.”

In 2024 is hij weer beroepbaar. Komt er een beroep, dan zal hij dat serieus in overweging nemen. Vooralsnog weet hij zich op zijn plek bij de krijgsmacht. „Er wordt daar van je verwacht dat je na pakweg drie jaar solliciteert naar een post bij een ander onderdeel. De Koninklijke Militaire Academie en de Marechaussee op Schiphol trekken me wel. Uiteindelijk is het God Die de weg baant. Nog sterker dan voorheen heb ik geleerd om te letten op Gods voorzienigheid. Al de weg leidt mij mijn Heiland.”

Dit interview met ds. Kommerie stond in Terdege (6 juni 2023).

beeld: Cees van der Wal

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.