Ds. W.A. Zondag bemediteerde de brieven van Johannes

Ds. W.A. Zondag bemediteerde de brieven van Johannes

ds. W.A. Zondag- pastoraal- Dordrecht- RenateB _1_site

De brieven van Paulus kregen in de reformatorische theologie een centrale plek. Die van Johannes bleven wat in de schaduw. Ds. W.A. Zondag wijdde er een meditatief getoonzet boek aan. „Gods liefde is de bron waar al Zijn andere eigenschappen uit voortvloeien.”

Het begon met een verzoek van het dispuut van de CSFR in Wageningen. De reformatorische studentenvereniging wilde de brieven van Petrus, Jakobus en Johannes gaan behandelen en vroeg ds. Zondag, destijds predikant van de gereformeerde gemeente te Woerden, een introducerende lezing over de brieven van Johannes te houden. „Die raakten me bij de voorbereiding. Ze vormen een goudmijn. Tot dan had ik er zelden uit gepreekt. Daarin ben ik volgens mij niet de enige. Er is relatief ook weinig over gepubliceerd.”

Het maken van de lezing leidde tot het besluit in de eigen gemeente een serie preken aan de eerste brief van Johannes te wijden. Tijdens de coronapandemie ging hij in Dordrecht, zijn huidige standplaats, meditaties over de Johannesbrieven houden. „Soms bepreekte ik een gedeelte op zondag, als dat mooi uitkwam.”

Hoe verklaart u de geringe aandacht in de gereformeerde theologie voor de brieven van Johannes?

„Die van Paulus zijn dogmatischer. Daarin komt de gouden keten van de orde van het heil ook duidelijker naar voren. Bij Johannes staat de Godheid van Christus centraal, vanwege de strijd tegen dwaalleraren met ideeën die doen denken aan de vroege gnostiek. Daarnaast legt Johannes sterke nadruk op de liefde van God en de praktijk van het christenleven, die gestempeld moet zijn door opofferende liefde. Daarin sluit hij nauw aan bij het onderwijs van de Heere Jezus. God zoekt naar vrucht in ons leven: het bieden van een beker koud water, het kleden van de naaste, het bezoeken van hen die hulp nodig hebben. Dat blijft bij ons vaak wat onderbelicht.”

Door eenzijdige oriëntatie op Paulus?

„Dat hoeft niet. Ook in de brieven van Paulus komen deze elementen wel naar voren. Denk aan wat hij schrijft in Romeinen 12 en 1 Korinthe 13. Opvallend is dat ook over deze gedeelten, met tal van concrete aanbevelingen, weinig wordt gepreekt.

Het verzet tegen de verdienstelijkheid van liefdeswerken in de roomse theologie heeft Luther beducht gemaakt voor het spreken daarover. Dat kan leiden tot een wat eenzijdige nadruk op de rechtvaardiging door het geloof ten koste van de noodzaak van werken als vrucht van het geloof.”

Geeft het ook een eenzijdige nadruk op Gods rechtvaardigheid ten koste van Zijn liefde, die bij Johannes centraal staat?

„Ds. C. Harinck heeft vorig jaar een prachtig boekje gepubliceerd over Gods goedheid. Hij vat daarin samen wat de puritein Stephen Charnock in twee lijvige boeken heeft geschreven over de eigenschappen van God. Charnock ziet Gods goedheid als Zijn voornaamste eigenschap „The goodness of God comprehends all His attributes”, schrijft hij in hoofdstuk 12. Hij verbindt Gods goedheid aan Johannes 3 vers 16, Gods liefde.

„God is liefde”, schrijft Johannes. Dat is Zijn wezenseigenschap, de bron waar al Zijn andere eigenschappen uit voortvloeien. Alles begon met Zijn voor ons ondoorgrondelijke Zelfliefde: de onderlinge liefde tussen de drie Personen in de Godheid. Door het scheppen van ons mensen wilde Hij ons laten delen in Zijn liefde en worden wij geroepen omgekeerd God en onze naaste lief te hebben. Iemand als Tim Keller heeft een dik boek geschreven over het lijden, maar ook dat laat hij uitlopen op Gods liefde. Die werd nooit duidelijker getoond dan op Golgotha. God gaf Zijn enige Zoon tot redding van zondaren. Opofferende liefde voor mensen die zich van Hem afkeerden. Opstandelingen!”

Wat betekent dit voor uw Godsbeeld?

„Ons doopformulier spreekt over Gods grondeloze barmhartigheid, die tot uitdrukking kwam in het spreken en handelen van Jezus. Wie God is, heeft Jezus getoond tijdens Zijn omwandeling op aarde. Denk aan Zijn woord: „Wie Mij heeft gezien, die heeft de Vader gezien.” Hij deed volmaakt de wil van de Vader en toonde volmaakt de eigenschappen van de Vader.”

Maakte uw denken over Gods eigenschappen een ontwikkeling door?

„Heel sterk. Ik groeide op met het beeld dat ook Luther had. Een heilig God die me achtervolgde en boetedoening eiste, in de vorm van tranen en gebeden. In die weg wilde ik Hem tevreden stellen. Mijn boetvaardigheid en mijn strijd tegen de zonden zag ik als betaalmiddelen, maar dat was vals geld. Tegelijk hunkerde ik naar God en verlangde naar Zijn gemeenschap, maar ik vond die niet in de weg die ik dacht te moeten gaan. Het maakte me soms wanhopig. Ik besloot er zelfs mee te stoppen en een carrière in de wereld te zoeken.”

Hoe veranderde dat?

„Ik ging anders luisteren naar de preken die ik zondags en doordeweeks hoorde. Ook in het boek ”Komen tot Jezus Christus” van John Bunyan vond ik herkenning. Mijn oog werd ervoor geopend dat het niet om mijn verdiensten gaat, maar uitsluitend om het volmaakte en volbrachte werk van Christus. Vanuit de onbegrijpelijke liefde van God, Die na de zondeval Adam en Eva in het paradijs opzocht zoals een bezorgde moeder een weggelopen kind zoekt. Dat ligt opgesloten in het Griekse grondwoord voor: „Waar ben je?”

Ik had deze roep altijd gezien als die van een barse rechter. Adam en Eva werden gestraft, maar centraal in dit Bijbelgedeelte staat de belofte van God dat Hij Zijn Zoon zal zenden tot verlossing. Dit Godsbeeld, dat ook zo treffend naar voren komt in de gelijkenis van de uitziende Vader, geeft een honger en dorst naar Hem.”

Had deze ontdekking ook gevolgen voor uw denken over het christenleven?

„Natuurlijk. De Bijbel roept ons op tot gelijkvormigheid aan Christus. Dan begeren we op Hem te lijken en zo iets van Gods beeld te vertonen. Vandaar dat Johannes zo’n nadruk legt op de liefdesdaden. Ik kan niet zo veel met verhalen over geestelijke ervaringen waarbij deze concrete liefdesdaden worden gemist.”

Johannes spreekt geregeld over Gods liefde voor de kosmos. Wat heeft dat te zeggen?

„Dat Gods liefde en het verlossingswerk van Christus de hele schepping betreffen. Denk aan Jesaja 11, de profetie over de wolf die met het lam zal verkeren. Die belofte heeft niet in de eerste plaats een geestelijke strekking, maar spreekt over een feitelijke werkelijkheid op een nieuwe aarde.

De hemel is maar een tijdelijke bestemming voor Gods kinderen, zolang hun ziel nog niet is verenigd met het verheerlijkt lichaam dat ze zullen ontvangen. Dan daalt het nieuwe Jeruzalem neer en wordt de hele wereld een hof van Eden.

Dat ben ik veel scherper gaan zien na het verongelukken van onze Rhodé. In Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus, over de enige troost van een christen, wordt eerst het lichaam genoemd. „Dat ik met lichaam en ziel…”

Toen we onze dochter gingen begraven, was het voorjaar en juichte de hele natuur. Ik ervoer toen iets van de vrucht van Pasen en geloofde zo vast: we gaan haar lichaam als een zaad begraven, zij zál weer opstaan.”

Hoe verhoudt Gods liefde voor de kosmos zich tot Zijn liefde voor de verkorenen?

„Calvijn onderscheidt mijns inziens terecht meerdere graden van liefde in God. In de eerste plaats is er de liefde tot Zichzelf. Daarna de liefde tot de uitverkoren. Vervolgens de liefde tot de mensheid en tot de gehele schepping. Waarbij we de ene graad van liefde niet tegen de andere graad mogen uitspelen.

Juist van ware gelovigen mag worden verwacht dat ze liefdevol omgaan met al hun medemensen. En met Gods schepping, in het verlangen naar de vernieuwing ervan. Daar zien de Vader, de Zoon en de Heilige Geest naar uit. Daar zien de engelen naar uit. Daar zien de zielen voor Gods troon naar uit. Laat het ook ons uitzien zijn.”

N.a.v. ”Opdat gij gelooft... De brieven van Johannes aan kinderkens”, door ds. W.A. Zondag; uitg. Den Hertog, Houten; 255 blz.; € 17,90.

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.