„Werk ze nog even, hè!”, zegt mijn vriend Micha tegen de HEMA-verkoper, nadat we een voorraad sokken en ondergoed hebben ingeslagen, omdat die in Nederland toch echt goedkoper zijn.
„Wat ben jij vriendelijk”, zeg ik verbaasd. Je zou toch maar zo'n vriend hebben! Micha helpt me snel uit de droom. „Da's toch normaal!? Dat doe ik altijd!”
Nou, ik vind het reuze, maar ik ken het niet.
Als ik mijn vrije zaterdag achter de kassa van de Oostenrijkse Aldi doorbreng, wenst niemand me een fijne werkdag. Tenminste, op een enkele uitzondering na. De enkele keer dat ik dat te horen krijg, gaat dat gepaard met een blauwe AH-boodschappentas in het karretje, een Eastpak-rugzak die tot Lastpak is omgetoverd, of simpelweg een accent. Dan vraag ik schijnheilig: „Hoor ik nou Nederlands?” alsof ik mijn eigen taal niet herken. En dan volgt er een gesprekje over hoe de vakantie in Graz bevalt, hoe ik hier verzeild ben geraakt, en dat ze stroopwafels in de winkel zagen liggen. Dat doet me goed. En ik ben al helemaal blij als ze dan nog even over hun schouder kijken en me „Werk ze!" toewensen
Zou toch leuk zijn als ik wat kan betekenen voor de Oostenrijkse bevolking en deze uitdrukking kan invoeren in het Grazer dagelijkse leven. Alleen de vertaling mist nog. „Viel Glück im weiteren Arbeitstag”, is me een beetje te lang. „Arbeite sie”, zou taalkundig niet helemaal correct zijn. Misschien moeten we er een leenwoord van maken?
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd