Echtscheidingsperikelen. Trude Evertse-Van der Meij (38) is er vrijwel wekelijks bij betrokken. Voorheen werkte ze als advocaat, de laatste jaren als juridisch medewerker. Met geheimhouding heeft ze geen moeite. „Als een cliënt op straat me groet, vraagt mijn man weleens wie dat is. Dan mompel ik iets over m’n werk en daar blijft het bij.”
Twee dagen per week is de inwoonster van Katwijk in de weer als juridisch medewerker bij advocatenkantoor Vroegindeweij & De Water. Eerder was ze voor hetzelfde kantoor actief als advocaat. „We hebben nu vier kinderen en het was niet haalbaar om drie dagen of meer buiten de deur werkzaam te zijn. Dan lukt het niet om zaken tot het eind toe af te handelen. Daarom heb ik me laten uitschrijven bij de Orde van Advocaten, maar dat kan zo weer ongedaan worden gemaakt. De toga met mijn naam erin hangt nog steeds aan de kapstok op kantoor. Ik blijf betrokken bij kwesties die meestal met familierecht te maken hebben.”
Vanwaar die interesse?
„Ik had belangstelling voor rechten en heb in Leiden gestudeerd. Daar bestond geen specialisatie in familierecht. Het laatste jaar heb ik een master strafrecht gedaan, omdat ik dicht bij mensen wil staan. Ik was toen al in mijn vrije tijd werkzaam bij dit advocatenkantoor. Het is een niet al te groot kantoor, dat heel breed bezig is. Het was een uitstekende praktische ervaring voor mijn studie, die in feite heel wetenschappelijk was ingericht.
Tijdens het werk merk je pas echt hoe je bepaalde kennis kunt toepassen. Na mijn studie heb ik de beroepsopleiding voor advocaat gevolgd. Aanvankelijk had ik veel te maken met strafrechtzaken, maar tijdens het werk is mijn interesse in familierecht gegroeid.”
Waar hebben we het dan over?
„De meeste zaken waarmee ik te maken heb, zijn echtscheidingen of de gevolgen daarvan. Onenigheid over de alimentatie, de omgangsregeling en de schoolkeuze, vakanties en verhuizingen. Ook raakt mijn werk vaak aan het jeugdrecht, als je te maken hebt met bijvoorbeeld uithuisplaatsingen en ondertoezichtstellingen. Dat is ingrijpend en dan kost het soms wel wat moeite om dat van me af te zetten.
Het familierecht heeft nu echt mijn hart. Ik probeer iets te betekenen voor mensen in een moeilijke periode van hun leven. Het is ook inhoudelijk gelinkt aan de oorspronkelijke betekenis van het woord ”ad vocare”, dat je kunt vertalen als ”iemand erbij roepen”.”
Dus meestal veel ellende?
„Het is natuurlijk een verdrietig terrein. Je hebt met mensen te maken die in een rouwproces zitten en vaak genoeg aan zichzelf hebben. Je staat midden in de gebrokenheid van het leven. Ik probeer er het beste van te maken en het geheel zo veel mogelijk in goede banen te leiden en correcte regelingen te treffen. Zeker als er kinderen zijn, is dat van groot belang.
Ik merk wel dat er de laatste jaren meer aandacht is voor het belang van de kinderen. Hoe het ook gaat, de voormalige partners blijven hun vader en hun moeder. Soms wordt er procedure op procedure gevoerd, maar aan de andere kant tref ik ook ouders die zichzelf wegcijferen als het gaat om het belang van hun kind of kinderen.”
Je bent partijdig. In hoeverre staat dat een sociale opstelling in de weg?
„Je komt natuurlijk op voor de partij die op jou een beroep doet, maar regelingen zoals een ouderschapsplan zijn voor beide partners van belang. Het is vaak een kwestie van veel luisteren en doorvragen. Uit die verhalen moet ik dan filteren wat juridisch relevant is.
Je bent geen hulpverlener. Het komt er soms dichtbij en dan adviseer ik iemand bijvoorbeeld om contact met zijn of haar huisarts te zoeken. De ene cliënt heeft meer tijd nodig dan de andere. Er zijn er die voor elk wissewasje aan de lijn hangen. We proberen in eerste instantie altijd om tafel te gaan. Dat gebeurt dus ook regelmatig. Uiteindelijk is dat het meest ideaal, omdat partijen gezamenlijk hun keuzes kunnen maken en het niet de rechter is die een beslissing neemt.”
Helpen jullie iedereen?
„We wijzen in principe niemand af. De sociale advocatuur helpt ook die groep die in verband met het inkomen en vermogen recht heeft op gesubsidieerde rechtsbijstand, al levert dat financieel minder op. Ik deel dat uitgangspunt en vind het belangrijk dat iedereen toegang heeft tot het recht. Er zijn advocatenkantoren die dit van de hand wijzen.”
Neem je al die narigheid niet mee naar huis?
„Nee, ik kan alles relatief gemakkelijk van me afzetten. Ik heb geen emotionele band met cliënten. Er blijft een zekere afstand. Eenmaal thuis ben ik extra blij met mijn man en de kinderen.
Wel merk ik dat mijn werk invloed heeft op de wijze waarop ik omga met tal van zaken. Jij denkt in problemen, zegt mijn man weleens. Ik wil bij bepaalde kwesties altijd weten wie er‘schuldig’ is. Glimlachend: een beetje beroepsdeformatie, denk ik.”
Spreek je er inhoudelijk met je man over?
„Nee, vertrouwelijkheid is een vereiste om goed je werk te kunnen doen. Dat beloof je voordat je eraan begint. Het is een grondbeginsel, anders kunnen cliënten niet alles met je delen. Met de advocaten op kantoor kan ik wel van gedachten wisselen, dat geldt natuurlijk ook in andere zaken, zoals bijvoorbeeld in het strafrecht.”
In Katwijk kennen veel mensen elkaar. Levert dat problemen op?
„Veel van onze cliënten komen uit de omgeving, uit Leiden of de regio Den Haag. Het gebeurt weleens dat we als gezin door het dorp lopen en een cliënt tegenkomen. De een zegt gedag, de ander kijkt voor zich uit. Als iemand me groet, vraagt mijn man weleens wie dat is. Dan mompel ik iets over m’n werk en daar blijft het bij. Als er bijvoorbeeld op een verjaardag gesproken wordt over een zaak waar ik meer van weet, houd ik gewoon mijn mond. Zo makkelijk is het.”
Zijn er zaken waar je moeite meehebt?
„Waar ik persoonlijk moeite mee zou kunnen hebben, zijn zedenzaken waar kinderen bij betrokken zijn. Maar dan heb ik het over het strafrecht. Al ligt het er ook wel weer aan wat voor zaak het precies is. Waar wordt iemand van verdacht? Bovendien kan er sprake zijn van een valse aangifte. Een verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen.”
Wat is het belangrijkste verschil tussen familie-en strafrecht?
„Mensen spreken weleens van een advocatengeweten, maar bij strafzaken verdedig jeniet dedaad, maar de verdachte. In het familierecht gaat het om onderlinge verhoudingen. Met zaken die te maken hebben met verwanten, relaties enkinderen. Net zoals in het strafrecht zit er vaak een heel verhaal aan vast. In alle gevallen geldt dat je als christen moet oppassen ommensen teveroordelen. Je moet ervoor bewaard blijven, denk ik vaak.”
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen