Janine Hoekman verkoopt eerlijke kleding

Janine Hoekman verkoopt eerlijke kleding

Janine Hoekman- Common _ Sense- duurzame kleding- RenateB _30_

Ze had een goede baan, maar gaf die op om eerlijke kleding te produceren. Janine Hoekman (31) uit Utrecht richtte samen met haar man Antonie Kamerik het kledinglabel Common & Sense op. „Het is enorm veel werk, maar langzaam worden we nu een stabiele onderneming.”

In hartje Utrecht, te midden van allerlei kledingwinkels die hun laatste maartkoopjes proberen te slijten, zit GreenUp. Een onderneming die zich volledig richt op duurzame en eerlijke initiatieven. In de kelder van dit gebouw zijn Janine en haar collega’s neergestreken. Ze hebben er hun kantoor en verkopen er een deel van de door hen geproduceerde kleding. Kleurige maxi-jurken bijvoorbeeld, en comfortabele truien. Casual mannenkleding, maar ook gebloemde shirtjes en roze rokjes van wol. Kleding bedoeld voor mannen en vrouwen tussen de 25 en de 40, zegt Janine. „Ik draag veel van onze kleren zelf ook. Je zult mij niet in een grote retailketen vinden, sinds ik weet wat er allemaal misgaat in de kledingindustrie.”

De van oorsprong Zeeuwse onderneemster werkte jarenlang als projectleider IT- en dataprojecten voor openbaar vervoersbedrijven. Maar altijd bleef het kriebelen. „Ik ben op mijn 16e in Ethiopië geweest waar ik me verdiepte in het effect van microkredieten voor kleine ondernemers. Daar is mijn droom ontstaan om iets te doen met duurzaamheid en eerlijke handel.”

Wat precies wist ze lange tijd niet. Ter voorbereiding op een toekomst in de fairtrade industrie gaat ze aan het hbo de internationale landbouwopleiding ”rural development and innovation” doen, de enige opleiding die toen iets met eerlijke handel deed. „Al ging mijn hart niet sneller kloppen van maïs, bonen en cacao.”

Pas als ze al in de openbaar vervoerssector aan het werk is, wordt ze aan het denken gezet over de kledingindustrie. „Ik vind kleding een ontzettend leuk product. Maar ik realiseerde me door alles wat ik las en hoorde dat het een bizarre industrie is. Ik wilde hierin graag verschil maken. Zo viel alles samen.”

Ze koopt sinds haar studententijd al zo veel mogelijk fairtrade kleding. Maar het aanbod viel tegen. „Het was toen nog heel basic en met veel geitenwollensokkenproducten die ook nog behoorlijk duur waren. Daarom had ik het idee om een vrouwelijke stijl te ontwikkelen tegen een betaalbaardere prijs.”

Ze legt zichzelf een uitdaging op: 150 zelfontworpen jurkjes op een eerlijke manier produceren en verkopen voor 50 euro. „Omdat het een challenge was, mocht er van alles misgaan. Er zaten maar weinig risico’s aan. Er ging dus ook van alles mis. Ik kwam in aanraking met een schimmig bedrijf in India, werd op het verkeerde been gezet door een ondernemer in China en toen ik op bezoek ging bij een kledingfabriek in Italië, ontdekte ik dat die vrijwel alleen illegale Chinese werknemers had, die ook in de fabriek woonden. Ze sliepen op een matrasje, waar een gasbrandertje naast stond om eten op te koken. Toen ik er kritische vragen over stelde, sprak ineens niemand meer Engels. Ik leerde daardoor dat je echt op de fabrieksvloer moet komen om te zien hoe het eraan toe gaat. Anders is de regie snel zoek.”

Schimmig

Uiteindelijk ontmoet ze een Nederlandse ondernemer die eigenaar is van een kledingfabriek in Turkije. Omdat het contact met deze man goed voelt, besluit ze haar jurkjes in deze fabriek te laten produceren. Eerlijk gemaakt, dat weet ze zeker. „Alleen waren de stoffen die ik gebruikt had minder duurzaam, bleek achteraf. Ik was zo gefocust op een eerlijk proces, dat ik er niet voldoende bij stilgestaan had dat er ook nog van alles mis kan gaan bij het maken van de stoffen. In India hebben sommige rivieren elk seizoen een andere tint, afhankelijk van de modekleuren. Veel chemische troep die bij het maken van de stoffen over is, wordt daar gewoon in de natuur gedumpt.”

De jurkjes komen er uiteindelijk en worden allemaal verkocht. „Op gunfactor, dankzij familie en vrienden. Mijn omgeving vond het leuk wat ik deed. Ik kwam laatst weer iemand tegen die het jurkje droeg. Dat vind ik zo leuk. Ik ben dankbaar voor die eerste klanten, die mij steunden toen ik nog niet eens een officieel bedrijf had.”

De challenge smaakt naar meer. Ze besluit verder te gaan met het ontwerpen van duurzame mode en richt samen met haar man Antonie het merk Common & Sense op.

Een tijdje ontwerpt ze kleding naast haar baan. Maar dat wordt te druk. Dus zegt ze in 2020 haar werk op. Hun spaargeld stoppen ze in het opzetten van de onderneming.

Balans

Inmiddels zijn Janine en Antonie twee jaar verder. Cruciale jaren, zegt ze. „De eerste drie jaar heb je nodig om te ontdekken of je concept levensvatbaar is. We moeten nu alleen nog een beetje groeien om stabieler te worden.”

Het team is uitgebreid met twee medewerkers klantsupport en een modeontwerpster. Janine en haar collega-ontwerpster zijn vrijwel doorlopend bezig met het samenstellen van nieuwe kledingstukken. De productie loopt namelijk het hele jaar door, in kleine hoeveelheden. Want aan fast fashion (kleding die zo goedkoop en snel mogelijk in de winkel ligt, red.) doen ze niet.

Ze werken nu ook met vaste kledingfabrieken. Die staan niet in Turkije, maar in Portugal. „Portugal is een van de weinige Europese landen die nog een complete kledingindustrie heeft. Op een gegeven moment hebben Antonie en ik ons daarom twee maanden in Portugal gevestigd om te netwerken en contacten op te bouwen. Inmiddels liggen de eerste made-in-Portugal-kledingstukken klaar.”

In april worden waarschijnlijk de nieuwste items geleverd. Daar kan ze erg naar uitzien. „We hebben hard gewerkt aan de ontwerpen en hebben voor het eerst ook onze eigen stof laten maken.”

Hoe ze dat doet, kleding ontwerpen terwijl ze daar geen opleiding heeft gevolgd? „Ik ben creatief, kan naaien en al doende leer je. Bij de eerste productie werkte ik samen met de patronenmaker van de fabriek. Nu doen we dat nog steeds, al hebben we inmiddels dus ook een modeontwerpster in dienst.”

Creperen

Het is veel werk, het runnen van een eigen onderneming. Met een lach: „Als ik bij de start had geweten wat ik nu wist, was ik er niet aan begonnen. Er gaan zo veel uren in zitten. De eerste jaren heb ik voor niets gewerkt.”

Toch blijft ze gemotiveerd. Vooral omdat ze weet dat ze echt verschil kan maken. „Er is zo veel mis in de kledingindustrie. Dat heeft een enorme impact op de levens van veel mensen. Moet een kledingstuk hier goedkoop in de winkel liggen, dan kan het bijna niet anders dan dat de fabriek haar werknemers vrijwel niets betaalt. Voor een simpel shirt moet katoen worden geplukt, gewassen en gebleekt. Er moeten garen gesponnen worden, waarna die wordt geweven tot stof. De stof moet vervolgens worden geverfd of bedrukt en volgens een bepaald patroon worden genaaid. Daarna wordt het shirt gewassen, gestreken en ingepakt. Dan kan het toch niet voor een paar euro hier in de winkel liggen? Hoeveel mensen moeten daarvoor creperen?”

Wat haar ook frustreert is het gebrek aan respect voor al die mannen en vrouwen die elke dag achter hun naaimachines zitten. „Hoe langer ik in deze wereld zit, hoe erger ik het vind dat kleding als wegwerpproduct wordt behandeld. Het maken van kleding is geen robotwerk, maar handwerk. Kleding moet weer iets worden wat we met aandacht kopen. Het is zo zinloos om iets moois waar zo veel werk in zit zo te grabbel te gooien. Dat motiveert me om mooie, duurzame kleding te maken. Ik zie het als mijn taak om bij te dragen aan meer rechtvaardigheid in de wereld.”

Twist

Haar eigen bedrijf groeit inmiddels gestaag. Waar ze het meest van houdt? Van de contacten met de klanten, zegt ze zonder twijfel. „Die maken je bedrijf.”

Ze is net terug van een werkbezoek in Portugal en Polen, waar ze fabrieken en naaiateliers bezocht. Ook daar kan ze erg van genieten. Zoals die fabrikant in Portugal, die altijd zo serieus probeert over te komen maar het niet kan laten om met allerlei grappen te strooien. Of neem dat naaiatelier in Polen, waar ze per ongeluk op stuitten. De naaisters hebben er allemaal een enorme passie voor hun werk.

En dan het kleding maken. „Dat is een heel leuk, creatief proces. Vaak werken we met thema’s. Binnenkort komt onze kleding uit met als thema ”wedding guest”. Klassieke pasvormen met een leuke twist.” En voor een breed publiek, want haar klanten komen uit alle lagen van de maatschappij.

Of ze haar eigen kleding vaak draagt? „Sommige stukken heel vaak. Daar woon ik bijna in. Maar af en toe neem ik ook een pauze van mijn eigen kleding. Want anders ben ik tijdens het dragen voortdurend bezig met hoe het zit en waar ik het nog kan verbeteren. Ik ben een beetje een controlfreak.”

Haar kleding wordt nu voornamelijk online verkocht. Komen er in de toekomst traditionele verkooppunten bij? Janine heeft haar aarzelingen. „Ik heb het nog niet helemaal uitgedacht, maar ik geloof niet meer zo in het huidige retailsysteem. Juist het gebrek aan verkooppunten maakt dat onze producten redelijk betaalbaar zijn. En het valt bij ons alles mee wat er retour komt. Wat dat betreft heb ik een gouden klantenkring.”

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Auteur

Jacomijn Ariakhah

Volg ons lifestyle platform op instagram.