Geborgen

Geborgen

INSTApost-sjabloonnr0514 site

Het was voorwaar geen gemakkelijke tijd voor koning David toen hij mocht belijden dat zijn tijden in Gods hand waren.

Mijn tijden zijn in Uw hand.

Psalm 31:16

Het woord ”tijden” houdt nauw verband met de lastigheden van het leven. Immers, Mozes zegt dat het uitnemendste van dit leven moeite en verdriet is. David heeft daar het nodige van meegekregen. En wie niet? Elk huis heeft zijn kruis, ieder hart kent zijn smart en elke tijd zijn strijd.

Onze tijd is bepaald niet minder bedreigend dan de tijd en omstandigheden waarin David verkeerde. „Red mij van de hand mijner vijanden en van mijn vervolgers.” Wanneer David op zijn handen let, zegt hij als het ware: „O God, laat het toch niet uit de hand lopen, want dan komt het écht verkeerd uit.” Mogelijk denkt u dat bij tijden ook wel wanneer u het kennelijk niet meer in de hand hebt. Echter, de Heere heeft David geleerd niet alleen op zijn eigen handen en op de handen van de vijand te letten, maar gelovig te zien op Gods hand. Daar wekt het Woord ook ons toe op. Om biddend en vertrouwend al onze noden en zorgen in de handen van de Heere te leggen. Zo begint David ook deze psalm: „Op U, o Heere, betrouw ik, laat mij niet beschaamd worden in eeuwigheid.”

Het geloof beschaamt niet. Het ongeloof wel. Wat een kostelijke gedachte die David hier tot uitdrukking brengt. Mijn leven met zijn tijden zijn geborgen in Gods hand. Dag en nacht. Juist in de donkerheid van de nacht klinkt het: „In Uw handen beveel ik mijn geest.” Het avondgebed van David met gevouwen handen en het nachtgebed van Jezus met aan het kruis genagelde handen. Mogen we zo –omwille van Davids zoon en Davids Heere– geborgen zijn in Gods hand?

beeld: Unsplash

Auteur

Ds. J.J. Tanis

Volg ons lifestyle platform op instagram.