Wie leert wildplukken, proeft de smaken van de natuur

Wie leert wildplukken, proeft de smaken van de natuur

spg-Kasteel Groeneveld-Elsje Wildoogst-12

Ja, het is echt waar: overal om ons heen staan eetbare bloemen en planten, en ze kennen nog een rijk smakenpalet ook. „Kijk, hier hebben we de veldzuring, die komt heel veel voor in Nederland”, wijst Elsje Bruijnesteijn op een bruinrode halm. ”Een echte dorstlesser, die een beetje naar citroen smaakt. Probeer maar eens.” Wie meedoet aan een wildplukwandeling leert de natuur met nieuwe ogen zien.

Statig rijst kasteel Groeneveld op aan het eind van een immense bomenrij. Respectabel en imponerend staat het monument in de zichtlijn – en precies zo moest het buitenverblijf in Baarn ook overkomen op de zomergasten die er kwamen. In de achttiende eeuw verbleven hier regenten en kooplieden. Die brachten de zomers door in de natuur voor de nodige rust, ruimte en frisse lucht. En nu, zo veel eeuwen later, staan hier nog dezelfde bomen als toen. Nog steeds kun je hier dezelfde kruiden en plantensoorten plukken als in de tijd dat wildplukken heel gewoon was.

Zullen de regenten en kooplieden het gezien hebben, hoe de vlierbloesem veranderde in vlierbessen, in het warme licht van de zon? Zullen ze geproefd hebben hoe die bessen tot hun recht komen in een compote of champagne? Zullen hun kinderen de weegbree gebruikt hebben, om de venijnige prik van de brandnetel te stelpen? Of gebruikte de kok het om gerechten een frisse smaaktwist te geven? Elsje Bruijnesteijn vertelt er in ieder geval over, op deze zomerse zaterdagmiddag. Ze wijst op eetbare planten en kruiden links en rechts, terwijl ze talloze gerechten opsomt en medicinale werkingen noemt. Hier wandelt iemand met de kennis van een encyclopedie, en daar moet je zuinig op zijn.

Woekeraar

Helemaal uit Drenthe komt ze, Elsje Bruijnesteijn, maar ze rijdt graag naar Baarn om aan groepen mensen de wondere wereld van de eetbare natuur te laten zien. En te laten proeven natuurlijk. „Maar met mate”, haast de gids zich te zeggen. „Want eigenlijk is wildplukken bij de wet verboden in Nederland. Voor eigen gebruik wordt het plukken van kleine beetjes gedoogd, zolang je daarbij van de planten van de rode lijst afblijft.” En die rode lijst is een heel lange lijst, met wel 530 bedreigde soorten. De muurbloem, het klein spiegelklokje en de roggelelie staan erop. Allemaal planten die Elsje vanmiddag niet noemt. Want we proeven alleen van soorten die in overvloed groeien in Nederland. En meer dan eens worden die soorten onkruid genoemd.

Nog voor de ingang van het bos bij kasteel Groeneveld is het al raak. „De Japanse duizendknoop kunnen we niet voorbijlopen”, wijst Elsje Bruijnesteijn. „Het is een enorme woekeraar. Als hij ergens staat, breidt hij alleen maar uit. Op sommige plekken in Nederland vormt dat een bedreiging voor de biodiversiteit. De plant is zo sterk dat hij funderingen van huizen kan aantasten.” Het neemt niet weg dat de culinaire plukster kan genieten van het onkruid. „De jonge stengels van de Japanse duizendknoop zijn eetbaar, ze smaken naar rabarber. In de volksgeneeskunst is het ook een populaire plant omdat er resveratrol inzit. Er wordt gezegd dat dit heilzaam is tegen hartaandoeningen, alzheimer en kanker bijvoorbeeld. Kun je nagaan, zo gezond en zo dichtbij beschikbaar dus.” En dan als een strenge gids: „Maar let op dat je deze woekeraar niet verspreidt. Er is een vervoers- en verkoopverbod in Nederland. Pluk dus alleen wat je in je eigen tuin vindt en gooi het niet op de composthoop.”

Lees het hele artikel in Terdege (nr. 20-21, 20 juni 2023).

beeld: Tineke van der Eems

Lees verder

Lees het hele artikel in Terdege. Nog geen abonnee?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Henrieke Hoogendijk-van Dam

Volg ons lifestyle platform op instagram.