Vervolgverhaal Jenthe: Ze zijn er weer

Vervolgverhaal Jenthe: Ze zijn er weer

iStock-668148464_edited

Als ik op de terugreis vanuit Nederland een overnachtingsadres in Beieren zoek, beland ik in Dachau. Even staat de wereld stil. Het hotel waar ik die avond aanklop, blijkt gesloten. De deur van een volgend klein hotel zit eveneens dicht, en ook hier hangt een briefje met een telefoonnummer op de deur...

Nee, geen kamers beschikbaar, zegt de stem aan de andere kant van de lijn. Nou ja, alleen eentje voor werklieden, maar die is niet mooi en het toilet bevindt zich op de gang…

Geeft niks, ik voel er niet veel voor om vanavond nog verder te zoeken. En dus haalt de man de sleutel voor me. Hij spreekt gek Duits, vind ik, en dat vindt hij van mij natuurlijk ook. Als ik het goed begrijp, moet ik in een gebouw op het erf zijn, maar welke deur zijn wapperende hand precies aanwijst, weet ik niet. Na enig zoeken, waarbij ik bijna in een boerenkeuken beland, vind ik de trap die naar mijn kamer leidt.

Even later sta ik in een ruim, gemeubileerd vertrek, enigszins gedateerd en donkerbruin, maar degelijk en schoon. Met mijn gedachten nog bij de barakken even verderop lijkt dit me een ongekende luxe. Op het balkon kijk ik uit over een weiland in de schemering. Aan de bosrand rijzen de silhouetten van oude bomen op. Er is vast hier niet veel veranderd in de afgelopen tachtig jaar. Stond het huis waar ik de nacht doorbreng, hier toen ook al? Wat merkten de bewoners destijds van wat zich afspeelde in het kamp vlakbij?

De volgende morgen eet ik mijn ”Kaiserbrötchen” tussen de werklieden. Een norse gastheer leest de krant en serveert nu en dan koffie. Als hij voor de tweede keer met zijn kan rondgaat, zegt hij tegen niemand in het bijzonder: „Jetzt haben die Israelis wieder ihre eigenen Soldaten erschossen. So etwas glaubt man doch nicht?” Zijn klanten reageren niet, maar eten zwijgend verder. De man neemt zijn krant weer op.

Wat wil hij met z’n opmerking zeggen? Welke rol zouden zijn ouders gehad hebben, in de donkere dagen dat ”die Israeli’s” massaal hier in Dachau opgesloten werden?

Die avond thuis aan tafel vertel ik dat ik in Dachau was. „Ze zijn er weer!” reageert Lindy. „Die mensen, die dat soort dingen willen doen.” Niet-begrijpend kijken we haar aan. „Op de deur van ons lokaal had iemand vanmorgen ”Arbeit macht frei” geschreven”, licht ze toe, „en op een muur achter de tafel van een van de jongens stond een hakenkruis…” „Maar dan moet de school aangifte doen!” zegt Laura geschrokken. Lindy haalt haar schouders op. „Denk niet dat de directeur daar zin in heeft. En de klas maakte zich er vooral druk om dat het hakenkruis verkeerd om stond…”

Jenthe (48) is met haar man Maarten (51) en hun kinderen Jos (21), Laura (19), Lindy (16) en Heidy (15) verhuisd naar de bergen op de grens tussen Oostenrijk en Slovenië, waar het gezin gastenverblijven heeft ingericht in een eeuwenoude boerderij.

Auteur

Jenthe

Volg ons lifestyle platform op instagram.