In open bakken krioelen ze door elkaar, wachtend op een handvol vers gras. Rond de 200.000 sprinkhanen leveren maandelijks 200 kilo voedsel. Boordevol eiwitten, vitamines en mineralen, en geschikt voor burgers, loempia’s en gehakt. Kweker Eysbrand Rozendaal uit Nieuw-Lekkerland gelooft in sprinkhanen als voedsel. „Maar er gaat nog wel een generatie overheen voordat dit breed wordt geaccepteerd.”
De zeecontainer staat achter een boerderij aan de Lekdijk. Aan de rand van de uitgestrekte polder. Binnen hangt de geur van vers gras. Geen wonder, want de groene sprietjes worden vier tot vijf keer per dag aangevoerd. De vraatzucht van sprinkhanen is niet voor niets spreekwoordelijk. Europese treksprinkhanen zijn bruin, niet te verwarren met de felgroene sprinkhanen in Nederland. Die zijn niet geschikt voor consumptie.
Bouwkundig tekenaar Roozendaal (40) en zijn compagnon, hydraulic engineer Peter Stam (41), beginnen en eindigen de dag in hun kwekerij met de naam JOY Bugs, vrolijke insecten. „’s Ochtends om zes uur zijn we er en ’s avonds rond elf uur nog eens”, zegt Rozendaal. Overdag verzorgen enkele parttimers de honderdduizenden insecten.
In de container is het warm. De temperatuur wordt doorlopend op circa 35 graden gehouden, met een luchtvochtigheid van 35 procent. De rijen bakken staan achter elkaar, zowel links als rechts. Van de kraamkamer met eitjes via zogenaamde nimfen tot een bassin met bijna volwassen sprinkhanen. Ze doen geen vluchtpoging, want ze bezitten tijdens de kweekperiode nog geen vleugels.
Sprinkhanen kweken. Hoe komen jullie op het idee?
„Acht jaar geleden kwam het gebruik van insecten als oplossing voor de voedseltekorten breder in de media. Peter heeft geruime tijd op een boerderij in Ethiopië gewerkt, en met een vriendengroepje zijn we er ons in gaan verdiepen. Aanvankelijk waren we met z’n drieën, later zijn Peter en ik samen doorgegaan. We konden deze container laten plaatsen achter de boerderij van mijn schoonouders. Sinds een jaar of twee leveren we sprinkhanen die in voedingsproducten kunnen worden verwerkt.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 5, 3 december 2024). Een los nummer is te koop in onze shop.
beeld: Cees van der Wal
Smaakt Terdege naar meer?
En wil je de andere artikelen ook graag lezen?