De les van professor Cohen - Terdege

De les van professor Cohen

Weststrate-5-terd-A_edited

De maatschappelijke carrière van dr. Jan Weststrate verliep opvallend voorspoedig. De krachtige roeping tot het ambt zorgde voor een opvallende knik. Nu dient hij als ds. J.A. Weststrate in Gods wijngaard. ”Bij Shell keken we 25 jaar vooruit, bij Baan vijf jaar, bij Rendem één jaar. Als predikant kan ik nog geen seconde vooruitzien."

De sfeervol ingerichte studeerkamer van ds. J.A. Weststrate (54), een verbouwde garage achter de pastorie in Elspeet, is een oase van rust. Ondanks zijn overvolle agenda wekt de predikant van de plaatselijke gereformeerde gemeente in Nederland de indruk alle tijd te hebben. Ontspannen blikt hij terug op zijn zeer gevarieerde loopbaan. De zoon van een Zeeuwse boekhouder was het klassieke voorbeeld van een laatbloeier. Na de mavo stroomde hij door naar de havo. Vervolgens deed hij het atheneum, de opleiding die de weg baande naar de universitaire wereld.

Daar zette hij zich met enkele kameraden in voor de oprichting van studentenvereniging Depositum Custodi. „Het idee is geboren op mijn studentenkamer.” Na afronding van de studies wiskunde en econometrie ging hij door met promotieonderzoek. „Ik had het idee dat ik nog niets wist. Prof. Cohen, de hoogleraar wiskunde bij wie ik afstudeerde, zei tegen me: „Dan ben je heel geschikt voor een promovendusklus.” Ik was zijn laatste student en ben gepromoveerd bij zijn eerste student, dr. Onno Boxma. Die was hoogleraar in Tilburg geworden.”

Het laatste jaar van zijn onderzoek combineerde de jonge wetenschapper met een baan bij het researchcentrum van Shell International, waar hij de inhoud van zijn proefschrift toepaste. Na zijn promotie bleef hij bij Shell werken, tot de directie hem het carrièreplaatje voor de komende 25 jaar toonde. „De bedoeling was dat ik over de wereld zou gaan zwerven. Dat vond ik met een gezin principieel onverantwoord. Laurens van der Tang, een oude vriend van me, vroeg me bij Baan te komen werken. Daar hield ik me bezig met de ontwikkeling van nieuwe technologie.

In die jaren is de Heere in mijn leven gekomen. Hij gebruikte daarvoor een zeer zware griep. Ik meende te moeten sterven en ik kón niet sterven. Als ik mijn leven overzag, was er niets dan schuld. Achter alle geboden stond “vervloekt”. Dat heeft twee jaar geduurd. Toen mocht ik zicht krijgen op het verzoenend bloed van Christus. Met het bewonderen daarvan raak je nooit klaar.”

Zwerver

Zijn eerste avondmaalsgang zal hij niet snel vergeten, mede door wat erop volgde. „De Heere beloofde me dat Hij een onbekende op mijn pad zou brengen met wie ik alles wat had plaatsgevonden zou mogen delen. Het was kerstvakantie, dus ik had wat dagen vrij. Toen mijn vrouw naar Utrecht ging, om voor de kinderen kleding te kopen, besloot ik mee te gaan. Terwijl ik door Utrecht liep, keek ik uit naar iemand van ons soort, maar ik zag er niet een. Tegen vijf uur liep ik moedeloos terug naar Hoog Catharijne, waar we elkaar om zes uur weer zouden ontmoeten. Als deze belofte van de Heere niet waar is, heb ik me dan ook al het andere niet ingebeeld?

Pas toen ik op een stenen bakje ging zitten, zag ik het groepje zwervers tegenover me. Voor ik besefte wat ik deed, vroeg ik aan de man tegenover me: „Joh, wat heeft Kerst voor jou te zeggen gehad?” Hij keek me even aan en antwoordde: „Dat mijn Verlosser is geboren.” Die man had in de Quote 500 gestaan, maar was door allerlei omstandigheden aan lager wal geraakt, tot in de goot van Utrecht. Daar werd hij zondaar voor God en leerde Hij als verdoemelijk zondaar Christus kennen als Zijn Zaligmaker. Het was een onvergetelijke ontmoeting en voor mij een les om minder op basis van het uiterlijk te oordelen. Wat heb ik toen moeten roemen in de trouw en vrijmacht van de Heere.”

Roeping

Door zijn werk bij Shell en Baan leerde de reformatorische it-specialist de wereld buiten Nederland kennen. Ook de kerkelijke wereld. „De ontmoetingen met christenen in andere landen stelden me voor de vraag wat de kern van het christelijk geloof is en wat tot de culturele schil behoort. Zolang gewoonten niet ingaan tegen Gods Woord, moeten we elkaar een stuk vrijheid geven.”

In de periode bij Baan, tijdens een vakantie in Zwitserland, kwam de roeping tot het predikantschap met kracht op hem af. „Vanuit Jeremia 1: „Ik heb u de volken tot een profeet gesteld. Om uit te rukken en af te breken, en te verderven en te verstoren.” Op alle mogelijke manieren probeerde ik onder die last vandaan te komen. Die ging tegen mijn vlees in. Mijn grote passie was het verbeteren en vernieuwen van dingen. Toen de Heere me door Zijn liefde deed buigen voor de roeping, beloofde Hij: „Ook om te bouwen en te planten.”” Het zou nog zeven jaar duren eer de wiskundige een attest aanvroeg bij de kerkenraad van de gereformeerde gemeente in Nederland te Barneveld. In 2002 begon hij onder de paraplu van het Reeborg-groep met de opbouw van Rendem, een nieuw bedrijf voor de ontwikkeling van software voor de retailsector. „Dat heb ik met zeer veel genoegen gedaan, totdat de Heere op de morgen van een biddag op Zijn roeping tot het ambt terugkwam. Zo krachtig dat ik er niet meer onderuit kon. Rendem, dat ik als mijn kindje beschouwde, moest ik loslaten. Dat is gebeurd tijdens een belijdenisdienst in Barneveld. Dominee Roos preekte over de tekst: „Hebt gij Mij liever dan dezen?” Het was of de Heere tegen me zei: „Wat wil je nu, in je eigen bedrijfje blijven werken of in Mijn Koninkrijk?” Er kwam zo veel liefde in mee, dat ik in stilte zei: „Heere, hier ben ik.” Toen ik de dag erna op het kantoor kwam, was Rendem mijn bedrijf niet meer. Ik liep er rond als een kat in een vreemd pakhuis.”

Wandeling

De vrijdag na Hemelvaartsdag liep hij naar de pastorie, om daar te vertellen wat op zijn hart lag. Daarna ging het snel. Op de eerste pinksterdag van 2006 ontving hij van de kerkenraad het attest. Twee dagen later werd hij aangenomen door het curatorium van zijn kerkverband, waarmee een totaal nieuw bestaan begon. In eerste instantie weer dat van student, na jaren van leiding geven.

„Dat was best even wennen. Delegeren was er niet meer bij. Ik werd heel sterk op mezelf teruggeworpen. Ik moest afgebroken worden. Allereerst geestelijk, maar ook als mens. Wie ben ik nou eigenlijk? In die periode besloot ik elke morgen een forse wandeling te gaan maken; dat doe ik nog steeds. Om alles van die dag voor mezelf op een rij te krijgen en de dingen voor de Heere neer te leggen.” De directieleden van de grote supermarktketens met wie hij contact had gehad, stelde hij persoonlijk op de hoogte van de grote verandering in zijn leven, waardoor hij Rendem achter zich liet. „Daar hadden ze voor mijn gevoel recht op. En het bood me de gelegenheid om iets te vertellen over wie God wil zijn voor een zondaar.”

Opleiding

Dominee Mallan verzorgde de opleiding. „Eén-op-één, het eerste jaar twee dagen per week. Alle onderwerpen, van hermeneutiek tot dogmatiek, kwamen langs, in een razend tempo. Ik schreef me de vingers blauw.” Zijn eerste preek hield hij met ds. Mallan als enige toehoorder. „In een tuinstoel zat hij in die grote kerk van Alblasserdam te luisteren. Ik stond voor het eerst op een kansel, want ambtsdrager was ik nooit geweest.”

Een middag in de slotfase van de opleiding besteedde de bejaarde predikant aan het bespreken van preekschetsen voor kerkelijke feestdagen: van Goede Vrijdag tot Pinksteren. „Tegen zes uur zei hij: „We zijn klaar.” Voor die middag, dacht ik, maar dat bedoelde hij niet. „Ik voel dat je opleiding is afgerond.” De nacht erna kreeg hij de hartproblemen die hem voortzetting van het ambtelijke werk onmogelijk maakten. Toen ik hem in het ziekenhuis opzocht, zei hij: „Nu is duidelijk waarom ik je opleiding gisteren moest afronden.” Dat heb ik als heel opmerkelijk ervaren.”

Vanaf de start van de theologische studie probeerde Weststrate zich zo veel mogelijk aan te passen, zonder zich in een keurslijf te laten duwen. „Er waren zelfs mensen die vonden dat ik moest stoppen met e-mailen, terwijl ik jaren de kost had verdiend in de it. Het ligt in mijn aard om in zulke situaties een scherpe opmerking te maken, maar daarmee wordt Gods Naam gelasterd en niet geprezen. Door allerlei vormen van druk en tegenstand hield en houdt de Heere me laag bij de grond. Dat is soms een pijnlijke weg, maar die heb ik nodig. Niet alleen mijn hoorders moeten worden afgebroken, voor mijzelf geldt dat evenzeer. Als de Heere niet getrouw was, kwam er van mij niets terecht.”

Stropdas

Wanneer de predikant uit Elspeet zijn huidige leven vergelijkt met dat van weleer, overheersen de verschillen. „Bij Shell keken we 25 jaar vooruit, bij Baan vijf jaar, bij Rendem één jaar. Als predikant kan ik nog geen seconde vooruitzien. Dat is voor iemand die gewend was om alles te plannen, niet eenvoudig. Elke dag is een les in afhankelijkheid, tegen mijn vlees is.” Dankbaar is hij voor de interculturele ervaring die hij bij Shell en Baan opdeed. „Daardoor was het voor mij niet moeilijk om contact te leggen met de zwarte bevolking, gedurende onze jaren in Zuid-Afrika.” Met zeer grote waardering denkt hij terug aan zijn Joodse leermeester Cohen. „Een man van enorme kennis en gehecht aan stijl. Als je het waagde om bij een mondeling tentamen zonder stropdas te verschijnen, zei hij: „Ga naar huis, je bent naakt.” Wanneer ik over het christelijk geloof begon, was het of er een soort glazen muur tussen ons werd opgetrokken, maar voor het overige hadden we een bijzonder goede relatie. Tot zijn sterven belde hij me elk kwartaal op. Om te horen hoe het met me ging en me zo nodig te adviseren.”

De belangrijkste les die Cohen hem leerde, betrof het onderscheiden van hoofd- en bijzaken. „Toen ik zijn boek over de wachtrijtheorie moest doornemen, begon het me na en paar bladzijden al te duizelen. „Kom eens bij me langs”, adviseerde hij. „Je leert verkeerd.” Tijdens de ontmoeting die volgde, maakte hij me de fundamentele principes achter de door hem ontwikkelde theorie duidelijk. „Die moet je onthouden”, zei hij. „De rest is bijzaak.” Voor theologie geldt in principe hetzelfde. Zo probeer ik ook mijn preken voor te bereiden. Waar gaat het ten diepste om in deze tekst? Ik hoor het Cohen nóg zeggen: „Alleen de hoofdzaken onthouden, Weststrate. Anders raakt je hoofd gevuld met de verkeerde dingen.” Dat overkomt me nog al te gemakkelijk.” Elke keer weer moet de Heere Zelf me duidelijk maken waar het om gaat.”

Welbehagen

De last van het predikantschap kan hem terneerdrukken. „De onderhandelingen met grote retailketens waren soms zwaar, maar besprekingen op het kerkelijk erf zijn vaak nog zwaarder, door ons zoeken van eigen eer. Daar moet ook ik elk moment voor bewaard worden.”

Financiële banden met de zakenwereld heeft hij niet meer. „Dat zou ongezond zijn. Als ik met zakenmensen spreek, vind ik het wel leuk om even over hun werk te praten. Ik vond het ook mooi om te zien hoe mijn zoon vanuit het niets een eigen bedrijf opbouwde. Zo nodig geef ik hem advies, soms met een waarschuwing erbij. Met schaamte moet ik belijden dat het in mijn leven zo vaak om eer en geld draaide. Eer toen ik actief was in de wetenschap, geld toen ik druk was bij Baan en Rendem. Dat geeft scheiding tussen de Heere en je ziel.

Bij mijn afscheid van Rendem zei de man die me toesprak namens het personeel: „U ging altijd voor een grote marge, nu moet u iets gaan verkopen om niet.” Daar denk ik vaak aan terug. Mooier werk dan het predikantschap is er niet. Moeilijker werk evenmin. Hoe kan ik nou werkelijk door mijn woorden en daden tot eer van God zijn? Het is verschrikkelijk als je als dominee een hinderpaal bent voor mensen. Dat besef kan me echt drukken. In mijn vorige leven kon ik alles vrij goed zelf; dat dacht ik tenminste. Wat heeft de Heere veel werk aan me, om te leren afhankelijk te zijn van Hem. Dat hebben we zo nodig. Als ik op de preekstoel de bediening van Gods Geest ervaar, en mijn ogen op de Koning van de Kerk gericht mogen worden, is er geen liever werk dan Christus aanprijzen aan verloren zondaren. Aan het einde van zo’n dienst laat ik graag Psalm 150 zingen. Dan is er geen beter plekje dan de kansel.”

Beeld: Anton Dommerholt

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.