De wolf krijgen we niet meer terug

De wolf krijgen we niet meer terug

MicrosoftTeams-image (62)

Tal van schapen en pony’s werden dit jaar slachtoffer van de wolf. De emoties liepen hoog op. Ook al staat de strenge bescherming ter discussie, het dier gaat voorlopig niet meer weg. Midden tussen de vraatzuchtige wolven loopt op de heide bij Hoog Buurlo een schaapskudde van Staatsbosbeheer. Geen enkel dier liep tot nu toe een schrammetje op. Hoe kan dat?

Een gure wind waait over de Buurlose heide, een uitgestrekt gebied ten zuidwesten van Apeldoorn. In de verte klinkt regelmatig een dof geknal, schietterrein Harskamp is hemelsbreed niet zo ver weg. In de glooiingen van dit heuvelachtig terrein is het monument waarin eens radio Kootwijk was gevestigd, goed zichtbaar. Hotsend en botsend gaat het door het natuurgebied. De vierwielaangedreven Dacia van Staatsbosbeheer trekt zich soepel door de diepe sporen. Zelfs in dit hooggelegen gebied spat de modder soms hoog op na de zware regenval van het najaar.

Plotseling stopt boswachter Laurens Jansen. Op het zanderige middendeel van het pad liggen donkere en harige uitwerpselen. De boswachter stapt uit en onderzoekt ze nauwkeurig. Hij ruikt eraan en roert er met een stokje in. „Alleen botjes van prooien ontbreken, maar voor een hond is dit te groot.” Het bevestigt –naar alle waarschijnlijkheid, alleen onderzoek in het lab geeft zekerheid– de aanwezigheid van de wolf, het dier dat een enigszins mythische uitstraling heeft gekregen en waarover aan veel keukentafels steeds fellere discussies worden gevoerd. We zijn op weg naar de schaapskudde die al verschillende jaren dagelijks over de heide trekt, te midden van een roedel van minstens zes wolven. Aan de randen van het natuurgebied staan waarschuwingsbordjes. Die wijzen bezoekers niet in de eerste plaats op de wolf.

Centraal in de boodschap staat de aanwezigheid van speciale honden, zogenaamde kuddebeschermingsdieren. Karpatische herdershonden, forse beesten met Roemeens bloed. „Verschillende bezoekers weten niets van deze honden. Die kunnen zenuwachtig worden door het gedrag van volwassenen en ook van kinderen. Zeker loslopende honden zijn taboe. In de verte kunnen ze die aanzien voor een wolf. Rustig blijven is het devies.”

Verplaatsbare kraal

Op een van de heuveltjes loopt de kudde, 185 schapen en een groepje Hollandse landgeiten. Afgedwaalde dieren worden snel weer teruggehaald door een waakzaam herdershondje. Hij is niet alleen, want als we de kudde naderen, begint Nora te grommen. Wilfried Buiting, de enige fulltime schaapsherder van Staatsbosbeheer in Nederland, maant de grote beschermingshond tot kalmte. „Gedraag je niet te beweeglijk. Niet zwaaien of wijzen, dan komt het vanzelf goed.” De andere kuddebeschermingshond, Ravi, houdt Buiting aan de lijn. Het jonge dier moet de kneepjes van het vak nog leren. Zeker is dat de forse honden niet beducht zijn voor een wolf. In Roemenië hebben hun voorouders in de bergen geleerd de wolven op afstand te houden wanneer zij zich te goed wilden doen aan een kuddeschaap. In de omgeving van Hoog Buurlo bevinden zich meerdere wolven. „Er zijn er de afgelopen jaren vier geboren.”

De schapen maken gedurende de middag en de nacht gebruik van een kraal, iets verderop. Die kraal is verplaatsbaar, om de hele heide te kunnen begrazen. Eromheen zijn camera’s geplaatst. „Op beelden hebben we één keer vier wolven zien rondlopen.”

De afzetting heeft veel weg van een op de grond geplaatst volleybalnet: 1.20 meter hoog. Op alle, goed geaarde, draden staat een spanning van minimaal 4,5 kilovoltampère. De accu is voorzien van een zonnepaneeltje. Het raster biedt geen gelegenheid om er onderdoor te kruipen.

„De omheining wordt iedere dag even gecontroleerd.” Met de maatregelen is al vier jaar geleden begonnen, weet Jansen. „Toen liep hier een wolvin rond, in vaktermen GW960F. Dat was de eerste in dit gebied. Op camera’s hebben we gezien dat het dier een uur lang tevergeefs bezig was bij de schapen te komen. Overigens is die wolvin nu dood. Dit voorjaar is het dier aangetroffen in een waterpartij. Het was aangereden. Niet ongebruikelijk is dat een gewond dier op haar laatste kracht water opzoekt om dorst te lessen of verkoeling te vinden. Haar plek is vrijwel direct ingenomen door een ander vrouwtje.”

Excursies

De aanschaf van de Karpatische herdershonden blijkt tot op heden een gouden vondst, die steeds vaker door andere schaapsherders met wie Staatsbosbeheer samenwerkt, wordt nagevolgd. Zijn op veel plaatsen kuddes wel aangevallen, op de Buurlose heide bleef dat tot op heden uit. Jansen: „Je moet het natuurlijk afwachten, 100 procent zekerheid heb je nooit. We hebben overdag nooit last gehad. Het is de vraag of dat zo blijft als er een roedel van pakweg twaalf wolven zou rondlopen.”
’s Nachts is dat anders. Zeker toen de wolf zich getalsmatig uitbreidde. „De honden waren ’s ochtends moe van het waken en blaffen”, vertelt Buiting. „Later werd dat minder, ze wennen er ook aan.” Maar datzelfde geldt volgens hem voor de wolven zelf. Als belangrijkste oorzaak van de succesvolle preventie geeft hij de tijdigheid van de maatregelen aan. „Als een rover eenmaal gewend is een prooi te pakken, leer je hem dat niet gemakkelijk meer af.”

De in Buurlo woonachtige herder leerde die les bij het op afstand houden van wilde zwijnen. „Ze wroetten bij mij onder een raster door. Een nieuw raster hielp niet, het herhaalde zich. Ze waren eraan gewend geraakt. Dat kan snel gaan. Uiteindelijk zijn de twee schuldige zwijnen afgeschoten.” Bij wolven werkt het niet anders. „Je moet vanaf het eerste moment aanleren buiten de Natuur kraal te blijven.” Afschrikken is de beste methode. „Anders gaat het mis. Het zit in z’n genen om op een prooi te jagen. Dieren als herten en reeën slaan op de vlucht, maar dat is allang uit de genen van de schapen verdwenen. Die zijn gesocialiseerd en lopen zelfs naar een wolf toe.”

Jansen, die ook als perswoordvoerder van Staatsbosbeheer Midden- Veluwe optreedt, geeft aan de komst van de wolf genuanceerd tegemoet te treden. „Vanuit mijn vak zie ik het dier als een toppredator (een dier dat andere dieren vangt om ze op te eten, AE). Maar ik heb ook gezien wat er kan gebeuren met een groep schapen of pony’s. Dat zijn bepaald geen fijne beelden. Dat moet je voorkomen. Ik denk dat preventie de enige weg is.”

Om de aanpak van Staatsbosbeheer bij de bescherming van de schapen te promoten, verzorgt hij nu ook excursies naar de kudde in Hoog Buurlo. „Daar is veel belangstelling voor. Van boeren, maar ook van politici, bezoekers van dit gebied en tal van anderen.” En passant laat hij zich uit over de gevolgen van de aanwezigheid van de wolf voor de natuur. „Een oud Russisch gezegde stelt dat waar de wolf leeft, het bos groeit.” Hij geeft een voorbeeld. „Op plaatsen waar veel eikels door wild worden opgevreten, gebeurt dat nu minder of niet meer. Herten en zwijnenmijden die plekken en dus gaan eikels kiemen. Dat verandert het bos.”

Heftige aanvallen

Zeker 150 jaar lang was de wolf verdwenen uit Nederland. De laatste werd in 1869 gedood in het Limburgse Schinveld. Maar in 2015 werd er één gezien: het dier zwierf over bedrijventerreinen en door woonwijken in Drenthe en Groningen, om daarna weer te verdwijnen richting Duitsland.
De wolf heeft zich de voorbije jaren in verschillende natuurgebieden gevestigd. Alleen al in de verschil- lende gebieden waarin de Veluwe is onderverdeeld, lopen zeven roedels rond: op de Noordwest-Veluwe, Noord-Veluwe, Noordoost-Veluwe, Midden-Veluwe, Park de Hoge Veluwe, Zuidwest-Veluwe en Zuidoost-Veluwe. Twee andere roedels leven in Midden-Drenthe en in het grensgebied Fryslân- Drenthe-Overijssel.

Individuele dieren zijn al op veel andere plaatsen aangetroffen. Ze kunnen lange tochten maken. Bekend is het voorbeeld het voorbeeld van GW1554M, in België later Billy genoemd. Vanuit Duitsland trekt het dier in 2020 dwars door Nederland, verschalkt schapen in de Achterhoek, Culemborg en op plaatsen in Noord-Brabant. Hij koerst door de Ardennen richting Luxemburg. Het dier passeert bruggen en tunnels en steekt de grens met Frankrijk over. Daar wordt hij gedood.

Angst

De wolf gaat niet meer weg uit Nederland, verwacht Jansen, ook al zouden de regels om te bejagen worden versoepeld. Nu mag bij hogere uitzondering een wolf worden afgeschoten, maar in Brussel gaan stemmen op om dit beleid te versoepelen omdat veel boeren met heftige aanvallen worden geconfronteerd. Voor het nemen van preventieve maatregelen op en rond de boerderij zijn subsidies beschikbaar, maar het beleid verschilt per provincie. In het woud van verschillende regels raken veel eigenaren van landbouwdieren de weg kwijt en worden ondertussen hun schapen gedood. Er is een aparte uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies. Die zijn er voor de subsidies. Koeien, paarden en pony’s uitgesloten, maar ook zij kunnen prooi worden, zo is gebleken.

Recent stuurde burgemeester Ton Heerts van de gemeente Apeldoorn namens elf andere burgemeesters een brandbrief naar de provincie Gelderland. Het aantal maatregelen om tot preventie te komen, kan wellicht nog opgeschroefd worden, denkt Heerts. De burgemeester doelt daarmee op zowel werende maatregelen als beheersmaatregelen, waarmee bijvoorbeeld over de hoogte van wolfwerende hekken beslist kan worden. In de brief wordt gesproken van beelden van naar school fietsende kinderen die de wolf tegenkomen. Jansen, die benadrukt dat Staatsbosbeheer buiten de discussies wil blijven, begrijpt hun gevoelens. „Die angst zat er in Duitsland aanvankelijk ook diep in. De beelden die mensen zien van gedode prooien verergeren hun zorgen. Er zijn vanuit het verleden enkele voorbeelden van hondsdolle wolven.”

De komst van de wolven was in feite onvermijdelijk, geeft hij aan. „Al 23 jaar is er sprake van voorplanting in de wolf in grote delen van Duitsland. Er zijn daar ontzettend veel jongen geboren. Die zoeken hun weg en vinden een territorium.” Vanwege die domeindrift is hij niet bang voor een opeenhoping. „Als er te veel zijn, zoeken zij naar nieuwe gebieden. Tegelijkertijd is het goed om te beseffen dat het dier niet meer zal weggaan. We hebben heel lang niet meer met het roofdier samengeleefd en weten er daardoor ook niet goed raad mee. Dat zal tijd vergen. Zelfs met bejagen lukt het niet meer om het beest te laten verdwijnen. Dan wordt het juist gevaarlijker door rondzwervende jongen. En dan heb je echt een probleem.”

Dit artikel is in het winternummer (12 december) gepubliceerd.

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Ad Ermstrang

Volg ons lifestyle platform op instagram.