Zeker als je in de puberteit komt, ga je zien dat elke ouder een andere opvoedingsstijl hanteert. De een heeft duidelijke, strakke kaders, de ander is wat vrijer. De een legt veel verantwoordelijkheid bij de jongere, de andere ouder houdt graag wat meer de touwtjes in handen. Er is geen handboek voor ”de beste opvoeding” en de meeste ouders hebben ook geen cursus gevolgd om ”een goede ouder” te zijn, met alle uitdagingen die daarbij horen. Wat een grote invloed heeft, is de opvoeding die die jouw ouders zelf hebben heeft gehad. Je ziet vaak dat gewoonten van generatie op generatie worden doorgegeven. Dus heeft jouw vader een strakke opvoeding gekregen, dan is de kans groot dat hij zijn kinderen ook wat strakker zal opvoeden. Daarnaast heeft de opvoeding die je krijgt ook te maken met wie je zelf bent. Ieder kind heeft iets anders nodig, de een duidelijkheid en grenzen, de ander vrijheid en uitdaging. Grofweg zijn er vier opvoedingsstijlen. Autoritair: de ouder is de baas. Toegeeflijk: het kind krijgt vaak zijn zin. Democratisch: ouders stellen regels, maar met oog voor de behoeften van het kind. Verwaarlozend: geen regels, maar ook geen veiligheid en betrokkenheid. Heb jij soms wat moeite met de opvoedingsstijl van jouw ouders? Ga eens liefdevol en respectvol met hen in gesprek. Geef maar aan wat jij nodig denkt te hebben. Stel jezelf kwetsbaar op. Voor ouders is het soms lastig om aangesproken te worden op hun manier van opvoeden, maar als je dit opbouwend doet, samen zoekt naar wat jij nodig hebt en eerlijk durft te zijn, denk ik dat je samen ver kunt komen. En denk aan Psalm 133: „Waar liefde woont, gebiedt de Heere de zegen.” _Matthijs Voskuil is fotograaf, jongerenwerker en integratief coach. Hij werkt onder andere voor het jongerenplatform BasiC._