Babyfarms, ontvoerde kinderen, corruptie: er is nogal wat misgegaan op adoptiegebied. Daardoor heeft het proces een negatieve lading gekregen. Maar is dat terecht? Ouderparen vertellen over hun ervaringen met adoptie.
Adoptie in een notendop
Adoptie is van alle tijden. Maar wetten ter bescherming van geadopteerde kinderen zijn relatief nieuw. In Nederland kwamen deze pas na de Tweede Wereldoorlog. Zo is sinds 1956 wettelijk vastgelegd dat geadopteerde kinderen dezelfde rechten hebben als biologische kinderen van een gezin. In de tweede helft van de vorige eeuw kwam ook de buitenlandse adoptie op gang. Helaas ging er vanaf die tijd nogal eens iets mis op adoptiegebied, met name in landen als Bangladesh, Colombia en Sri Lanka. Verhalen van ontvoerde en verkochte kinderen en zelfs van babyfarms doen de ronde. Lang niet elke geadopteerde kan er van op aan dat zijn adoptiedossier correct is en tast zodoende in het duister over zijn herkomst.
Het Haags Adoptieverdrag van 1993, een overeenkomst tussen 66 landen op het gebied van adoptie, moest hier verbetering in brengen. Het verdrag bevat afspraken die er stuk voor stuk op zijn gericht de adoptieprocedure te verbeteren. Toch concludeerde een onderzoekscommissie begin dit jaar dat er nog steeds te veel misstanden worden geconstateerd. Daarom is besloten de mogelijkheid tot adoptie tot nader order stop te zetten. Met als gevolg dat kinderen in buitenlandse tehuizen voorlopig geen perspectief meer kan worden geboden op een leven in een veilig, liefdevol gezin in Nederland. Wat is wijsheid? Is de adoptiestop terecht? Of wegen de goede verhalen op tegen de slechte?
Martin en Rosanne van Dam
Martin (37) en Rosanne (40) van Dam uit Veenendaal adopteerden Shawn (11), Josiah (8) en Hannah (2).
Hoe zijn jullie bij adoptie uitgekomen?
Martin: „We waren ongeveer een jaar getrouwd toen bleek dat we verminderd vruchtbaar waren. Na medische onderzoeken te hebben gehad, spraken we eens met vrienden over adoptie. Ik herinner me nog goed dat ze zeiden: Wat let je voor adoptie te kiezen als je er huis, hart en middelen voor hebt? Dat is mij bijgebleven. We hebben nooit getwijfeld of adoptie de weg was die de Heere wilde dat we zouden gaan. Dat was voor ons zo duidelijk dat we het aan Hem overlieten hoe Hij het verder zou leiden.”
Hoe verliep het adoptieproces?
Rosanne: „Mensen zeggen soms als reactie op een zware bevalling: de volgende adopteren we. Daar moet ik dan om grinniken. Ging adopteren maar zo makkelijk. Je wordt doorgelicht door de Raad van de Kinderbescherming en moet een cursus volgen voordat je beginseltoestemming krijgt en je je kunt aanmelden bij een vergunninghouder. Daarbij moet je veel geduld hebben en heb je geen idee wat er op je pad gaat komen. Je kunt als adoptieouders al lang niet meer van tevoren aangeven dat je alleen een gezond kindje zou willen, of alleen een baby. Martin en ik moesten daarom al snel met elkaar bedenken welke ingewikkelde rugzakjes we aan zouden kunnen en welke niet. En dat allemaal voordat er überhaupt een kind is.”
Martin: „Qua adoptieland kwamen we uit bij Uganda, omdat dat openstond voor jonge stellen. Maar dat land ging in de zomer van 2012 juist op slot voor adoptieouders omdat er misstanden waren geconstateerd. Daar wilden we ver van blijven. We moesten toen weer helemaal opnieuw beginnen met het adoptieproces. Deze keer kwamen we uit bij Zuid-Afrika. Vervolgens is het vrij rap gegaan. Nog geen jaar later kregen we Josiah toegewezen. Na Josiah kregen we Shawn en vorig jaar Hannah, beiden eveneens geboren in Zuid-Afrika.” Rosanne: „We dachten: hoe mooi is het als ze in elkaar nog iets van hun achtergrond herkennen? Shawn en Josiah zijn zelfs allebei geboren in dezelfde vierkante kilometer van Johannesburg.”
Hebben jullie ooit getwijfeld of adoptie goed zou zijn?
Martin: „Door de jaren heen is het voor mezelf alleen maar duidelijker geworden dat adoptie goed is. Het is ook hoe God Zelf werkt: Hij neemt mensen aan tot Zijn kinderen. Ik denk daarom niet dat adoptie op zichzelf niet zou mogen.”
Rosanne: „Een kind adopteren en ervoor zorgen is wat ons betreft beschreven in Gods wet: God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. Het voelt voor ons daardoor ook als een opdracht. Niet onze kinderwens gaf de doorslag: we hadden het samen op een andere manier ook goed gehad. Wel willen we vooropstellen dat een kind het beste grootgebracht wordt door zijn eigen papa en mama. In die zin is adoptie een noodmaatregel. Ik heb ook weleens tegen de jongens gezegd: Het was beter geweest als jullie niet bij ons op zouden hoeven groeien, ook al zou ik jullie verschrikkelijk missen.”
Hoe wisten jullie dat het proces in orde was?
Rosanne: „Dat is een heel lastige. Je hebt nooit honderd procent de garantie dat het klopt. Wel hebben we op alle vragen die we stelden antwoord gekregen.”
Martin: „We mochten de dossiers van de kinderen inzien.”
Rosanne: „Inclusief zoekpogingen die er gedaan zijn naar biologische familie.”
Martin: „Er werd niet geheimzinnig gedaan. Ook niet over de kosten. Het was heel inzichtelijk waar ons geld heen ging. Maar uiteindelijk weet je het nooit zeker. Het is onze opdracht om ons te verdiepen in de zorgvuldigheid van de adoptieorganisaties en hier de juiste vragen bij te stellen. Maar tegelijk mag je er ook op vertrouwen dat controlerende instanties hun werk goed doen.”
Hoe kijken jullie tegen de huidige adoptiediscussie aan?
Rosanne: „Ik heb weleens het gevoel gehad me te moeten verweren voor onze keuze om drie kinderen te adopteren. Ik voelde me bijna met hen lopen, alsof ik me moet verdedigen. Maar we hebben niets crimineels gedaan. Gelukkig ebde dat gevoel snel weg. Er is heel veel onkunde in de huidige adoptiediscussie. En veel eenzijdige verhalen. Natuurlijk is het pijnlijk dat kinderen en ouders het slachtoffer zijn geworden van adoptiemisstanden. Maar er is ook een heel tevreden deel, alleen dat hoor je niet.”
Martin: „We kunnen onze kinderen vertellen: Zo is het bij jou gegaan. En we ervaren dat ze door God in ons gezin zijn geplaatst; dat we hen uit Zijn hand hebben mogen ontvangen, om vader en moeder te zijn voor hen.”
Rosanne: „Onze kinderen hebben nu een eigen familie. Hoe waardevol is dat? Toen ik een keer erg ziek was van een longontsteking zag ik aan Shawn dat hij bang was dat ik zou sterven. Ik zei: „Maar stel dat mama sterft, wie heb je dan nog?” „Papa”, zei hij. „En wie nog meer?” „Opa en oma, ooms en tantes.” Dat netwerk is een geschenk. Waren ze in Zuid-Afrika gebleven, dan hadden ze op hun zestiende op straat gestaan en hadden ze het zelf uit moeten zoeken.”
Martin: „Natuurlijk kunnen er verbeteringen worden gemaakt in het adoptieproces. De toezichthoudende rol kan versterkt worden bijvoorbeeld. Maar de huidige adoptiestop vind ik te kort door de bocht. Er is door een onderzoekscommissie te eenzijdig gekeken naar het juridische aspect, dat kinderen het recht hebben om te weten waar ze vandaan komen. Maar de rechten van kinderen zijn veel breder. Opgroeien in een liefdevol gezin met sociale veiligheid is ook een recht.”
Wat is jullie boodschap aan stellen die hiermee worstelen?
Rosanne: „Ik zal niet zomaar zeggen: ga maar adopteren. Je moet weten in welke complexe wereld je stapt, alleen al aan emoties die het met zich meebrengt. Bedenk daarom wat je drijft. Is het alleen de kinderwens? Moet er per se een kind komen om het plaatje compleet te maken?”
Martin: „Die kinderwens heb je natuurlijk wel nodig. Zonder hart voor kinderen moet je niet aan adoptie beginnen. Maar het moet niet slechts de vervulling van die wens zijn die je drijft.”
Rosanne: „Je moet ook in staat zijn te bedenken wie je als stel en als vader en moeder bent.”
Martin: „Je moet onvoorwaardelijk en zonder terughoudendheid kunnen zorgen voor kinderen en het hele pakketje dat ze met zich meenemen. Als je dat kunt, is adoptie heel mooi. Want er zijn zo veel kinderen die zonder vader en moeder opgroeien. Adoptie houdt pas op als er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde is. Tot die tijd hoop ik van ganser harte dat kinderen door middel van adoptie in een nieuw gezin terechtkomen.”
Martijn en Merith Koedood
Martijn (32) en Merith (27) Koedood waren jaren bezig met het adoptieproces. Totdat die deur voor hun neus dichtging en ze besloten zich op pleegzorg te richten.
Waarom hebben jullie adoptie overwogen?
Merith: „Toen we wisten dat we geen biologische kinderen konden krijgen, dachten we in eerste instantie aan pleegzorg. Maar omdat wij nog zo jong waren –ik was nog geen 21–, gaf het pleegzorgbureau het advies naar adoptie te gaan kijken. We hebben de aanmelding opgestuurd terwijl we nog midden in het rouwproces over onze kinderloosheid zaten. Toen we werden uitgenodigd voor de verplichte adoptiebijeenkomst ging het ook weer beter met mij. Want we geloven dat dit het pad is dat de Heere ons geeft. Dan zijn we niet op aarde gezet om alleen maar te huilen om wat we niet krijgen, maar te kijken naar wat we wel hebben.”
Martijn: „We zijn begonnen met de cursus en werden daarna op de wachtlijst voor de Raad van de Kinderbescherming gezet.”
Merith: „Ze wilden alles van ons weten: over onze families, hoe het er vroeger thuis aan toe ging, of er sprake was van strafbladen. Dat wordt allemaal uitgeplozen voordat je beginseltoestemming krijgt. Ieder adoptiestel vindt zoiets enorm spannend. Adoptie is een weg vol onzekerheden waarbij je doel stapje voor stapje dichterbij komt. Uiteindelijk ging voor ons het stoplicht op groen. We mochten ons aanmelden bij een adoptiebureau.”
Hoe verliep dat proces?
Merith: „Omdat je voor veel landen als adoptieouders minstens 30 jaar moet zijn, vielen die af. We zijn bij Taiwan uitgekomen.”
Martijn: „We maakten een fotoboek om te laten zien hoe ons leven eruitzag, met onder meer foto’s van ons huis, de tuin en de toekomstige kinderkamer. We gaven informatie over onze financiële middelen, onze hypotheek, onze salarissen.”
Merith: „Op een gegeven moment werd ons dossier goedgekeurd en opgestuurd naar Taiwan. Dat was drie jaar nadat we onze adoptieaanmelding hadden verstuurd.”
Martijn: „En dan is het wachten op een telefoontje.”
Merith: „Het wachten duurde lang. Er gingen vijf maanden overheen, tien, veertien. Na achttien maanden zag ik op een avond dat ik gemiste oproepen had. En een appje van ons landelijke contactpersoon: „Kan ik je bellen? We hebben geen goed nieuws.” Het kindertehuis waar ons dossier lag, had zijn deuren moeten sluiten.”
Martijn: „De overheid stond niet meer achter de christelijke identiteit van het tehuis.”
Merith: „Dan voel je de tranen achter je ogen branden. Vooral vanwege de weggegooide jaren die je wachtend hebt doorgebracht.”
Martijn: „Onze contactpersoon zei gelijk dat ze ging kijken naar nieuwe opties, maar dat het moeilijk zou worden, onder meer vanwege onze leeftijd.”
Merith: „Die wetenschap zorgde dat het voor ons voelde alsof we iets verloren hadden. Je bent een kind kwijt dat je je in gedachten al had voorgesteld. Wij hebben die nacht amper geslapen. En toch: ondanks ons grote verdriet viel ook de spanning waarmee ik al maanden had rondgelopen van me af.”
Martijn: „We hebben in de dagen die volgden de voors en tegens van een nieuwe adoptieaanmelding op een rijtje gezet.”
Merith: „Wilden we doorgaan, dan moesten we accepteren dat we ook een ouder kind zouden kunnen adopteren, of een kind met complexere achtergronden of handicaps. Samen hebben we veel gebeden: Heere, wat wilt U dat wij doen zullen? Toen kregen we rust in de beslissing dat we met het adoptieproces moesten stoppen.”
Hoe ging het verder?
Martijn: „Al snel na deze beslissing hebben we ons aangemeld voor pleegzorg.”
Merith: „Het was ons gebed om in Gods koninkrijk te mogen dienen, een kind een goed huis te bieden en het iets van het geloof in Hem mee te kunnen geven. Het voelde voor ons dat dit onze weg moest zijn. Een medewerker van het pleegzorgbureau vroeg: Hebben jullie deze keuze voor pleegzorg niet te snel gemaakt? Maar zo voelde het niet voor ons. Weet je: we leefden er al zo lang naartoe om een kind een veilig thuis te kunnen bieden.”
Martijn: „In december 2020 hadden we het afsluitende gesprek met de pleegzorginstantie.”
Merith: „Begin maart werden we gebeld. Er was met spoed een crisisgezin nodig voor twee meisjes: een baby en een peuter. De dag erop werd de eerste geplaatst, drie dagen later het zusje.”
Pleegzorg is vaak tijdelijk, adoptie niet. Is dat moeilijk?
Merith: „Daar hebben we vrede mee. We gunnen onze pleegkinderen natuurlijk dat ze in de toekomst hun eigen moeder terugkrijgen, ook al zal dat moeilijk zijn voor ons. Wij zijn heel blij dat we hun voor nu rust en stabiliteit kunnen bieden, hoe lang of kort dat ook duurt. En dat we hun iets van het geloof mogen meegeven, dat we hun mogen leren wat liefde en vertrouwen is. Ik vind het echt prachtig dat we dit kunnen doen en ik hoop dat meer mensen het mooie van pleegzorg gaan zien. Er zijn zo veel kinderen die deze zorg nodig hebben.”
Martijn: „We hebben de achterliggende maanden wel ontdekt dat pleegzorg niet niks is. Kinderen nemen hun rugzakjes mee.”
Merith: „Je krijgt er ineens heel veel mensen bij in je leven: de biologische familie, ambulante hulpverlening, jeugdzorg. Het is echt werk. Maar ik vind het ook heel mooi om bij de meiden te zijn.”
Hebben jullie het adoptiehoofdstuk definitief afgesloten?
Merith: „Ja, dat boek is echt dicht.”
Martijn: „Door de discussie van de laatste tijd denken we trouwens dat heel het buitenlandse adoptieproces op de schop zal gaan.”
Merith: „Landen zullen meer binnen hun eigen grenzen moeten oplossen. Voor de ouders die hun adoptieproces hebben moeten stopzetten is dat heel erg. Dat gunnen we niemand. We voelen met hen mee, zijn toch lotgenoten geweest.”
Martijn: „Maar die ophef speelde niet mee in onze overweging om nooit meer voor adoptie te kiezen. Die keuze was echt persoonlijk.”
Merith: „De nood is in Nederland ook hoog, zien we. We beseffen door de meisjes nu pas in wat voor gebroken wereld we leven. We krijgen ineens met moeilijkheden te maken die we voorheen niet van dichtbij kenden.”
Wat is jullie boodschap voor ouders die worstelen met adoptievraagstukken?
Martijn: „Laat je goed informeren.”
Merith: „Bedenkt of je het aankunt. Wees open over je situatie, laat anderen met je meelopen in jullie plannen.”
Martijn: „En je moet zeker weten dat je allebei voor honderd procent achter het adoptieproces staat, anders red je het niet.”
Merith: „We zijn ervan overtuigd dat als je alles in biddend opzien mag doen, je ook rust krijgt over de weg die je moet gaan. Zo ervaren wij het wel. Ga met God en Hij zal bij je zijn.”
Het predikantsechtpaar Maljaars-van Schothorst
Het predikantsechtpaar Maljaars-van Schothorst uit ’s-Gravenpolder adopteerde drie kinderen: Eline (25), Simon (22) en Christian (16).
Hoe kwamen jullie bij adoptie terecht?
Ds. Maljaars: „We zijn in 1992 getrouwd. Na twee jaar bleek dat we zelf geen kinderen konden krijgen. Ook daarvoor hadden we al wel eens aan adoptie gedacht. We hebben allebei een achtergrond in het onderwijs. We houden van kinderen en zagen ernaar uit om iets voor anderen te mogen betekenen.”
Mevr. Maljaars: „We hebben deze zaak in het gebed de Heere voorgelegd met de vraag of Hij ons de weg wilde wijzen.”
Ds. Maljaars: „Je hoort ook weleens: als de Heere je het kruis van kinderloosheid oplegt, mag je dan een andere weg gaan? Dat ligt heel persoonlijk. Het was vanaf het begin ons uitzien of de Heere ons hierin wilde voorgaan. Want je moet eerlijk blijven over Gods leiding in je leven: het gaat niet om wat wíj willen, maar wat de Heere wil. Daarbij kan de Heere wegen openen, maar Hij kan ze in Zijn wijsheid ook sluiten.”
Mevr. Maljaars: „Juist in die tijd stond er een artikel over adoptie in de GezinsGids dat ons aansprak Ook een lezing van ds. Bac op de adoptievereniging over Gods voorzienigheid in het licht van adoptie deed ons veel.”
Ds. Maljaars: „En bij de begrafenis van je opa, weet je nog? Een oom sloot met de familie af. Toen hij ons als kleinkinderen aansprak, wees hij op Genesis 17, waarin gesproken wordt over het verbond dat God maakte met Abraham en zijn nageslacht. Niet alleen de ingeborenen van zijn huis moesten worden besneden, maar ook de gekochten met geld van den vreemde af, die niet van het geslacht van Abraham waren. Onverwacht werden we op dit Schriftgedeelte gewezen, waarin een duidelijke lijn ligt naar de adoptie. We hadden op dat moment onze plannen nog met weinig mensen gedeeld. We mochten het als een stille vingerwijzing zien dat we op de goede weg waren.”
Hoe verliep het proces?
Ds. Maljaars: „Na alle verplichte handelingen, zoals het volgen van een cursus en het in orde maken van onze papieren, kwam de vraag welk land we moesten kiezen. Dat krijg je natuurlijk niet op een briefje. Maar je legt het wel de Heere voor. Hoe we uiteindelijk op de Filipijnen zijn uitgekomen? Onverwacht belde een kennis van de adoptievereniging ons, de avond voordat we onze keus bij de adoptiebemiddelaar in Den Haag moesten doorgeven: „Weten jullie dat de Filipijnen opengaan voor adoptie en dat ze daar graag christelijke adoptieouders hebben?” zo vertelde ze. Dit hebben we gezien als een aanwijzing waar we heen moesten. In februari 1998 begon de startprocedure voor de Filipijnen en in juli kregen we het voorstel van onze dochter.”
Mevr. Maljaars: „Dat was een heel bijzonder moment, om nooit te vergeten. We stonden allebei voor de klas: Mijn man voor groep 8 en ik voor groep 5. Ze belden naar school met het voorstel. Toen ik het verteld had in mijn klas, stak een jongetje aan het eind van de middag zijn vinger op. „Juf”, zei hij, „zullen we nu zingen: De Filipijn, de Tyriër, de Moren? Prachtig toch?”
Ds. Maljaars: „In oktober zijn we naar de Filipijnen gereisd om Eline op te halen. In 2001 en 2007 volgden Simon en Christian.”
Was alles legitiem?
Ds. Maljaars: „Onze kinderen waren alle drie al 2 jaar toen we hen adopteerden. Ze kregen een lifeboek mee met foto’s van dat ze baby waren tot aan het ophaalmoment. In hun kinderrapport stonden alle relevante gegevens: een stukje levensgeschiedenis en informatie over hun achtergrond. Alles werd via het bureau Wereldkinderen met ons gedeeld. Op geen enkel moment in de procedure hebben we het gevoel gehad dat er iets niet klopte. Integendeel, er was openheid en transparantie.”
Mevr. Maljaars: „We hebben van alle drie de kinderen ook een van de ouders ontmoet. We vonden het belangrijk om de kinderen later zo veel mogelijk te kunnen vertellen over hun achtergrond. Ze konden vragen wat ze wilden weten.”
Hebben jullie weleens getwijfeld over de juistheid van adoptie?
Mevr. Maljaars: „We zijn steeds meer gaan beseffen wat het inhoudt om een kind uit zijn cultuur te halen. En ook dat een kind eigenlijk altijd bij zijn of haar moeder zou moeten kunnen blijven. Adoptie is dan ook alleen een oplossing als het niet anders kan.”
Ds. Maljaars: „Tijdens een lezing op een adoptiemiddag verwoordde een spreker het eens zo: Adoptie is de laatste barmhartige noodmaatregel.”
Mevr. Maljaars: „We weten van onze drie kinderen dat ze in een noodsituatie zaten. Op de Filipijnen hebben we zelf iets van hun omstandigheden gezien: de kinderen zijn niet zomaar afgestaan.”
Ds. Maljaars: „De weg ná adoptie is natuurlijk niet altijd gemakkelijk. We hebben heel moeilijke momenten gekend als gezin, waarbij alles vastliep. Adoptieproblematiek is complex. Maar als we terugzien op de afgelopen jaren, mogen we zeggen dat de Heere ons steeds heeft geholpen.”
Mevr. Maljaars: „Al waren de omstandigheden zwaar, de kern is voor ons altijd hetzelfde gebleven. Namelijk dat onze belangrijkste drijfveer voor adoptie is om onze kinderen onder het Woord te brengen met het gebed of de Heere in hun hart Zijn genade wil werken. In de loop van de jaren zijn we daar op dieptepunten vaak op teruggeworpen.”
Hoe kijken jullie na al die jaren terug op de adopties?
Mevr. Maljaars: „We zijn blij dat we onze kinderen hebben mogen adopteren. Hoe groot de zorgen soms waren, we houden ontzettend veel van onze kinderen, van hen alledrie.”
Ds. Maljaars: „Adoptiekinderen blijven iets kwetsbaars houden bij het opgroeien, hebben we gezien. In de wortel van hun leven is er iets onthecht. Dat werkt bij de een sterker door dan bij de ander. Toen ik naar de theologische school ging, werd ik bestreden: Hoe zal het gaan met de kinderen als we moeten verhuizen? Als we nu terugkijken op de afgelopen jaren hebben we de zorg van de Heere mogen ervaren in het gaan van Kapelle naar Middelharnis, daarna naar Meliskerke, en begin dit jaar naar ’s-Gravenpolder. Dit betekent niet dat alles met de kinderen van een leien dakje is gegaan. Maar op moeilijke momenten heeft de Heere nooit beschaamd.”
Mevr. Maljaars: „Soms gebruikt de Heere diepe wegen om meer te leren Wie Hij is en wie wij daartegenover zijn.” Ds. Maljaars: „Misschien hebben moeilijke situaties die zich in ons gezin voordeden er wel aan moeten bijdragen om te leren dichter bij mensen te staan. In een pastorie lijkt vaak een perfect gezin te wonen, maar als mensen weten dat er ook in een predikantsgezin zorgen zijn verlaagt dat de drempel om met de eigen problemen naar je toe te komen. Zo mogen we misschien anderen tot steun zijn.”