Voor ze een diadeem mocht dragen, moest ze eerst wachten tot haar achttiende. Inmiddels zijn we bijna drie jaar verder en heeft Amalia een prachtige selectie Oranjediademen gedragen.
Er zijn maar weinig meisjes die nog nooit gedroomd hebben over een leven als prinses. Rondrijden in een koets met paarden, rondschrijden in de mooiste baljurken: op papier klinkt het paleisleven inderdaad als een sprookje.
Dat de realiteit vaak heel anders is, bleek wel tijdens de zomerfotosessie van 2007. Terwijl de kleine Amalia met een zeefje en wat zand op de grond zat te spelen, vertelden haar ouders tegen de aanwezige journalisten dat hun oudste dochter net als haar leeftijdsgenootjes droomde over een leven als prinses, niet beseffende dat ze er zelf een was.
De voorliefde voor pracht en praal zat er bij Amalia dus al vroeg in. En eigenlijk is die nooit meer weggegaan. Toen ze een jaar of negen, tien jaar oud was, vond Amalia het al heerlijk om rond te snuffelen in de kledingkamer van haar moeder. In het boek ”Amalia” van Claudia de Breij vertelt de prinses dat haar moeder precies wist bij wie ze destijds moest aankloppen als ze weer eens een ring kwijt was. „Amalia, waar is die ring?” klonk het dan op Villa Eikenhorst.
De ongeveer twintig diademen in de Oranjekluis kent de prinses vandaag de dag allemaal. Sterker nog: ze kent naar eigen zeggen alle diademen van Europa. „Ik ben dól op tiara’s. Laat me een tiara zien, en ik weet waar die vandaan komt”, aldus Amalia. „Alle tiara’s van Europa kan ik herkennen. Vroeger zette ik ze al op, van mijn moeder. Dan stond er een op haar opmaaktafel en dan had ik die direct op mijn hoofd.” Dat de prinses inmiddels een mooie selectie Oranjediademen heeft gedragen bij koninklijke gala’s, is dan ook niet zo verwonderlijk.
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 4, 19 november 2024). Een los nummer is te bestellen in onze shop.