Ds. H.J. van Marle: Verootmoediging is de weg tot de ware blijdschap

Ds. H.J. van Marle: Verootmoediging is de weg tot de ware blijdschap

vanMarle-TERD_DSF0063

De kerk staat of valt met de leer van de rechtvaardiging, stelde Luther. Terecht, vindt ds. H.J. van Marle. „Als we die als kern verliezen, raken we alles kwijt. Dan wordt de kerk een club waar mensen godsdienstig bezig zijn en vooral lief voor elkaar proberen te wezen.”

Het bepreken van Psalm 32 gaf ds. H.J. van Marle (42) ook persoonlijk onderwijs, vreugde en reden tot verootmoediging. Het bracht de hersteld hervormde predikant uit Staphorst ertoe de zes preken in uitgewerkte vorm aan te bieden aan uitgeverij Den Hertog in Houten. Die bleek bereid ze op de markt te brengen. „Ik hoop dat het boekje tot zegen mag zijn voor de lezers. Op de achtergrond speelde mee dat in sommige vacante gemeenten soms een leesdienst moet worden gehouden. Er is voor ouderlingen binnen de Hersteld Hervormde Kerk niet zo veel vanuit het eigen kerkverband beschikbaar.”

Wat bracht u tot het bepreken van deze Psalm?

„Het is mijn gewoonte om regelmatig een serie preken over een Bijbelgedeelte te houden. Dat dwingt je tot het overdenken van teksten die je anders niet zo snel kiest. Vanwege het grote aantal huwelijksdiensten in Staphorst, ben ik voor deze diensten Psalm 25 en Psalm 84 op volgorde gaan bepreken. Voor elke huwelijkspreek nam ik één tekst. In gewone zondagse diensten heb ik Psalm 27 en Psalm 73 behandeld. De prekenserie over Psalm 32 stond dus niet op zichzelf.”

Wat maakt deze Psalm bijzonder?

„Het is een psalm die handelt over een kernthema van het christelijk leven: de vergeving van zonden. Die wordt niet verkregen zonder schuldbelijdenis en verootmoediging. Zo beleef ik dat ook persoonlijk. Als dominee blijf je allereerst een zondaar voor de heilige God. Vergeving van zonden is niet iets eenmaligs; je hebt die dagelijks nodig. De Heere Jezus leerde Zijn discipelen daarom bidden: „Vergeef ons onze schulden.”

Het is een misvatting dat schuldbesef en -belijdenis alleen bij het begin van het geestelijk leven horen. Juist de groten in Gods Koninkrijk kregen gedurende hun leven een dieper besef van hun eigen zondigheid en onwaardigheid. Toen Augustinus op zijn sterfbed lag, liet hij aan de wanden om hem heen de boetpsalmen bevestigen.”

Wierp het bepreken van Psalm 32 nieuw licht op dit Bijbelgedeelte?

„Meer dan voorheen viel me op dat David deze psalm niet aanbiedt als persoonlijke schuldbelijdenis of bekeringsgeschiedenis, maar als een onderwijzing. Dat wat hij leerde, heeft elk mens nodig. Het een onderwijzing over zonde en schuld, belijdenis en vergeving, geborgenheid bij God en de weg die Hij ons wijst.”

Wat is voor u de kern van de psalm?

„De rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof, zoals weergegeven in vers 1 en het eerste deel van vers 2. Deze kern opent de deur voor wat volgt: dat de Heere een verberging is en omringt met vrolijke gezangen van bevrijding. Het leven van de heiligmaking is er alleen in een doorleving van het wonder van de rechtvaardiging. Als we dit als kern verliezen, raken we alles kwijt. Dan wordt de kerk een club waar mensen godsdienstig bezig zijn en vooral lief voor elkaar proberen te wezen.”

Hoe ziet u de verhouding tussen schuldbelijdenis en vergeving?

„Die zijn in de Schrift onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Johannes de Doper preekte de doop der bekering tot vergeving van zonden. Jezus gaf Zijn discipelen de opdracht onder alle volken bekering en vergeving van zonden te preken. Bekering is niet alleen een zich afkeren van de zonde, maar ook berouw hebben over de zonde. Het geeft mij zorg dat dit besef ook binnen de gereformeerde gezindte tanend is, omdat het Godsbesef taant. De nadruk wordt in toenemende mate gelegd op het feit dat Jezus alles heeft volbracht en vervuld. Daarom mogen wij in een leven van geluk en vrede onze weg gaan. In deze wijze van denken wordt de zonde onvoldoende serieus genomen. Het is de roeping van ons als predikanten om te spreken over Gods liefde en genade, maar die krijgen pas betekenis als iemand voor Gods rechterstoel is geplaatst. Anders wordt het goedkope genade, los van waarachtige wederkeer tot God. Hiermee worden onze hoorders bedrogen.
Een algemeen Godsgeloof maakt niet zalig. Als het goed is, blijft er het besef zondaar te zijn voor het aangezicht van een heilig God. Alleen tegen die donkere achtergrond gaat de gerechtigheid van de Heere Jezus blinken en krijgt Zijn reinigend bloed een diepe waarde. Elk kind van God heeft blijvend te strijden met de inwonende zonde.”

Tegelijk leert de Bijbel dat God de zonden van de Zijnen niet meer gedenkt.

„Dat is een geloofswerkelijkheid die vaak ver verwijderd is van de belevingswerkelijkheid. We moeten steeds opnieuw tot die geloofswerkelijkheid worden gebracht, omdat we het geloof niet op zak hebben. Groei in het geestelijk leven geeft zowel verdieping in zelfkennis als in de kennis van God in Christus. Wanneer iemand niet alleen op grond van een tekst tot het geloof in de vergeving van zonden mag komen, maar God leert kennen als een gaarne vergevend God, krijgt het geloof vastheid.”

Wat zegt de band tussen belijdenis en vergeving voor intermenselijke schuld?

„Ook daarvoor geldt dat daadwerkelijke vergeving alleen gegeven kan worden na schuldbelijdenis. Wel dient er vergevingsgezindheid te zijn, al kan die niet worden afgedwongen. Zeker bij seksueel misbruik is grote pastorale zorgvuldigheid vereist. Door dat misbruik is het leven van mensen verwoest. Het vraagt dan tijd en vooral genade om tot vergevingsgezindheid te komen.”

Hoe leest u de tekst: "Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren?"

„Als: gelijk wij gezínd zijn degenen die ons schuldig zijn, te vergeven. De geschiedenis van de verloren zoon is in dit opzicht leerzaam. De vader was niet pas vergevingsgezind toen die jongen naar huis terugkeerde. Hij was het al die tijd geweest, maar kon er pas uitdrukking aan geven toen die jongen voor hem neerviel met belijdenis van schuld.
Sinds de zondeval zijn wij als mensen niet vergevingsgezind van aard. We staan op onze rechten en voelen ons snel tekortgedaan. Daarom ontstaan er ook in de kerk veel conflicten die vaak moeilijk oplosbaar zijn. Als we werkelijk beleven de grootste van de zondaren te zijn, hebben we genoeg aan onszelf en komt er ruimte voor de ander.”

Wat zegt de oproep tot een zich verblijden in de Heere en een vrolijk zingen, waarmee de Psalm afsluit?

„Dat verootmoediging de weg is tot de ware blijdschap. Als we staande voor de rechterstoel van God mogen zien dat Hij in Christus een weg heeft geopend voor een goddeloze om zalig te worden, geeft dat een diepe vreugde. Niet alleen vanwege de vergeving. Het is in de eerste plaats een zich verblijden in God om wie Hij is. Vreugde over het ervaren van de vergeving van zonden is groot, God kénnen als een vergevend God in Christus gaat een stap verder. Dan gaat het niet meer over mij, maar blijft er enkel stof tot aanbidding over. In de pastorale praktijk zie je vaak dat mensen naar bepaalde geestelijke ervaringen staren en te weinig zien dat de ontvangen zaken voortkomen uit Gods hart en welbehagen. De ware Godskennis in de Heere Jezus Christus is een kennis die blijdschap in zichzelf heeft. Het gaat niet om mijn bevindingen, maar om God Die krachtig bevonden is een hulp in benauwdheid. Dit zicht heeft ook gevolgen voor het leven van de heiligmaking. Dat is dan niet een leven van ernst alleen, maar vooral een leven van liefde en verwachting. Iets van de hemel gesmaakt hebben, doet hemels leven en uitzien naar de hemel.”

Hoe komt het dat dit aspect van het geloof weinig aandacht krijgt?

„Waar de diepte van de rechtvaardiging van de goddeloze niet of te weinig aan de orde komt, wordt ook de hoogte van het zich verblijden in de God van alle genade gemist. De oorzaak kan ook zijn dat in de prediking meer het accent ligt op het hart van de zondaar dan op het hart van God. Na Pinksteren heb ik gepreekt over de tekst: „En dagelijks eendrachtelijk in de tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij tezamen met verheuging en eenvoudigheid des harten.” In deze tekst komt alles samen. Eenvoudigheid wil zeggen als zondaar op één ding gericht te zijn: de verzoening door voldoening. Als we die ervaren, is er ook de ware blijdschap. „Verheugd in God, naar waarde nooit te danken.” Laten we ons als gereformeerde gezindte afvragen of ook van ons kan worden gezegd dat we tezamen zijn met verheuging en eenvoudigheid der harten.”

N.A.V. ”BELEDEN EN VERGEVEN”, DOOR DS. H.J. VAN MARLE; UITG. DEN HERTOG, HOUTEN; 106 BLZ.; € 13,90.

beeld: Sjaak Verboom

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.