Ds. A. Geuze: Mijn vrouw is geen ouderling; zij is dé hulp t

Ds. A. Geuze: Mijn vrouw is geen ouderling; zij is dé hulp tegenover me

Ds. en mevr. Geuze- serie ds en zijn maatje- Gouda- Rena (7)

Het leven in de pastorie is intensief en soms eenzaam. Dat maakt het belang van een goed huwelijk voor predikanten des te groter. Wat betekent hun echtgenote voor hen in de dagelijkse praktijk van het ambtelijke werk? Ds. A. Geuze: „Ik heb een vrouw die heel veel van me houdt, maar ze adoreert me niet.”

Na een verblijf van ruim zeven jaar in het Canadese Chilliwack keerde ds. Geuze in 2018 terug naar het vertrouwde Gouda. Hij betrok er met zijn vrouw de pastorie aan de Achterwillenseweg van de gereformeerde gemeente in Nederland aan de Gerbrandyweg. Van 2007 tot 2011 diende hij dezelfde gemeente.

Hoewel hij verknocht was aan zijn werk met verstandelijk beperkte kinderen, raakte Geuze er tijdens zijn loopbaan in het onderwijs steeds sterker van overtuigd dat God hem riep tot het predikantschap. De innerlijke worsteling die dat gaf, durfde hij aanvankelijk niet te delen met zijn vrouw. „Ik heb een nogal gesloten karakter en zo’n roeping is een uitermate persoonlijke en gevoelige zaak. Bovendien achtte ik mezelf niet bekwaam. Ik ben een man die graag wat op de achtergrond blijft; dat heb ik nóg. Op een gegeven moment werd ik directeur van een school voor speciaal onderwijs, maar het werken met de kinderen hield mijn hart. Dat lag me meer dan vergaderingen leiden. ”Public speaking” is niet iets wat ik uit mezelf zoek, maar de Heere deed mijn hart steeds sterker uitgaan naar het dienen van Hem als predikant.”

Zij: „Nadat jij tot ouderling was verkozen, vroeg een vrouw in de gemeente aan mij: „Loopt jouw man met een roeping?” Dat had ze opgeluisterd in het openbare gebed als je de dienst moest leiden. Ik was een beetje ”shocked” door die vraag, maar ging er wel mee naar huis. Vanaf die dag luisterde ik met andere oren en ging ik begrijpen wat ze bedoelde. Ik durfde je er niet openlijk naar te vragen, maar toen je tijdens een wandeling langs het strand zei dat je me iets moest vertellen, wist ik wat er zou komen. Ik had het voor mezelf al een beetje verwerkt.”

Hij: „Er kwam een moment dat de roeping van de Heere tot Zijn dienst zo krachtig werd dat ik er niet meer over zwijgen kon. Het was een innerlijk vuur dat vanzelf naar buiten kwam. Het verlangen om uit te mogen gaan om Gods Woord te verkondigen, overstijgt dan alle bezwaren. De Heere wilde de roeping op een bijzondere wijze bevestigen. Toch was het nog een hele stap voor me om me te melden bij het curatorium. Mijn vrouw kwam kort daarvoor tot de conclusie dat de roeping waarschijnlijk betrekking had op mijn ambt van ouderling. We hebben toen zelfs nog een eigen huis gekocht, maar diep in mijn hart wist ik dat de Heere me tot een ander werk riep. Dat is ook gebleken.”

Zij: „Warémpel nog geen halfjaar later werd hij aangenomen. Ik was heel verguld met dat huis, dus daar heb ik wel even wat traantjes om gelaten.”

Hij: „Dat kon ik begrijpen.”

Deelde u in deze periode uw innerlijke gevoelens wel met uw vrouw?

„Zeker, zij staat het dichtst bij me. Je bent als man en vrouw een twee-eenheid. We bespreken eigenlijk alles met elkaar, dat hebben we altijd gedaan. Er is tussen ons ook een geestelijke band. Bovendien heeft mijn vrouw vaak een nuchterder kijk op de dingen dan ik, al vergiste ze zich ten aanzien van mijn roeping.”

Zij: „Op de dag dat hij naar het curatorium ging, had ik bronchitis. Voor mijn gevoel was ik extra ziek door de spanning. Toen hij belde om te vertellen dat hij was aangenomen, had ik dubbele gevoelens. Verwarring, verbazing en daaronder toch ook verwondering. Het positieve overheerste, maar je moet het even verwerken als het anders gaat dan je verwachtte.”

Hij: „Die morgen heb ik alles onvoorwaardelijk in de handen van de Heere mogen leggen. Dan ben je het kwijt, al blijft het een spannende dag. Er werden meerdere mensen gehoord en de gesprekken liepen behoorlijk uit. Ik was de laatste. Op een kerkzolder vol boeken zat ik maar te wachten. Toen ik eenmaal voor de broeders zat, gaf de Heere me de rust en opening om in alle eenvoud te vertellen hoe het bij mij vanbinnen lag en wat de Heere in mijn leven had gedaan.”

Zij: „Onze twee oudsten waren intussen getrouwd, we hadden nog vijf kinderen thuis. Twee van onze zoons waren er vast van overtuigd dat pa dominee zou worden. Een andere zoon barstte in huilen uit toen hij het hoorde. Op mijn vraag waarom, antwoordde hij: „Daar heb ik hem niet voor over.” Dat ben ik nooit vergeten. Een dag later zei hij: „Ik heb het geaccepteerd, het is goed.” Dat vond ik zó mooi.”

Lees het hele artikel in Terdege (nr. 10, 1 februari 2022).

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.