Jonathan Leeuwis: Volle bak aan rust in de Biesbosch

Jonathan Leeuwis: Volle bak aan rust in de Biesbosch

Biesbosch- natuur- boswachter- RenateB (21)_preview

Een slingerend dijkje voert door de polders van de Noordwaard naar het hart van de Brabantse Biesbosch. Bij het Boomgat werpt een visser zijn hengel uit. Half verscholen achter bosschages staat een forse schuur met grijs dak: het kantoor van Staatsbosbeheer, de werkplek van Jonathan Leeuwis.

De boswachter publiek, gestoken in groen tenue, verwelkomt zijn bezoek met een brede lach. Daar is alle reden toe, want na talloze grauwe dagen is het opgeklaard. De januarizon zet het wuivende riet in een warme gloed. Jonathan: „Dit vind ik een van de mooiste plekken van de Biesbosch. Heel veel landschappen komen bij elkaar. De rivier bepaalt hier wat er gebeurt.” Vandaag is dat: hoogwater.

Uniek

Achter het kantoor, in een kreek met dode bomen, broedde de visarend. Leeuwis, op Instagram actief als boswachter Jonathan, kan veel diersoorten van de Biesbosch zien terwijl hij binnen achter zijn laptop zit. Van reeën tot de blauwe kiekendief. Bij het raam staat een telescoop opgesteld en Jonathan heeft zijn fraaie grijsgroene verrekijker onder handbereik.

Staand voor een grote wandkaart introduceert de boswachter zijn werkgebied. „De Biesbosch is met zo’n 10.000 hectare het grootste zoetwatergetijdengebied van Europa en daarom uniek. De grote rivieren Rijn en Maas hebben maar op één plek de ruimte om vrij te stromen, dat is hier. Er is een continu spel tussen zee en rivier, met twee keer per dag eb en vloed.”

Grienden

Veel mensen denken bij dit gebied aan kreken en wilgenbossen: de oude Biesbosch, die ontstond na de Tweede Wereldoorlog. Voordien was er een griendwerkerscultuur. Ruimte voor de rivier is het kenmerk van de nieuwe Biesbosch. Jonathan: „Extreme neerslag in Europa leidt steeds vaker tot een hoge afvoer in de rivieren. Bij westerstorm botst het zeewater tegen het rivierwater op. Dan krijg je hoogwater.”

Rijkswaterstaat kocht akkerlanden, die nu kunnen onderstromen. „Daardoor houden mensen in Dordrecht en Hardinxveld droge voeten.” De boswachter wijst naar buiten. „Het water staat spectaculair hoog vandaag. Zo ontstaat een grote binnenzee, met een gigantische dynamiek. Voor vissen, insecten en watervogels is er veel voedsel te vinden. Geef water de ruimte, en topnatuur volgt vanzelf.”

Rust

De Biesbosch telt honderden hectares waar geen mens mag komen. Er heerst rust. Zoals Jonathan het zegt: „Een volle bak aan rust. Daarom komen vogels van het hele noordelijke halfrond hier naartoe. Het is hun trekgebied, rustgebied en voedselgebied. Denk aan de grote zaagbek, een schuwe watervogel. Als er een bootje voorbijkomt, krijgt hij veel stress. Daarom is er een vaarverbod op kwetsbare plekken waar vogels voedsel zoeken.”

De wolkenlucht oogt als een schilderij van Jacob van Ruisdael. Tijd om de laarzen aan te trekken. Buiten dient de natuur zich ogenblikkelijk aan. „Volgens mij zie ik een nonnetje.” Jonathan richt zijn verrekijker. „Oh, prachtig. Ik vind dit zo’n waanzinnig mooie vogel. Hij heeft veel rust en veel vis nodig. Moet je dat kuifje zien.”

Kwetsbaar

Jonathan start zijn groene auto, voorzien van de strepen van Staatsbosbeheer. Hij stuurt over het dijkje langs de hengelaar en een ruiter. „In de Biesbosch komen jaarlijks 1,5 miljoen unieke bezoekers. We zoeken een balans tussen beleven en beschermen. Je wilt dat mensen kunnen genieten, maar de kwetsbare natuur en de dieren wil je beschermen. Dat doen we met een seizoensgebonden rustregeling.”

De boswachter stopt bij een graslandpolder, waar het rivierwater binnenstroomt. „Dit is op en top de dynamiek van de Biesbosch. Ik zie daar een groep van zo’n 2000 kieviten. Fantastisch.” Wijzend in de verte: „Daar voor die dode boom, een hele rits. Het zijn slimme weidevogels. Ze kiezen ervoor om in de winter hier te blijven. Pas als er een koudeperiode aankomt, vertrekken ze naar het zuiden.”

Zoem

Het rivierwater brengt kalkrijk slib mee, dat naar de bodem zinkt. Jonathan: „Het bevat veel voeding. Zomers is het hier een bloemenzee. Het geluid van insecten is als een waas van zoem, ongekend. De oevers worden een kleurenpalet, met kattenstaart, zwanenbloem, driekantige bies en klein vlooienkruid. Je ziet de veldleeuwerik en hoort de jodelende wulpen.”

Nu vliegen er kolganzen. „Die broeden boven de poolcirkel, tussen de rendieren. Moet je nagaan wat een afstanden ze afleggen. Van de Russische toendra’s komen ze met tienduizenden naar deze plek om te slapen. ”Hotel de Biesbosch”. Overdag vinden de kolganzen voedsel in de polders. Het is een bed and breakfast vol leven, vogels hebben hun trekroute ervoor gewijzigd. Rond maart zijn er gigantische aantallen grutto’s uit Spanje. Het is dan eten en daten.”

Mega

Tijdens de rondrit ontsnapt geen vogel aan het oog van de boswachter. „Daar, een heel mooie buizerd. Als roofvogelliefhebber zit je goed in de Biesbosch. De visarend is nu in Afrika, maar de zeearend is hier het hele jaar. Vanwege zijn spanwijdte van 2,5 meter wordt hij wel de ”vliegende deur” genoemd. Zijn nest is zo groot als een tweepersoonsbed, echt mega. De schuwe zeearend kan hier leven door een combinatie van voedsel en rust. Je ziet ze nooit van dichtbij.”

Jonathan wijst op flink doorgeknaagde boomstammen. „Je ziet overal bevervraat. Mooi hoor. Er zitten zo’n 300 à 400 bevers in de Biesbosch. Het zijn leuke beesten. Ze zorgen ervoor dat eentonig bos weer structuur krijgt. Daardoor komen er meer insecten, planten en vogels. De bever is een soort landschapsarchitect.”

Suikerklontje

De boswachter parkeert vlak bij het Biesbosch MuseumEiland. Het Laarzenpad, 3,3 kilometer lang, laat het landschap zien in al zijn facetten. In een ruig wilgenbos huizen staartmeesjes. „Dat zijn net lolly’s. Het zit hier bomvol zangvogels, ’s winters trekken ze met elkaar op. Zo’n groepje heet een ”flock”. In de boomschors vinden ze insecten.” Jonathan hoort het goudhaantje. „Het kleinste vogeltje van Europa. Het weegt anderhalf suikerklontje en vliegt van het zuidelijkste puntje van Noorwegen in één nacht naar onze waddenkust.”

Bij een omgevallen wilg vestigt de boswachter de aandacht op korstmossen. „Het zijn miniatuurlandschapjes. Als je je erin gaat verdiepen, gaat er een wereld voor je open.” Geweizwammetjes. En daar: judasoor, een paddenstoel die groeit op oude vlierstruiken. „Zelfs op de grauwste dagen valt er genoeg te zien.”

Een weidse watervlakte. Tumult bij vogels aan de overkant. Dan moet je opletten, weet Jonathan. En jawel: de zeearend! „Het is een jonge vogel, nog helemaal donker. Misschien wel een jong van de ”kenau van de Biesbosch”. Zij knokt alle concurrentie weg die in haar buurt komt.” De machtige zeearend zweeft boven licht rimpelend water, waarin de winterse hemel weerspiegelt. „Gaaf, zeg. Prachtig.”

Ambassadeur voor de schepping

Jonathan Leeuwis (27) uit Bleskensgraaf is boswachter publiek bij Staatsbosbeheer in de Biesbosch. „Vanuit mijn geloofsovertuiging zie ik de natuur echt als de schepping. Als boswachter publiek word ik betaald om andere mensen daarvan te laten genieten, als een ambassadeur. God openbaart Zich in de schepping.”

Het is voor iedereen goed om naar buiten te gaan, vindt Jonathan. „Ik hoop dat mensen dat ook gaan doen, door mijn enthousiasme en door wat ik deel op sociale media en in blogs. Ik heb zelf met een depressie rondgelopen. Het heeft me toen zoveel geholpen om naar buiten te gaan, mijn hoofd leeg te maken en me te verwonderen over alles wat je tegenkomt.”

Daarvoor hoef je niet ver van huis. „De natuur is dichterbij dan je denkt. Met mijn broer heb ik alleen al in onze tuin 1200 wilde plant- en diersoorten geteld.” Ook als boswachter zit Jonathan best vaak binnen, achter een computer. „Maar ik moet iedere keer weer naar buiten, dan laad ik zelf op. Zo zorg ik ervoor dat mijn verhaal altijd uit mijn hart blijft komen.”

Als tienjarige las Jonathan zijn natuurgids stuk. „Ik stopte altijd bij een pagina waarop het puttertje stond, een distelvink. Op een ochtend zag ik kaardebollen langs de weg, daar zaten puttertjes op. Dat bloedrode kopje met die gele strepen... Ik heb mijn ouders uit bed gesleurd. Zo’n fantastisch mooi vogeltje, dat vergeet je nooit meer. Daar is mijn liefde voor vogels begonnen.”

Soms staat de boswachter op een wintermorgen net voor de schemer in de graslandpolders. „Het is er dan muisstil. De lucht is schilderachtig roze. Je hoort de typische gak van duizenden kolganzen.” De Biesbosch, wil Jonathan maar zeggen, is spectaculair. „Mensen enthousiast maken voor de natuur, in een waanzinnig gebied als dit, is een voorrecht. Echt heel tof.”

Dit artikel verscheen in Terdege (nr. 9, 28 januari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.

beeld: Renate Bleijenberg van Leeuwen

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Martijn den Hollander

Volg ons lifestyle platform op instagram.