„Juist in de weg van Zijn lijden is Jezus als Koning werkzaam”

„Juist in de weg van Zijn lijden is Jezus als Koning werkzaam”

Ds vd Herik- serie Apostolicum- HHK Urk _2_

Het vierde artikel van de Apostolische Geloofsbelijdenis heeft volgens ds. P.J.T. van den Herik een centrale plaats in het Apostolicum. „De overdenking van het lijden van Jezus brengt ons ook bij het werk van God de Vader en van God de Heilige Geest.”

Het beroep van de hersteld hervormde gemeente Elim bracht kandidaat P.J.T. van den Herik (31) ruim een jaar geleden naar Urk. Daar dient hij nu als predikant zijn eerste kudde, in de wetenschap dat Gods kerk breder is. Dat besef wordt gevoed door het wekelijks lezen van de Apostolische Geloofsbelijdenis. In de loop der jaren ging die meer betekenen voor de jonge predikant. „Het Apostolicum is niet alleen een uitdrukking van de leer, maar ook echt een belijdenis, die door de Heidelbergse Catechismus terecht wordt verbonden met het waar, zaligmakend geloof.”

Waar hoort de eerste komma in het artikel: „Die geleden heeft onder Pontius Pilatus...?

„In de oudste Latijnse vorm van het Apostolicum worden geen komma’s gebruikt. Waarschijnlijk zijn de woorden ”geleden heeft” later toegevoegd. Met het plaatsen van de komma na het woord ”heeft” in plaats van na ”Pilatus”, wordt volgens dr. A. Sizoo –bekend van zijn vertaling van Calvijns Institutie– een eigen uitleg gegeven aan dit deel van het Apostolicum, vreemd aan de bedoeling van de vroege kerk.

Het naar voren halen van de komma is historisch gezien dus onjuist, maar hoeft theologisch niet verkeerd te zijn. Er is een heel oude prent van Jezus als jongen in de werkplaats van Jozef. Op die prent zie je Hem met een balk op Zijn schouders. De schaduw van de balk wordt op de wand van de werkplaats zichtbaar in de vorm van een kruis. Dat typeert het feit dat het hele leven van Jezus getekend is geweest door het lijden. De Heidelbergse Catechismus doet in zondag 15 aan beide elementen recht. Er wordt aandacht gevraagd voor het lijden van Jezus tijdens Zijn ganse leven op aarde én voor het lijden aan het einde van Zijn leven.”

Waarom wordt in het Apostolicum juist Pilatus zo expliciet genoemd?

„Niet alleen in deze geloofsbelijdenis is dat het geval. In de Schrift zelf komt zijn naam 54 keer voor. Er zijn twee redenen voor te geven. In de eerste plaats wordt hiermee duidelijk dat Jezus niet in het verborgene is gedood. Hij is officieel door een Romeinse rechter ter dood veroordeeld. Niemand kan dat ontkennen. Daarom zegt Paulus later tegen koning Agrippa dat het niet in een hoek is geschied.

De tweede reden –daarop legt de Heidelbergse Catechismus de nadruk– is de lijn die er loopt tussen het oordeel van Pilatus als aardse rechter en het oordeel van God als hemelse rechter over de zondeschuld. Pilatus’ veroordeling van een onschuldige was totaal verkeerd, maar het vonnis dat hij als bekleder van Gods recht op aarde uitsprak, was in dit licht juist. Hij deed het naar de bepaalde raad en voorkennis Gods, zoals Petrus in zijn bekende rede van Handelingen 2 zegt.”

Welke conclusie verbindt u aan het feit dat Pilatus Jezus onschuldig verklaarde?

„Pilatus heeft heel goed gezien dat er geen schuld ín Jezus was. Hij zag echter niet dat de schuld door God wel óp Hem was gelegd. Dat is het grote wonder van de plaatsvervanging. Dit element moeten wij vasthouden, ook als tegenwoordig in het spreken over het lijden van Jezus vaak wordt benadrukt dat Hij naast ons staat in ons lijden. Hij is inderdaad ook de medelijdende Hogepriester, maar dat kon Hij alleen worden in de weg van Zijn middelaarschap. De plaatsvervanging dient als de kern van het Evangelie centraal te blijven staan.”

Wat heeft de beschuldiging die Pilatus aan Jezus’ kruis liet bevestigen, ons te zeggen?

„Laten we eerst bedenken wat het betekende voor de Zaligmaker Zelf. De Koning van hemel en aarde werd bespot als een oproerkraaier die tevergeefs naar de macht had gegrepen. „Jezus, de Nazarener, de koning der Joden.” Dat stond er in drie talen: het Hebreeuws, het Grieks en het Latijn. De taal van de godsdienst, de taal van de cultuur en de taal van het recht.

Tegelijk ligt er in die bespotting een diepe waarheid. Juist in de weg van Zijn lijden is Jezus als Koning werkzaam, om een volk dat gevangen is in de slavernij van de zonde tot Zijn onderdanen te maken. Zo is alles wat aan Hem is gans begeerlijk.”

Dit geloofsartikel lijkt bij Jezus’ lijden vooral aan het lichamelijk lijden te denken.

„Met de catechismus zou ik willen zeggen dat Hij naar ziel en lichaam beide heeft geleden. Onder de laster, de spot, de eenzaamheid, het nachtelijk verhoor, de geseling en de pijn aan het kruis, maar vooral onder de ondeelbare last van de toorn van God tegen de zonde. Dat maakte Zijn lijden uniek. Dit kan van geen ander lijden op aarde worden gezegd. God de Vader gaf Zijn Zoon tot een losprijs voor velen. Zo is Hij een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden.”

Zou een andere dood dan de kruisdood daarvoor ook toereikend zijn geweest?

„Belangrijk is wat het Woord hierover zegt. De kruisdood was bij de Joden geen gebruikelijke doodstraf. Zij kenden wel de dood door steniging en door onthoofding. We kunnen ons voorstellen dat er in beide gevallen beenderen gebroken werden, terwijl de Schrift zegt dat van het Paaslam geen been gebroken mocht worden. Ook zegt de Schrift dat zij zullen zien in Welken zij gestoken hebben. Deze tekst is vervuld toen de zijde van Jezus door een soldaat werd doorstoken met een speer.

De Joden kenden ook de dood door verbranding of door ophanging. Dan vloeit er geen bloed, terwijl de Schrift zegt dat zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt. Er is nog een belangrijke reden voor de kruisdood te noemen; de Heidelbergse Catechismus wijst daarop in zondag 15. Door de kruisdood ben ik zeker dat Christus de vervloeking die op mij lag, op Zich geladen heeft; dewijl de dood des kruises van God vervloekt was.”

Welke betekenis kent u toe aan Jezus’ begrafenis in het graf van een rijke?

„Ook de begrafenis is een trap van Zijn vernedering. Tegelijk zien we daarin al iets van Zijn verhoging. We lezen dat Pilatus het lichaam van Jezus aan Jozef van Arimathea schónk. Dit schenken was volgens het Griekse grondwoord een rechterlijk geven. Er was namelijk een Romeinse wet die het mogelijk maakte dat nabestaanden het lichaam kregen, mits was vastgesteld dat de gekruisigde was gestorven. De uitspraak van Pilatus is dus een duidelijk bewijs dat de straf aan Jezus is volvoerd. Zo loopt er al een lijn naar Pasen. Dat geldt ook voor het begraven worden van Jezus in het graf van een rijke. Het wijst heen naar de glorie die Hem wacht.”

Hoe moet de dood van de gelovige worden gezien?

„Niet als betaling voor de zonde, zegt zondag 16 van onze catechismus, maar als het afsterven van de zonde en een doorgang tot het eeuwige leven. Voor Gods kind is de dood ten diepste geen dood meer. Met de laatste snik sterft de oude mens. Dan is het zondeleven ten einde en dan is ook strijd tussen vlees en geest voorbij. Daar kun je weleens hartelijk naar verlangen.”

Is het in dit licht terecht om de dood de laatste vijand van een christen te noemen?

„In 1 Korinthe 15 noemt Paulus de dood de laatste vijand die door Christus wordt tenietgedaan. Als zodanig is hij ook mijn vijand, want al Christus’ vijanden zijn de mijne, maar laten we deze tekst niet in mindering brengen op de rijkdom van Pasen. Door de opstanding van Jezus heeft de dood zijn prikkel verloren. Het sterven van de oprecht gelovige is een ontbonden worden en met Christus zijn. Zo spreekt Paulus over het sterven.

Dat neemt niet weg dat er ook bij gelovigen angst voor het sterven kan zijn. Of angst voor wat er na het sterven volgt, vanuit aanvechting over het persoonlijk aandeel aan Christus. Als je uitsluitend op jezelf ziet, blijf je een zondaar die de verdoemenis verdient. Nodig is dat we de blik buiten onszelf slaan. Octavius Winslow schrijft in zijn boekje over Psalm 130 dat Gods werk ín ons wel noodzakelijk is, maar nooit het fundament van de hoop kan zijn. Dat ligt in het werk van Christus vóór ons.”

Wat verstaat u onder het ”nedergedaald ter helle”?

„Met onder anderen Calvijn en de opstellers van de Heidelbergse Catechismus voel ik mij thuis bij de opvatting dat deze nederdaling wijst op de helse aanvechting en smart tijdens de drie uren van duisternis aan het kruis op Golgotha. De Westminster Confessie legt de nederdaling ter helle uit als Jezus’ verblijf in het graf, chronologisch bezien een begrijpelijke keuze. Daartegenover kan worden gezegd dat dit deel van het Apostolicum spreekt over de trappen van de vernedering van Jezus. Of daarbij sprake is van een strikt chronologische volgorde, betwijfel ik. Trappen kunnen ook wijzen op een graad. In die zin is de nederdaling ter helle de diepste trap van Zijn vernedering. Het Hebreeuwse woord voor graf of hel wordt soms ook gebruikt voor grote angst. Denk aan Psalm 86, waarin David zegt dat God zijn ziel uit het onderste van het graf heeft gerukt. Daarmee bedoelt hij niet dat hij letterlijk in het graf of de hel is geweest.”

Kun je zeggen dat dit artikel de kern van het Apostolicum vormt?

„Het lijden en sterven van Jezus neemt in het Apostolicum terecht een heel centrale plaats in. Jezus kwam naar deze wereld om in gehoorzaamheid aan Zijn Vader Zijn ziel te stellen tot een schuldoffer. Zo heeft heel Zijn weg van vernedering en verhoging een heilrijke betekenis voor allen die door een waar geloof aan Hem verbonden zijn. In 1 Korinthe 2 noemt de apostel Jezus Christus en Dien gekruisigd de kern van zijn prediking. Daarmee verliest Paulus Zijn verhoging niet uit het oog. De kruisiging heeft namelijk alles te maken met de verhoging van de Heere Jezus. Als de opgestane Levensvorst toonde Hij aan Zijn discipelen de tekenen in Zijn handen en Zijn voeten. Zo is Hij opgevaren ten hemel, met doorboorde en zegenende handen. En zo ziet Johannes Hem in de Openbaring, als het Lam staande als geslacht.

Juist omdat Hij als de gekruisigde Christus opstond uit de doden, is duidelijk geworden dat Hij niet als misdadiger stierf. In Zijn lijden en sterven aan het kruis ligt een kracht tot verzoening en vernieuwing. Zo krijgt elk heilsfeit een blijvende betekenis in het geestelijke leven, hoe langer hoe meer. De overdenking van het lijden van Jezus brengt ons ook bij het werk van God de Vader en van God de Heilige Geest, die deze Jezus persoonlijk doet kennen en omhelzen door een waar geloof. Het werk van de drie-enige God is nodig om een zondaar te verlossen van het verderf. En daarom zal eenmaal de drie-enige God eeuwig de lof, de eer en de aanbidding ontvangen.”

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.