Schilder Floor Oskam weet zich door God uit de goot getrokken

Floor Oskam weet zich door God uit de goot getrokken

Floor Oskam_ kunstschilder Woudenberg  - Foto Niek Stam-07463 site

De levensweg van huisschilder Floor Oskam kende scherpe krommingen. Vanuit een oud gereformeerd gezin trok hij de wereld in om het echte leven te ontdekken. Als kunstenaar. Het bracht niet wat hij ervan verwachtte. „Mijn verlangen is nu om voor God te leven.”

De voordeur van huize Oskam verraadt het beroep van de bewoner. Floor Oskam (59), huisschilder en voormalig kunstenaar, bracht er een Engelse roos op aan. Binnen doet de woning aan een klein museum denken. Zijn vrouw houdt van vintage, Floor voert haar creatieve ideeën uit.

De inwoner van Woudenberg groeide op in een oud gereformeerd gezin met negen kinderen, in Amerongen. „Ik was nummer vijf in de rij. Floris de vijfde.” Ook in het ouderlijk huis was verf een vertrouwd product. „Mijn vader verdiende de kost als schilder op kasteel Amerongen. In de eerste jaren daar begonnen zijn werkdagen met het malen van verf. De verfmolen heb ik nog een keer meegenomen naar de kunstacademie. Hij deed ook het onderhoud van de boerderijen op het landgoed. Ik stond vaak te kijken als hij bezig was. Als zevenjarig jochie zette ik al mijn eerste ruitje. Die kunst had ik van mijn vader afgekeken.”

Het klimaat waarin hij opgroeide, typeert Oskam als streng, in alle opzichten. „We waren ook niet gemakkelijk, moet ik eerlijk zeggen. Vooral de oudere kinderen waren behoorlijk rebels. Later is mijn vader veel milder geworden, zeker nadat hij een paar tia’s had gehad. Mijn moeder was een vriendelijke en gastvrije vrouw. Op woensdagmorgen zat de kamer vol vuilnismannen die bij ons koffie kwamen drinken.”

Afgestompt

Op zondag ging de familie naar de oud gereformeerde gemeente van Leersum, waar ds. E. du Marchie van Voorthuysen predikant was. „Ik vond het een aardige man, maar wel wat wonderlijk. Als je op catechisatie een vraag stelde, zei hij: „Jij bent een klein filosoofje.” Kattenbak, zoals wij catechisatie noemden, was voor ons een verplicht nummer. We leerden de vragen niet, zaten meestal te klieren en probeerden anderen aan het lachen te krijgen.”

Als hij terugblikt, stelt de huisschilder vast dat hij als jong ventje wel diepe indrukken had van de macht van God en de liefde van Jezus. „Bij het ouder worden verdween dat. Ik leefde er overheen en verzette me steeds sterker tegen alles wat met geloof te maken had. Als tiener ging ik boeken van Bakoenin lezen, de grondlegger van het anarchisme. Ik liep rond in een zwarte cape met het anarchistenteken en was tegen alles wat boven me stond. Niemand had wat over mij te zeggen. Ten diepste was het opstand tegen God. De Bijbel gebruikte ik alleen nog om mijn vader te bestrijden met Bijbelteksten. Daarmee heb ik hem veel pijn gedaan.”

Kunstacademie

Na een daverende ruzie verliet hij als achttienjarige het ouderlijk huis. „Ik vond een onderkomen in Amsterdam, later in Utrecht. Daar klopte ik aan bij het JAC, een Jongeren Advies Centrum. Ik werd tijdelijk ondergebracht in een huis voor weglopers, na een paar weken hadden ze een kamer voor me. Ik kreeg een uitkering en werd weer in contact gebracht met mijn ouders. De bedoeling was dat ik in Utrecht de havo zou afmaken, maar daar kwam niets van terecht. Ik zwierf wat rond, van coffeeshop naar coffeeshop. Had ik wat nodig, dan jatte ik het. M’n geweten raakte afgestompt. Als ik helder was, zat ik te tekenen of muziek te maken.”

In navolging van een kunstzinnige zus besloot hij de kunstacademie te gaan volgen. Hoewel hij zijn havodiploma niet had behaald werd hij aangenomen op de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam.

„Ik betrok een bovenkamertje bij het Vondelpark. Eens in de paar weken ging ik naar huis, vooral om het bos op te zoeken. Daar kwam m’n hoofd tot rust.”

Lees het hele artikel in Terdege (nr. 2, 11 oktober 2022).

beeld: Niek Stam

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.