Als sardientjes in de slaaptrein naar Praag

Als sardientjes in de slaaptrein naar Praag

Praag site 28-01

Eenzaam raast de nachttrein van Brussel naar Praag door de donkere nacht. Af en toe werpen stationslampen hun gelige gloed in de oude rijtuigen. Vanuit de stapelbedden klinkt angstaanjagend gesnurk.

Station Brussel-Zuid, even voor halfacht ’s avonds. Perron 3 druppelt langzaam vol. Groepjes jongeren, gezinnen met kinderen en een enkel seniorenstel verzamelen zich, bepakt met reiskoffers en trolleys voor de nachttrein richting Berlijn en Praag. De sfeer is luchtig. Afgaand op de opmerkingen over en weer hebben veel reizigers nog niet eerder een slaaptrein richting een Europese bestemming genomen. Er hangt avontuur in de lucht.

De komst van de European Sleeper-trein versterkt het gevoel van avontuur alleen maar. Een blauwe locomotief trekt honderden meters aan rijtuigen in wisselende kleuren voort. Het geheel oogt als een allegaartje, verouderd bovendien. Wat belooft dat voor de komende nacht?

Uit de mottenballen

Het is vechten op de markt voor nachttreinen. Jarenlang waren ze niet in beeld. Reizen deed je immers met de auto of, als de bestemming verder weg lag, met het vliegtuig. De stijgende welvaart en dalende prijzen voor vliegtickets speelden daarbij een belangrijke rol. Nachttreinen, die een groot deel van de vorige eeuw slapende reizigers kriskras door Europa vervoerden, hadden het daardoor moeilijk: de kosten konden simpelweg niet meer tegen de baten op. Door de dalende inkomsten zagen exploitanten bovendien geen kans meer om hun treinstellen te vernieuwen – en ze daarmee aantrekkelijk te maken voor nieuwe generaties reizigers.

In december 2016 maakte de laatste Nederlandse nachttrein –die van Amsterdam naar Zürich– daarom zijn laatste rit. Rond dezelfde tijd verdwenen ook de internationale nachttreinen richting Praag, Warschau en Kopenhagen van het spoor.

Maar de afwezigheid van de nachttrein is slechts van korte duur. Nog geen vijf jaar nadat de laatste werd uitgerangeerd, gaat de wissel alweer om. Milieubewuste consumenten en organisaties vragen zich steeds vaker openlijk af of korte reizen per vliegtuig binnen Europa niet moeten worden ontmoedigd. De Europese Unie –met in zijn kielzog de Nederlandse regering– overweegt zelfs om korte vluchten in de ban te doen. Liever zien ‘Brussel’ en ‘Den Haag’ dat reizigers die van de ene Europese stad naar de andere willen, een treinrit boeken – als het moet via een luchtvaartmaatschappij.

Daardoor staat opeens de nachttrein weer op de kaart, en niet alleen in Nederland. Overal in Europa duiken schijnbaar vanuit het niets nieuwe initiatieven voor nachttreinverbindingen op. Een organisatie in Duitsland wil de legendarische Trans-Europ-Express uit de mottenballen halen, in Frankrijk staat een luxueuze, milieuvriendelijke trein op het programma en in Zweden moet een nieuwe nachttrein Stockholm met Hamburg gaan verbinden.

In Nederland timmert European Sleeper aan het spoor. Twee ondernemers proberen vanaf 2020 een nachtelijke treinverbinding tussen Amsterdam en Praag te realiseren. Het lukt ze, maar met de nodige tegenwerking en vertraging. In de praktijk blijkt het namelijk een hele toer om een internationale dienstregeling te maken die ook nog eens aan alle nationale veiligheidseisen voldoet. En er is nauwelijks materieel voorhanden: alle exploitanten van nachttreinen vissen in dezelfde vijver. Die is klein, want de meeste oude treinstellen zijn afgeschreven of afgevoerd. De ontwikkeling van nieuwe nachttreinen kost daardoor miljoenen euro’s. En heel veel geduld.

Een coronapandemie en de nodige internationale hordes verder, is het de ondernemers toch gelukt: ze hebben een nachttrein op de rails gezet, die twee keer per week vanuit Brussel via Amsterdam, Rotterdam, Amersfoort en Deventer naar Praag rijdt. Wie wil instappen, moet flexibel zijn: de trein vertrekt om 19.22 uur uit Brussel en doet om 23.18 uur Amersfoort aan. Vroeg slapen kan dus alleen als je bijtijds vertrekt en bereid bent om daarvoor nog een enkeltje Brussel aan je rit vast te knopen.

Dan nog is het afwachten of je vroeg kunt slapen, want de nachttrein heeft nog het meeste weg van een jeugdhotel op wielen. Elk rijtuig bestaat uit negen slaapcabines (couchettes) met daarin vijf bedden – twee hoog aan de ene kant en drie hoog aan de andere kant. Die ruimte deel je, afhankelijk van de boekingen en je eigen gezelschap, met wildvreemde mensen. Een geluidwerend deurtje houdt de meeste geluiden buiten, maar bij gebrek aan een barrijtuig verzamelen veel reizigers zich tijdens deze reis op het smalle gangetje dat langs de couchettes voert. Daardoor gonst het aan alle kanten van geluiden en geschaterlach.

Het gangetje is, anderzijds, de enige ruimte waarin je nog een beetje kunt manoeuvreren. Passagiers die een couchette met elkaar delen, zijn ook buiten hun slaaptijd op elkaar aanwezen. Zolang ze niet in bed liggen, delen ze twee banken tegenover elkaar, die ’s nachts tot een slaapplaats worden omgebouwd. De ruimte tussen die banken is zo smal, dat je onvermijdelijk knie-tegen-knie zit met een onbekende. Wil je dat ongemak vermijden, dan kun je je maar beter even uit de voeten maken.

Opfrissen

Dat wij al kort na vertrek uit Brussel onder de wol kruipen, heeft alles te maken met een van de medepassagiers. De man –hij vertelt in vroeger jaren een fervent nachttreinreiziger te zijn geweest– maakte de nacht ervoor weinig slaapuren en is zo moe dat hij al snel een bed opzoekt. In goed overleg wordt besloten dat hij op het hoogste niveau mag slapen. Om zijn bed te bereiken, moet hij met ontschoeide voeten van het ene naar het andere bed klauteren. Onder een van de banken ligt weliswaar een trapje, maar dat klemt en kan met geen mogelijkheid tevoorschijn worden gehaald.

Als er een schaap over de dam is, volgen er meer. En dus zoeken we al snel de wasruimte op om onze tanden te poetsen. De ruimte is krap, daarom staan we met één voet erin en met de andere op de gang. De mond spoelen is lastig, want het water in het treinstel blijkt niet drinkbaar. Als alternatief biedt European Sleeper elke reiziger een flesje water aan. Dat kun je –naast het spoelen– gebruiken om te drinken en jezelf een beetje op te frissen. Wie meer ruimte wil om zich om te frissen, kan kiezen voor het toilet. Dat deel je echter met zo’n vijftig personen. Het is daardoor af en toe dringen geblazen – en niet iedereen laat het toilet achter in een staat waarin je nog over ”opfrissen” kunt spreken.

Terug in de couchette dient zich een dilemma aan: gaan we, net als onze medepassagier, met kleren en al aan naar bed of kleden we ons om? Het eerste is het gemakkelijkst, maar niet het meest hygiënisch voor wie bij aankomst in Tsjechië een dag door de hoofdstad wil struinen en daarna opnieuw in de nachttrein stapt om de terugreis te aanvaarden.

Maar omkleden dan, onder het toeziend oog van een onbekend verliefd Frans stelletje? Het wordt een tussenweg: omkleden onder de dekens. Maar daarvoor moet eerst het bed –een stevige, maar smalle plank aan de wand, die je uitklapt voor gebruik– nog worden opgemaakt. De kussenhoes en het veel te grote dekbedovertrek voor het kleine dekentje ruiken heerlijk. Dat maakt het aantrekkelijk om onder de (dunne) wol te kruipen.

Snurkende reisgenoten

Eenmaal onder de deken is het wennen. Het bed is krap en vormt naast slaapplaats ook de bergplaats voor je meest kostbare bezittingen. Daardoor lig je weinig ontspannen. Tel daarbij op dat de deken te kort blijkt én dat de trein met regelmatige tussenpozen rangeert, stopt en schommelt, en het duurt even voordat de slaap zich aandient. Komt nog bij dat je liggend helemaal bent overgeleverd aan het spoor: als de trein van een helling raast, ben je blij dat er een hekje aan het bed zit, zodat je niet op de grond rolt.

Een van de medepassagiers heeft daar niet zo veel last van. Vanaf het bovenste bed klinkt een luid gesnurk, dat alleen ophoudt als de verliefde Fransman schel fluit of even aan een been trekt.

Na zo’n twee uur draaien, komt de slaap toch. En dan blijkt dat het prima slapen is op de cadans van de nachttrein. Pas als de trein tegen 6.00 uur Berlijn Haupt-bahnhoff aandoet en de drie medereizigers uitstappen, komt er weer leven in de couchette. Op de gang hangt inmiddels een zurige zweetlucht, afkomstig van tientallen andere passagiers, maar de airconditioning maakt veel goed.

De reis van Berlijn naar Praag verloopt gevoelsmatig een stuk langzamer dan de nachtelijke rit. Hoewel de locomotief onverminderd voortraast door glooiende landschappen en langs slaperige stadjes, is de reis van zo’n zes uur nog lang. Het uitzicht op de Moldau, schitterende burchten en grote bospartijen maakt de reis wel gedenkwaardiger, maar niet sneller. Het wachtleed wordt een beetje verzacht, doordat we de couchette nu nog maar met z’n tweeën delen: met de voeten op de bank en een ontbijtbox in handen maken we er het beste van.

Maar als de machinist eindelijk station ”Praha hlavní nádraží” omroept, zijn we blij dat we kunnen uitstappen.

Vinden we dit voor herhaling vatbaar, vragen we elkaar, als we voet op Praagse bodem hebben gezet. „Ja, maar dan vooral voor de beleving”,  luidt de conclusie. Je kunt in de nachttrein prima slapen en het comfort was oké. Maar privacy en rust hoef je er niet te verwachten. Met een prijskaartje van zo’n 270 euro per persoon is de reis bovendien niet goedkoop.

De winst van de reis zit ’m dan ook vooral in de duurzaamheid. Een nachttrein stoot immers stukken minder schadelijke stoffen uit dan een vliegtuig. En het verhaal dat je naderhand kunt vertellen –over snurkers, slaapproblemen en sardientjes in een ton– is het meer dan waard.

Vijf dilemma’s voor het slapengaan

#1 Waar leg je het kussen?

Waar je je kussen legt, komt je hoofd. Kies je ervoor om ’t bij het raam te leggen, waardoor je regelmatig wordt geconfronteerd met licht van buiten? Of toch voor de gangkant, waar het gehoriger is? De gangkant blijkt bij nader inzien een prima optie – zeker als ’s nachts iedereen onder zeil is.

#2 Hoe ruim je je tas op?

Je portemonnee en waardevolle spullen gaan in de tas. Maar laat je die op je bed staan –zodat je minder ruimte voor jezelf overhoudt– of kies je voor de gedeelde bergruimte?

Bang voor dieven hoef je niet te zijn, maar kies als het even kan voor een slaapplaats in de buurt van een opbergplek. Dan heb je slaapruimte én controle over je eigendommen.

#3 Wel of geen pyjama aan?

Voor omkleden is geen ruimte, of je moet voor het toilet kiezen. Mwah. Na een nachtje in je kleren slapen, kom je verkreukeld en muf aan. Dus wordt het toch omkleden. Dat kan onder de dekens, liefst als het licht in de couchette uit is.

#4 Boven of beneden?

Slaap je op een bank waarop de hele dag mensen hebben gelegen? Of bovenin, waarbij je altijd langs meerdere mensen moet? Beneden heb je de meeste ruimte om het jezelf gemakkelijk te maken, bovenin lig je rustiger. Lastige keuze dus.

#5 Snurkers wakker maken of niet?

Snurkers, je moet er tegen kunnen. De beste optie: even een por geven als ze het te gek maken – of als je je zorgen begint te maken over hun gezondheid. En anders: oordoppen in en pitten!

Wat te doen in Praag?

Ooit werd Praag door UNESCO uitgeroepen tot een van de mooiste steden van Europa en dat is niet voor niets. Met zijn historische centrum, vele bezienswaardigheden en indrukwekkende geschiedenis heeft de stad veel te bieden. Zonder twijfel meer dan Brussel, ook al is dat de hoofdstad van Europa… Als je er bent, mag je dit niet missen:

1. De Karelsbrug

Vanaf het centraal station loop je in een kwartiertje in kalm tempo naar de Karelsbrug, die dateert uit 1357. Deze brug verbindt de beide zijden van de rivier de Moldau. De brug is alleen toegankelijk voor voetgangers, en valt op door de schitterende bouwstijl. Voor zo’n zes euro beklim je een van de torens aan weerszijden en heb je een nog mooier uitzicht!

2. Astronomisch uurwerk

Tijdens de wandeltocht naar de Karelsbrug passeer je diverse historische en toeristische trekpleisters. Het astronomisch uurwerk is er een van. De indrukwekkende wijzerplaat toont veel verschillende tijdsaanduidingen. En eens in het uur komen de apostelen in een parade voorbij.

3. Jeruzalemsynagoge

Praag kent een levendige Joodse geschiedenis. Vlak bij het station vind je de Jeruzalemsynagoge, met zijn indrukwekkende gevel van hemelsblauw en goud. Ook als je niet naar binnen gaat of niets van oude gebouwen moet hebben, is deze synagoge de moeite waard!

4. Staroměstské náměstí

Op dit oude stadsplein, waar ook het astronomisch uurwerk zich bevindt, vind je een monument ter herinnering aan Jan Hús, de kerkhervormer die als martelaar aan zijn einde kwam. Wil je even zitten, dan zijn er terrasjes genoeg. Of bezoek de Týnkerk, die stamt uit de veertiende eeuw.

5. Praags burcht

Vanaf de Karelsbrug loop je in zo’n 10 minuten naar de Praagse burcht. Het kasteel, dat al in 880 werd gebouwd, is op grote afstand te zien. Geen wonder, want alleen al de voorzijde is een halve kilometer lang. Binnen de muren van het complex zijn diverse torens, poorten en paleizen te vinden.

Dit artikel verscheen in Terdege (nr. 9, 28 januari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.

beeld: Unsplash

Abonneer je op Terdege magazine

Nu slechts 9,95 p/mnd

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Pieter Beens

Volg ons lifestyle platform op instagram.