Er zijn kinderen die al jong een vechtscheiding van de ouders moeten zien te overleven. Of ze worden gepest op school. We kunnen tal van kleine en grote beschadigingen opnoemen die ons voor het leven tekenen.
Soms zijn het klap-boem-beschadigingen. Letterlijk: een verkeersongeval. Iemand in beschonken toestand rijdt je op straat aan. Zo’n klap kan iets in lichaam en psyche kapot maken.
Soms zijn het sluipende beschadigingen. Een kind wordt thuis emotioneel verwaarloosd. Langzaam maar zeker wordt het basisvertrouwen van dat kind ondergraven, hoewel het genoeg te eten en te drinken krijgt.
Een beschadiging is een verwonding, een kwetsuur. Mensen worden letterlijk gekwetst, in hun lichaam en waarschijnlijk nog vaker in hun ziel. Een verwonding heet in het Grieks: trauma.
In de hulpverlening wordt die term meestal gebruikt wanneer iemand na een schokkende gebeurtenis blijft steken in gevoelens van verdriet, angst, woede, verloren zelfvertrouwen of eenzaamheid. Ik denk in deze tekst echter ook aan de sluipende traumatisering.
Als je erachter komt dat er sprake is van een trauma, bij jezelf, een leerling, een student, een collega of gemeentelid, wat doe je daar dan mee?
Ik geef enige aanwijzingen door het aan de slag gaan met een trauma te vergelijken met gewone wondzorg.
- De term ”traumaverwerking” gebruik ik liever niet. Afval verwerk je. De troep is dan letterlijk afgevoerd en verbrand. Zo gemakkelijk gaat dat niet bij een trauma. Misschien gaat dat wel nooit weg. Ik heb het daarom over traumaverzorging. Een wond moet je met liefde en zorg behandelen.
- De meeste lichamelijke wonden genezen vanzelf. Je hoeft er, op wat jodium na, geen aandacht aan te schenken. Wanneer ga je een wond toch behandelen? Als die groot is of als het genezingsproces maar niet opschiet of er zelfs ontstekingen ontstaan. De wond blijft zeuren. Het vreemde is dat mensen bij een wond in hun lichaam (al is het soms met enige aandrang) wel naar de dokter gaan, maar dat ze bij psychische trauma’s de neiging hebben om de verwonding niet serieus te nemen. Ik zeg stellig: ook een psychisch trauma moet je goed verzorgen, want anders gaat ook dat etteren.
- Je moet een trauma dus niet ontkennen, wegpraten, onderdrukken. Je kunt toneelspelen en doen alsof het goed met je gaat. Je kunt wegvluchten in verslavingsgedrag. Je kunt denken dat je het moederziel alleen kunt oplossen. Je kunt het ook nog opnemen voor de dader(s) en je trauma op die manier kleineren. Erken dat je gewond bent. Het had niet moeten gebeuren, maar nu mag je je pijn voelen en erover praten.
- Haastig pleisters plakken op een wond heeft geen zin. De wond moet eerst goed verzorgd worden. Je weet het: jodium maakt de pijn eerst zelfs nog een beetje erger! Als je een traumatische relatiebreuk achter de rug hebt, zijn er verschillende pleisters voorhanden, waaronder een fantastische nieuwe relatie. Je voelt je pijn niet meer. Zo lijkt het. Vergeet het maar dat dat een succes wordt. Onder de pleister schrijnt de beschadiging.
- Een wond behandelen kun je vaak zelf. Als dat je niet goed afgaat –hoe moet je een wond op je rug verzorgen?– vraag je hulp van iemand uit je omgeving. Als die samen met jou tot de conclusie komt dat dit te erg is, klop je aan bij een professional. Het zou zelfs kunnen dat er een stevige ingreep –operatie, behandeling, ziekenhuisopname– nodig is. Trek daar maar tijd voor uit! Bij een psychische verwonding is het niet anders.
- Een lichamelijke wond kan aan de oppervlakte genezen, waarbij de vuile boel eronder aanwezig blijft. Een goede dokter trekt de ogenschijnlijk genezen huid weer open. Een wond moet van binnenuit genezen. Bij een psychisch trauma kan iemand ogenschijnlijk goed functioneren, terwijl onder de oppervlakte de pijn blijft zitten. Opentrekken, die wond! („,Au, ik dacht dat het alweer goed ging met mij…!’)
- Bij sommige wonden duurt het lang voor ze genezen. Vaak blijft bij er een litteken over. Dat is ook zo zijn bij psychische trauma’s. Het leven is prachtig, maar risicovol. De herinnering aan opgelopen schade raken we nooit meer kwijt. Ook niet als de wond verzorgd is en we er goed mee hebben leren omgaan. En er zullen altijd momenten zijn waarbij we ineens de oude pijn weer voelen. Dat hoeven we niet te onderdrukken. En als de oude wond dan toch nog eens openspringt, gaan we hem wéér verzorgen.
En nu een gedachte vanuit geloof. Thomas mag de wonden van Jezus aanraken. En dán komt Jezus heel dicht bij zijn twijfel, teleurstelling, ongeloof. Voor een getraumatiseerde gelovige kan dit veel betekenen. In de wonden van de Heiland spiegelen onze wonden zich. Thomas ziet de littekens van de lévende Jezus. Zijn opstanding predikt dat zelfs wonden die dodelijk zijn, niet eeuwig duren.
beeld: Tineke van der Eems