Voor liefhebbers van de kleine kerkhistorie is Sneek een bijzondere plaats. Hier stond ds. Lucas Fockens, vertegenwoordiger van het Friese Reveil. Op zoek naar sporen die herinneren aan deze pilaar in Gods Kerk.
Een massieve wolkenmassa drijft over het Friese land en laat boven Sneek een stortbui vallen. De bekende Waterpoort van het historische stadje doet daardoor zijn naam eer aan. Het water spoelt langs de trappen. Gelukkig is het vanhier maar enkele minuten lopen naar de Martinikerk in het centrum.
Er is deze dag een uitvaartsamenkomst, laat de beheerder weten, maar een kort bezoek is toegestaan. Door het sombere weer valt er spaarzaam licht door de gebrandschilderde ramen. Brandende kroonluchters werpen aanvullend schijnsel op de banken die in halvemaanvorm om de kansel staan. De preekstoel waarop ds. Lucas Fockens (1763- 1850) de klassieke, Bijbelse boodschap van zonde en genade bracht. Tot ergernis van veel collega’s en een deel van zijn kerkenraad. Dat bleek wel toen hij op 18 april 1819 de gemeente voorhield: „Abraham is zonder Christus niets en ons preken over Abraham zonder Christus is schallend koper.”
Het was geen polemische taal, maar diaken M.J. de Jonge beluisterde in deze woorden kritiek op een kort daarvoor gehouden preek door een collega-predikant. Hij klaagde Fockens aan bij het classicaal bestuur en werd in het gelijk gesteld. De overtuigd gereformeerde predikant werd veroordeeld tot betaling van de kosten van het proces en het aanhoren van een strafpredicatie, staande voor de kansel. De proceskosten bedroegen 115 gulden, de boetepreek werd gehouden door de vrijzinnige ds. Visser van IJsbrechtum, onder politietoezicht. Het maakt het staan voor de kansel, denkend aan ds. Fockens, tot een bijzonder moment.
Arglistigen
Dr. G.A. Wumkes eerde de predikant door een hoofdstuk aan hem te wijden in zijn boek ”Het Friese Reveil in portretten”. Fockens, groot kenner van de Bijbelse talen, het Latijn en het werk van klassieke schrijvers, behoorde tot de vaders van dit Reveil. Zijn grote geleerdheid was voor hem geen verhindering om zich soms te voegen bij de vromen die in gezelschap bijeenkwamen om te zingen, preken van oudvaders te lezen en geestelijke ondervindingen te bespreken. Na enkele andere gemeenten te hebben gediend, stond hij 43 jaar in het Friese stadje: van 1807 tot zijn dood in 1850. Tot een maand voor zijn overlijden ging hij voor, als oudste dienstdoende predikant van Nederland.
Hoewel ds. Fockens inhoudelijk sympathiseerde met zijn neef ds. Hendrik de Cock in Ulrum, volgde hij die niet in het verlaten van de vaderlandse kerk. De predikant van Sneek koos daarmee niet de gemakkelijkste weg. Hij wist zich aan de ene zijde omringd door collega’s en kerkenraadsleden die het gedachtegoed van de verlichting aanhingen, aan de andere zijde door gemeenteleden die de zijde van De Cock kozen. Een van hun voormannen was Nicolaas Borneman, eigenaar van een verfwinkel aan de gracht Kleinzand, die in woord en daad de zaak van de afgescheidenen bepleitte. In woord door zijn geschrift ”Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen”, waarin hij de synode aanviel. In daad door schippers van scheepjes in het Kleinzand op te roepen zich bij de afgescheidenen te voegen.
Vandaag is aan het Kleinzand een HEMA te vinden, met een restaurant dat uitkijkt op het water. En het Fries Scheepvaart Museum.
Mennisten
Aan de zuidzijde van het Kleinzand ligt het deel van de kade dat bekendstond als het ”Mennistenhemeltje”, vanwege de patriciërswoningen van welgestelde doopsgezinden. Ook de vermaning, het kerkgebouw van de doopsgezinden aan de Singel, etaleert statigheid. Het aantal kerkgangers brokkelde in de loop der jaren gestaag af. In 2022 besloten de resterende leden het gebouw te verkopen aan Friso Bouwgroep. Die gaat het ombouwen tot appartementencomplex. De Mennozaal blijft intact, als plaats van samenkomst voor de laatste mennisten van Sneek.
De kloeke pastorie ernaast werd al eerder afgestoten. Daar kun je nu terecht als je een bed and breakfast zoekt. Ook de pastorie van ds. Fockens, destijds een van de drie predikanten van de Martinikerk, stond aan de Singel. Volgens Joop Boom van de Vereniging Historisch Sneek en omgeving is deze woning allang van de aardbodem verdwenen. Het was een kloek pand, want Lucas Fockens en echtgenote Anna Wilhelmina Havingha ontvingen tien kinderen, van wie er drie eerder dan hun ouders overleden. Herman en Bert werden net als hun vader predikant. Eppo ging bij de marine en klom op tot officier. Dientje trad op oudere leeftijd in het huwelijk met de handelaar in bakkerijartikelen Willem Eise Witteveen en na diens overlijden met houthandelaar Willem Hotzes Ringnalda, tevens burgemeester van IJlst. Titia en Henriëtte bleven ongehuwd.
Wonderkind
En dan was er de briljante Gerhard (1810-1870), het achtste kind van het echtpaar Fockens. Een wonderkind met een tragisch leven, uitvoerig beschreven door medisch historicus Mart van Lieburg in zijn boek ”De hemelvorser”. Als kind las Gerhard Fockens het Nieuwe Testament al in het Grieks. Op negenjarige leeftijd ontving hij van koning Willem I een gratificatie vanwege „ongemeenen ijver en begaafdheid in het leeren der Latijnsche taal.” Vier jaar later startte hij de studie theologie in Utrecht, waar zijn lievelingsbroer Bert al studeerde.
Ook op wiskundig gebied bleek hij geniaal. Na het behalen van de propedeuse theologie ging hij op dat spoor verder. De beantwoording van academische prijsvragen leverde hem in enkele jaren vier gouden medailles op. In 1834 werd hij benoemd tot observator van de Utrechtse sterrenwacht, maar tot de beoogde promotie kwam het niet. Door psychische klachten, die steeds ernstiger werden en uitmondden in een psychose. In 1839 werd de domineeszoon door de rechtbank van Sneek onder curatele gesteld, waarna opname in het krankzinnigengesticht van Utrecht volgde. Daarvandaan verhuisde hij naar het gesticht van Zutphen. Een van zijn mentoren was de theoloog Hermann Friedrich Kohlbrugge, een vriend van ds. Fockens.
Kort voor het overlijden van zijn vader keerde Gerhard terug naar Sneek. Titia en Henriëtte namen hem onder hun hoede; moeder Fockens was al eerder overleden. In 1862 nam broer Bert hem op in de pastorie van Jutrijp. Vandaar verhuisde Gerhard in 1866 naar het Huis van Barmhartigheid in Ermelo, onderdeel van de Zendingsgemeente van ds. Hermanus Witteveen. Daar kwam vier jaar later zijn einde. Volgens ds. Witteveen nadat hij de avond daarvoor met hem nog „een goed gesprek had over de dingen des eeuwigen levens.”
Christelijke school
Titia en Henriëtte, door Wumkes aangeduid als „de juffers Fockens”, verwierven in Sneek en daarbuiten bekendheid door hun ijver voor de beweging van het Reveil en hun inzet voor zending, Evangelieverkondiging onder de Joden en christelijk onderwijs. Een jaar na de dood van hun vader kochten ze het oude commandeurshuis van Sneek. Daar begonnen ze een ”Christelijke naai- en breischool”, onder leiding van de door hen aangestelde lerares Anna Joling. In 1957 verrees door hun inzet een nieuw gebouw voor een christelijke lagere school, die landelijk bekendheid kreeg.
Op zondag liepen de gezusters geregeld naar het 10 kilometer verderop gelegen Heeg, om ds. Jan Jacob Knap of ds. Jan Wouter Felix te beluisteren. Beide predikanten golden als voormannen van het Friese Reveil. In 1862 droegen Titia en Henriëtte hun school over aan een commissie. Ze trokken in bij de intussen gehuwde Anna Joling en haar echtgenoot ds. Gerrit Jan Vos, predikant in Oostermeer. Toen die in 1869 het beroep naar Goes aannam, gingen ze inwonen bij hun zus Dientje.
Het commandeurshuis aan de Markstraat werd in 1864 gesloopt, om plaats te maken voor het grietenijhuis van Wymbritseradeel, nu het stadhuis van Sneek. Alleen bij de Vereniging Historisch Sneek weten ze nog iets van de voorgeschiedenis. Andere inwoners van het stadje reageren verbaasd als hun wordt gevraagd naar ds. Fockens en de arbeid van zijn dochters. „Nee, nooit van gehoord.” Maar de eeuwigheid zal openbaren welke blijvende vrucht hun werk naliet.
Ga mee met Terdege naar Friesland! De driedaagse lezersreis van 20 t/m 22 mei staat in het teken van het Friese Reveil. Natuurlijk wordt het stadje Sneek ook aangedaan. Reisleider: ds. M. van Kooten. Meer informatie: zie pag. 57 en terdege.nl.
Lezersreis naar Friesland
Ga mee met Terdege naar Friesland! De driedaagse lezersreis van 20 t/m 22 mei staat in het teken van het Friese Reveil. Natuurlijk wordt het stadje Sneek ook aangedaan. Reisleider: ds. M. van Kooten.
Dit artikel verscheen in Terdege (nr. 9, 28 januari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd