Vanuit een drukke baan als aankomend oncoloog belandde Johan de Raaf in de banken van de Theologische School te Rotterdam. Zijn eerste kerkelijke taak daar was catechiseren, wat hem veel vreugde gaf. Dat bleef zo. „Doet zich een gouden moment voor door een mooie vraag, pak die mogelijkheid.”
Onlangs verhuisde ds. P.J. de Raaf (39) naar de nieuwe pastorie van de gereformeerde gemeente te Boskoop. Het was een volgende mijlpaal in zijn kerkelijke loopbaan, die in 2017 begon. In dat jaar werd hij aangenomen door het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten. Het betekende tegelijk het einde van zijn loopbaan als arts en de specialisatie tot oncoloog.
Hoe ervoer u die overgang?
„Ineens kwam ik in een totaal andere wereld. Vooral de overgang van de hectiek van een ziekenhuis naar de stilte van de studie vond ik niet eenvoudig. Ik ben een mensenmens en was blij dat ik meteen mocht gaan catechiseren, om ervaring op te doen. Dat was de enige link met de gewone wereld. De rest van de tijd zat ik op school met een klein groepje medestudenten of thuis achter mijn bureau. In die tijd heb ik me best eenzaam gevoeld.”
U miste het ziekenhuis?
„Tot de laatste dag daar heb ik mijn werk met plezier gedaan. Geneeskunde vind ik nog steeds een prachtig vak, maar het feit dat je alleen bezig bent met het lichamelijk welzijn van mensen, ging me steeds meer drukken. Je moest zoeken naar een haakje om iéts te kunnen zeggen over hun ziel en de Zaligmaker. Op een gegeven moment lag dat als een steen op mijn hart. Ik voel me nog steeds bevoorrecht als ik nu met mijn Bijbel in de hand een ziekenhuis in loop. Dat ik met het Woord van de Heere bij patiënten mag komen, en er zelfs van me wordt verwacht dat ik daar iets uit lees en een gebed doe.”
Lees het hele interview met ds. De Raaf in Terdege (nr. 1, 8 oktober 2024). Een los nummer is te bestellen in onze shop.
beeld: Cees van der Wal