Reddingsactie in de diepvries van Noorwegen - Terdege

Reddingsactie in de diepvries van Noorwegen

D180213CB0169

Mariniers opereren onder extreme omstandigheden. Wereldwijd. Medische hulptroepen redden een zwaargewonde terdegeredacteur van een bevroren bergtop, ver boven de poolcirkel. ”...Auw..!” Verslag van de reddingsoperatie in de diepvries van Noord-Noorwegen.

Een ijzige wind waait over Sørli, een militair oefenterrein bij Harstad in Noord-Noorwegen. Mariniers verplaatsen zich op ski’s –met volle bepakking van 30, 40 kilo– door het besneeuwde berglandschap.

De zon straalt. De temperatuur schommelt rond de min 11 graden, de gevoelstemperatuur op minstens min 18 graden. „Het kan hier flink spoken”, zegt korporaal Johan van den Berg. „Het kwik daalt soms tot min 20, min 25 graden.” Bij dergelijke temperaturen trekt zelfs een ijsbeer een jas aan. Het Korps Mariniers traint elk jaar in Noorwegen, ver boven de poolcirkel. „Leren leven, overleven én vechten in arctische omstandigheden”, verklaart kapitein Mark Brouwer in de sneeuw van Sørli, hemelsbreed dik 1000 kilometer boven Oslo.

Vechten tegen de elementen, maar ook tegen vermoeidheid en uitputting. Bevriezing en onderkoeling liggen op de loer. „Bevriezing is vervelend”, legt militair berggids Peter –„geen achternaam om veiligheidsredenen”– uit. „Onderkoeling kan dodelijk zijn.”

ZIEKENBOEG

Een nieuw Basis Medische Eenheid (BME) van het Korps Mariniers staat daarom op scherp in Sørli. Artsen en verpleegkundigen –in camouflagepak– trainen met een mobiele ziekenboeg. Een Role-1, in jargon. „Een medische post voor spoedeisende hulp”, zegt militair verpleegkundige Bertine (30) in de opblaasbare legertent. Terdege helpt een handje. De verslaggever speelt slachtoffer in een medische oefening. De reporter is onverwacht door een harde windvlaag met zijn parachute tegen een bergtop geklapt. Een felle pijn doortrekt zijn linkerbeen.

De commandopost (CP) in Sørli slaat alarm: „Parachutist in nood. Zwaar ongeval. Prio 1.” IJlings komt een realistische reddingsoperatie op gang. Chauffeur Sjoerd en verpleegkundige Chelsey springen op een snelle sneeuwscooter en spoeden zich naar de plaats des onheils. Geen tijd te verliezen. Een collega stuurt een drone de lucht in om de hulpverlening te begeleiden. Een primeur.

De parachutist/reporter ligt boven op de bergtop te klappertanden. Noodparachute nog op z’n buik. „Aaaah, áuw...” IJzige windvlagen krijgen langzaam vat op de verslaggever. Z’n temperatuur daalt gevaarlijk. De tijd dringt. „Help...!” Het is écht knap koud. Twijfel slaat toe. Misschien was het toch niet zo’n handig idee om slachtoffer te spelen?

LEEGBLOEDEN

Grommend arriveert de sneeuwscooter met medische hulptroepen. Militair verpleegkundige Chelsey inventariseert de situatie. „Wie bent u? Wat hebt u...?” De korporaal constateert een femurfractuur, een botbreuk in het linker bovenbeen. „Aaargh...” De bloeddruk daalt, de hartslag stijgt.

Ze vreest een hypovolemische shock – het leegbloeden door een zware inwendige bloeding. Haast is geboden. Met een CT6-apparaat trekt ze het been van het slachtoffer uit, in een poging de gebroken botten en bloedvaten weer netjes op elkaar aan te laten sluiten.

„Stop! Auw-auwww...!” Het slachtoffer raakt buiten bewustzijn. Precies volgens protocol. Chelsey besluit tot een ”medevac”, een medische evacuatie naar de zieken boeg in het dal. „In arctisch gebied moet je een slachtofer nog sneller dan normaal in een aluminium warmtedeken stoppen en afvoeren.”

De hulpverleners hijsen de parachutist haastig op een slee-met-ski’s achter de sneeuwscooter. Inpakken, vastsjorren en wegwezen. Weer een primeur. De genezeriken maken voor het eerst gebruik van een sneeuwscooter. Met de verslaggever als proefkonijn. Ook al een primeur.

STUITEREN

Op hoge snelheid zet marinier Sjoerd de afdaling in. Met het slachtofer –achterstevoren– liggend op een te kleine aanhanger. Fijn is anders. Z’n goudkleurige aluminium warmtedeken wappert in de wind. De drone kijkt vanuit de lucht spiedend toe. De sneeuwscooter schudt, slingert en stuitert. Vuistdikke bomen litsen links en rechts voorbij. Angstig dichtbij. Een bochtje links, rechtdoor, scherpe bocht naar rechts. Hallo, mag het íéts rustiger...?! De patiënt lijkt te worden gelanceerd!

In weer een bocht dreigt de ambulancescooter even te kantelen. Hóóó...! De chaufeur krijgt in de gaten dat hij de afdaling iets te enthousiast neemt. Hij mindert vaart en stopt. „Gaat het?” vraagt marinier Sjoerd quasionschuldig.

De vastgesjorde patiënt kijkt moeilijk. „Nee, hoezo...?! Wie geen botbreuken had, loopt er met zo’n rit wel een paar op. Maar niet mauwen nu. In oorlogssituaties is een slachtofer waarschijnlijk maar wat blij zó snel te worden geëvacueerd.

TRAUMATAFEL

Het gewondentransport bereikt de ziekenboeg. Zonder ongelukken. Een paar sterke armen sjouwen het slachtoffer vanaf de skiscooter naar binnen en leggen ’m op de traumatafel. Een paar heteluchtkanonnen blazen warme lucht naar binnen. Langzaam ontdooit het bevroren slachtofer. De tl-balk boven de behandeltafel wiebelt door de wind.

Het medische team stort zich op de gewonde. Volgens vast medisch protocol: C-ABCD. „Eerst C, catastrofale bloedingen”, legt verpleegkundige Bertine (30) later uit. „Bijvoorbeeld door afgerukte armen en benen.” Slik... oh ja. Mariniers trainen voor gevechtssituaties.

„Polsslag 130, bloeddruk 90/60, temperatuur 35 graden.” Geroutineerd checken sergeant Bertine en haar team vervolgens Airway (luchtwegen), Breathing (ademhaling), Circulation (polsslag) en Disability („Patiënt nog aanspreekbaar?”) De verpleegkundige schijnt met een lampje in de ogen van de patiënt. Mwah, hij reageert nog. Zo niet, dan proberen we het met een pijnprikkel.

VRIESKOU

Een medisch team loopt in arctische omstandigheden tegen z’n grenzen aan, zegt luitenant-ter-zee 2OC Partana (34), verantwoordelijk voor de geneeskundige hulp tijdens de wintertraining in Noorwegen. „Met beperkingen moeten we de zorg toch zo goed mogelijk afdekken.” Artsen en verpleegkundigen kunnen in de vrieskou niet zomaar een infuus aanleggen bijvoorbeeld. Binnen de kortste keren is het water bevroren. Een kacheltje meenemen is ook geen optie. „Panklare oplossingen ontbreken hier.”

Het verschil tussen het werk in een doorsnee-ziekenhuis en in een militair veldhospitaal is groot. „Een gewone chirurg krijgt stompe verwondingen door auto-ongelukken op z’n bordje, een militair chirurg scherpe verwondingen door vuurgevechten.”

Elke binnengebrachte gewonde krijgt een kaart op z’n buik met de medische gegevens. Ernstig gewonden: rode kaart – nummer 1. Iets minder ernstige een gele 2, nog minder ernstige een groene 3. „Daarmee kunnen we in één oogopslag zien wie als eerste hulp nodig heeft”, legt verpleegkundige Bertine uit. Handig bij een grote stroom slachtoffers.

COMPLICATIE

De gecrashte parachutist krijgt via een mondkapje 15 liter zuurstof toegediend. „Vaste prik bij traumapatiënten.” Sergeant Bertine buigt zich over de patiënt. „Wat is uw naam? Waar hebt u pijn? Wat is uw gewicht?” Ai, gewetensvraag. „Eh... 99 kilo”, liegt de verslaggever hardop. Kom, zo’n oefenzuster hoeft ook niet álles te weten.

Alle aandacht richt zich op de botbreuk in het linkerbeen. Voorspelbaar. De patiënt besluit z’n oefenscenario –stiekem– iets op te leuken. Een verpleegkundige prikt een infuus in z’n rechterarm. „Auw...” kreunt de gewonde luidkeels. Húh...?! De verpleegster in camouflagepak kijkt verschrikt.

Een toezichthoudend arts snelt toe. „Hebt u echt pijn?” informeert ze bezorgd. „Nee joh”, reageert de patiënt-verslaggever. „Een extra complicatie leek me wel leuk.” Een knellende spalk om z’n arm is het resultaat. Mwah, soms kun je beter je mond houden.

De pijn neemt toe. Het medisch team besluit een scheut pijnstilling toe te dienen. Heftig stofje. Esketamine, 25 milligram. „Kun je wat gaan hallucineren”, vraagt de toezichthoudend arts fluisterend. „Mensen krijgen vaak waanvoorstellingen van deze medicatie.” De patiënt moet op commando simuleren roze olifantjes te zien. Of vliegende ufo’s. Of een stel zingende kozakken.

GERUSTSTELLEND

De patiënt verliest –volgens afspraak– z’n bewustzijn. Oeps, de militaire hospikken verwisselen in zijn medische dossier ongemerkt de linker- en rechterarm. Volgens de status zou links opeens gebroken zijn...?! Ach, een kniesoor die daarover valt, toch? Leermomentje, zullen we maar zeggen.

Even later meldt de helikopter zich via de boordradio. „Heli in vijftien minuten!” roept een verpleger door de ziekenboeg. De patiënt wordt vliegklaar gemaakt, maar krijgt dan weer niet de voorgeschreven pillen tegen eventuele misselijkheid tijdens de vlucht. Ook z’n jas slingert nog ergens rond. En... iemand z’n bril gezien? Nog een paar leermomentjes. „Let daar goed op”, zegt de toezichthoudend arts berispend in de debriefing.

Evacuatievluchten brengen lichtgewonden naar een hospitaal (Role-2, in jargon) in de buurt, of zwaargewonden naar een traumacentrum (Role-3). „Iemand met zo’n inwendige bloeding vliegt direct naar een traumacentrum.”

Einde oefening. De training is realistisch, de helivlucht fictief. Helaas. Het stelletje militaire genezeriken (m/v) blijkt daarentegen –groten- deels– écht z’n mannetje te staan. Geruststellende gedachte.

Volg ons lifestyle platform op instagram.