De zorg voor man en dochtertjes, van wie de jongste het syndroom van Down heeft, combineert Hanneke Mauritz met haar advocatenkantoor. Bevlogen en nuchter. „Ik doe ook maar gewoon mijn ding.”
Vanuit haar sfeervolle kantoor –gele wanden, grijze vloer, witte stoelen met oranje bekleding op de zitting– kijkt mr. Hanneke Mauritz (42) zo het vrije veld in. Het raam aan de voorzijde heeft iets van een levend schilderij, met als vaste elementen weiland, twee boerderijen en een rij bomen. Halverwege het gesprek strijkt een koppel meeuwen in het grasland neer. „Vraag me niet wat ze daar zoeken”, lacht de advocate. „Ik ben geen kenner van de natuur.”
Ze kan er wel van genieten. „Door dit zijraam zie ik soms vogeltjes aan de boom hangen, dat zullen wel boomklevers zijn. De tuin zit zo nu en dan vol met rivierkreeften.”
Het is helemaal genieten als de boeren in het voorjaar voor het eerst het vee naar buiten doen. „Daar blijf ik zo mogelijk voor thuis. Het is echt prachtig als je die koeien het weiland in ziet rennen.”
Burgemeesterswoning
Ruim zes jaar terug kwam ze met echtgenoot Simon en dochtertjes Cato en Noortje naar deze plek: de buurtschap Rietveld, net buiten Woerden. Van 1817 tot 1964 was Rietveld een zelfstandige gemeente. De burgemeesterswoning uit 1848, ingeklemd tussen de doorgaande weg en de Oude Rijn, bood ook onderdak aan de ouderwetse brandspuit.
„Toen wij dit huis kochten, was het een bouwval. De gemeente had het al jaren in bezit. Omdat hier een brug en een weg zouden komen, werd er niets aan gedaan. Uiteindelijk ging het hele plan niet door. Het pand is verkocht en vervolgens gerenoveerd door Stichting Stadsherstel.”
Het voormalige brandspuithuisje vormde ze om tot kantoor. „Ook ik moet soms brandjes blussen, maar op een andere manier.” Twee originele glas-in-looddeuren scheiden het vertrek van de keuken, die uitzicht biedt op het water. „Het is een heerlijke plek”, erkent de bewoonster.
Identificatiefiguur
Ze groeide op als zesde van de acht in het gezin van Jan Mauritz, vele jaren boegbeeld van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten. „Een hechte, gezellige club. Vaak was er ook nog bezoek over de vloer. Ik trok voornamelijk op met de zus boven me en het zusje onder me.”
In havo 5 wist ze nog steeds niet wat ze wilde. „Op een dag zei mijn vader: „Je gaat nu op deze stoel zitten en komt er niet af voor je weet welke opleiding je gaat volgen.” Voor de grap, maar met een serieuze ondertoon. Het maakte hem niet uit wat we gingen studeren, maar je moest wel iets doen. Uit een beroepskeuzetest kwam naar voren dat iets op het juridische vlak bij mij zou passen. Daarom ben ik de hbo-studie sociaal juridische dienstverlening gaan doen.”
Een jaar lang liep ze stage in het huis van bewaring in Zutphen. „Ik werkte op het ”bureau sociale dienstverlening” en schreef onder meer adviezen op basis van de dossiers en gesprekken met de gedetineerden om wie het ging. Als ze vragen hadden over hun rechten of verlofaanvragen, klopten zij bij ons aan.” Haar visie op het gevangenisvolk veranderde behoorlijk. „Voorheen dacht ik dat criminaliteit een vrije keuze is, maar de werkelijkheid is complexer. De gang van je leven wordt in hoge mate bepaald door de plek waar je wieg staat en de opvoeding die je krijgt. Mijn jeugd was wel even anders dan die van de meeste mannen die ik in Zutphen ontmoette.”
Lees het hele interview met Hanneke Mauritz in Terdege (nr. 15, 9 april 2024).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen