De Bosbeek stroomt gezwind. Varens en klimop bedekken de oevers, links en rechts rijzen bomen hoog op. Het kristalheldere water vloeit over de bedding van zand en grind. Ruisend en schitterend gaat het zuidwaarts, tussen de stuwwallen van de Veluwe. Dit is het Renkums Beekdal.
Een maandag, eind juli. De tropenhitte van de zondag heeft plaatsgemaakt voor bewolking en een koel briesje. Waar de bosrijke gronden van Ede overgaan in die van Renkum, daar slingert de Bosbeekweg langs sprengen en prehistorische grafheuvels. Onder het geboomte staat een plukje padvinders, de dassen geel-groen. Een van de welpen heeft het zwaar. De akela slaat troostend haar arm om hem heen.
Knoestige eiken en ranke dennen reiken naar de lucht. Vanuit de toppen klinkt niet-aflatend de roep van een vogel: tek, tek, tek, en zo verder. Zou het een zwartkop zijn? De leek, staand op een verend laagje dennennaalden, betreurt dat hij niet op pad is met een kloeke boswachter. Die had het antwoord wel geweten. In de lage struiken zit een roodborstje – ja vriend, jou kennen we.
Quadenoord
Een mountainbiker in groen T-shirt stuift over de zandweg. Zo gauw als hij de bocht om kwam, zo vlug is hij ook weer uit beeld. Even verderop kruist de weg verschillende beken. Vlak bij elkaar liggen hier de Oliemolenbeek, de Paradijsspreng of Bosbeek en de Molenbeek. Het bos opent zich. In het dal grazen tientallen paarden, sommige dragen een deken. Het vredige tafereel is van een kanttekening voorzien: een bord maakt gewag van trots op de boer. Bij de Beukenspreng, onder grote loofbomen, zit een man op een bankje een boek te lezen.
Aan de noordkant van het Renkums Beekdal ligt landgoed Quadenoord. Zo vervaarlijk als de naam klinkt, zo lieflijk is het landschap. Grafheuvels bewijzen dat de streek al bewoond was ver voor het begin van onze jaartelling. Ook de Romeinen lieten hier hun sporen na. Aan de Molenbeek staat Huize Quadenoord, in 1924 gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. Je kunt er terecht voor fysiotherapie en sporttraining. Bij het toegangshek staat een grabbelton voor kinderen. Die moeten wel per fiets of te voet zijn gekomen, bepaalt een geplastificeerd A4’tje. Dus kindjes, papa’s en mama’s: kom niet met de auto.
Op de akkers van Quadenoord worden oude graanrassen verbouwd. De halmen buigen, de korenaren wijzen naar de grond. Het veld golft in de wind, korenbloemen geven het een blauwe gloed. Rondom, als een muur: de donkergroene bosrand. De beuken dragen beukennootjes. Zak je door de knieën, dan verandert het perspectief. Bijen en hommels vliegen van bloem naar bloem. Boekweit, groot kaasjeskruid, grote zandkool, bijenbrood. Je moet het allemaal maar weten; gelukkig bestaan daar apps voor.
Iets verbreekt de stilte. Ritselt er wat in de struiken? Het komt naderbij. Een ruiter in het paars op een schimmel, in draf. Ze snellen voort langs de velden. In de verte, te midden van uitgestrekte weiden, staat een boom met kale takken. Eenzaam, maar omringd door zonnebloemen. Daarboven zwermen de zwaluwen.
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 26, 13 september 2022).
beeld: Tineke van der Eems