Emigreren. Dat woord komt weleens bij ons op als we nadenken over de toekomst. Met alle regels hier in Nederland en het gebrek aan ruimte lijkt dat soms de enige manier om in de toekomst te kunnen blijven boeren.
Afgelopen zomer zijn we op vakantie geweest in Denemarken. „Alleen genieten van de vakantie hè, geen boerderijen kijken”, zeiden verschillende mensen vooraf tegen ons. Dat was ook helemaal niet onze opzet geweest, toen we deze bestemming kozen. En toch…
De grote stukken land met wuivend graan en frisgroen gras, het kunnen rijden tussen de velden zonder ook maar een huis te zien, de horizon waar velden en wolken elkaar raken… De wetenschap dat het boeren er net even wat makkelijker gaat dan in Nederland… Die dingen zetten me wel aan het denken. Al snel bleek dat ik niet de enige was die zo om zich heen keek. Geregeld werd het een gespreksonderwerp wanneer we tussen de uitgestrekte velden reden: hoe zou het zijn om te boeren in Denemarken?
Een bezoek aan een vroegere klant van Dick gaf ons de mogelijkheid om eens een kijkje te nemen op een echte Deense boerderij. In een weidse omgeving, te midden van maisvelden en graslanden, werden we ontvangen door enthousiaste Nederlanders. De indeling van hun stal verschilde niet zo veel van die van een gemiddelde stal in Nederland, maar de lengte van de voergang deed dat wel. Ook de zes melkrobots, de ruimte voor voer en machines en de grootte van het erf waren anders dan op een gemiddeld Nederlands bedrijf.
Wat wel overeenkwam, was de woonkamer met een hoek vol Bruder-speelgoedtrekkers. Op tafel stond koffie, thee en ranja klaar, en een trommel koekjes. Al koffiedrinkend hoorden we dat het leren van de taal en het integreren in de Deense samenleving nog niet zo makkelijk gaat op een afgelegen erf.
Een Deense boerderij trekt ons wel, eerlijk is eerlijk. Maar wanneer we zondags in de kerk met acht gemeentes samen zitten en er slechts tien oude mensen aanwezig zijn, zien we ook een andere kant van Denemarken. Neem daarbij het kille feit dat 90 procent van de kinderen met het syndroom van Down er niet geboren mag worden – wat ook betekent dat er voor onze Ties waarschijnlijk geen fijn plekje te vinden is. Dat alles maakt dat Denemarken voor ons toch geen toekomstdroom is.
Fenneke Aalbers, getrouwd met Dick en moeder van vijf, verandert van burgermeisje naar een beetje boerin.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd