Prof. A. Baars: De Heilige Geest werkt vrijwel altijd in een

Prof. A. Baars: De Heilige Geest werkt vrijwel altijd in een weg van geleidelijkheid

Baars-3-Terdege-A

Opbouw van de gemeente is vandaag een populair thema in veel kerkelijke kringen. Maar de bouw van een huis vraagt wel om een fundament. Om dat te onderstrepen, schreef prof. A. Baars zijn jongste boek. Over de wedergeboorte.

Op verzoek van de christelijke gereformeerde kerk te Driebergen hield prof. dr. A. Baars in de winter van 2019-2020 een zestal lezingen over de wedergeboorte. Het jaar daarop deed hij dat voor de christelijke gereformeerde kerken in Urk. „Je hoort vandaag veel over gemeenteopbouw. Die is absoluut noodzakelijk, en zou binnen de gereformeerde gezindte meer aan de orde mogen komen, maar we moeten wel starten bij het fundament. „Gij moet wederom geboren worden.” Daarmee begint het geestelijke leven.”

De emeritus hoogleraar ambtelijke vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn is van mening dat er over dit onderwerp vandaag onvoldoende wordt gesproken. „In mijn jonge jaren kreeg de wedergeboorte ook in de Christelijke Gereformeerde Kerken veel aandacht. Mede door de controverse met Kuyper en zijn volgelingen over de veronderstelde wedergeboorte. Aan de ene kant ben ik blij dat de kramp die deze strijd kenmerkte, wat weg is. Tegelijk valt me op dat met name nogal wat jonge mensen er nu gemakkelijk van uitgaan dat ze geloven. Prachtig, maar hoe is dat zo gekomen? Die vraag wordt te weinig gesteld in prediking en pastoraat, waarbij ik met name aan mijn eigen kerkverband denk. Ik pleit er niet voor de term wedergeboorte in de prediking om de haverklap te laten vallen. Dat doet de Bijbel ook niet. Wel is het van belang dat we regelmatig ingaan op het begín van het geestelijke leven, zonder daarin te blijven steken. Hoe komt een zondaar tot Christus?”

Hoe verklaart u de afgenomen aandacht voor de wedergeboorte?

„In de eerste plaats uit het dominante geestelijke klimaat dat we met z’n allen inademen. Ik denk dan specifiek aan de invloed van een bepaalde stroming binnen de evangelische beweging. Dat zeg ik bewust zo, want er zijn evangelische christenen met wie ik me best wel verbonden weet.

Daarnaast is er sprake van een reactie op de tijd waarin de wedergeboorte als levendmaking onevenredig veel aandacht kreeg, ten koste van de prediking van de beloften van God. We hadden in Sliedrecht destijds een bekende ouderling aan wie ik met diep respect terugdenk. Die zei vaak: „Er mot een púnt in je leven zijn.” Daar héb ik wat mee geworsteld, want ik kende dat punt niet. En ik ken het nóg niet. Natuurlijk, van Gods kant is er een punt in het leven van allen die tot geloof kwamen, maar kan ik dat zelf precies naspeuren?

De puriteinen hebben me geleerd dat het gaat om het komen tot Christus. Daarbij werkt de Heilige Geest vrijwel altijd in een weg van geleidelijkheid. Onder de bediening van het Woord begint er vanbinnen iets te ritselen. Je kunt dat aanvankelijk niet plaatsen, laat staan een naam geven. John Owen en Jonathan Edwards hebben benadrukt dat de Heilige Geest Zich nooit in onze kaders laat vangen. Hij is soeverein in Zijn werkingen en houdt rekening met onze karakterologische eigenschappen. Al mijn ouderlingen in Dundas (Canada, red.) vreesden de Heere, maar ze waren totaal verschillend geleid.”

Wat verstaat u precies onder wedergeboorte?

„Het woord zelf komt maar weinig voor in de Bijbel. Het concept, de noodzaak van een totale vernieuwing van het leven, vind je overal. Om bij het woord zelf te blijven: in Johannes 3, het bekende hoofdstuk over het gesprek van Jezus met Nicodemus, betekent het een geboren worden van Boven. Ik zou dat de heilsordelijke wedergeboorte willen noemen. De dogmatiek gebruikt daarvoor de uitdrukking ”wedergeboorte in engere zin”, als het begin van geestelijk leven. Je kunt de wedergeboorte ook zien als begin én voortgang van het geestelijke leven. Dat noemen we de ”wedergeboorte in ruimere zin”. Die benadering vind je onder anderen bij Calvijn. Het verschil in beide benaderingen wekt verwarring, dat heb ik op catechisatie meer dan eens gemerkt.

Op een aantal plaatsen waar de Bijbel over wedergeboorte spreekt, staat in de grondtaal ”palingenesia”. Je vindt het onder meer in de rede van de Heere Jezus in Mattheüs over de laatste dingen en de wedergeboorte van de schepping. Je zou dat de eschatologische wedergeboorte kunnen noemen. Paulus gebruikt hetzelfde woord in zijn brief aan Titus, als hij het heeft over het bad der wedergeboorte.

”Palingenesia” is echt een ander woord met een andere betekenis dan het woord wedergeboorte in Johannes 3. Ik denk daarom dat we onderscheid moeten blijven maken tussen de wedergeboorte van de mens en de vernieuwing van alle dingen door God aan het einde der tijden. Wanneer je de persoonlijke wedergeboorte helemaal benadert vanuit de toekomstige herschepping van hemel en aarde, krijg je een veralgemenisering van de heilsorde. Waardoor de noodzaak van persoonlijke wedergeboorte onderbelicht blijft of zelfs geen enkele aandacht krijgt.”

Calvijn en Guido de Brès spraken anders over de wedergeboorte dan de Dordtse Leerregels. Hoe waardeert u dat verschil?

„We moeten het sowieso niet ontkennen. Een fundamenteel verschil is het niet. Ook Calvijn geeft aan dat het geestelijke leven een begin heeft en in de Dordtse Leerregels wordt niet alleen gesproken over de wedergeboorte als levendmaking, maar ook over de vrucht ervan.

Je kunt zeggen dat in de vroege Reformatie de nadruk lag op het feit dat het geestelijk leven een leven vanuit het geloof is. In die zin worden we door het geloof wederom geboren, om in het geloof te wandelen en te leven. Die benadering is Bijbels en volstrekt legitiem. Op een gegeven moment ontstond discussie over de vraag: waar komt dat geloof nou vandaan? Ook dat is een legitieme vraag. Het leidde binnen de gereformeerde orthodoxie tot een sterke concentratie op het begin van het geestelijk leven. Je moet die twee dicht bij elkaar houden. Zonder wedergeboorte is er geen ingaan in het Koninkrijk van God, maar ook geen leven in dat Koninkrijk. Uiteindelijk gaat het om een heilig leven voor het aangezicht van de Heere.”

Hebben de Dordtse Leerregels wat dat betreft een zekere eenzijdigheid?

„Dat zul je uit mijn mond niet snel horen. Wel bestaat het gevaar dat er door een geïsoleerde benadering van de Dordtse Leerregels te eenzijdig over de wedergeboorte wordt gesproken. Dat is in onze gezindte vaak gebeurd en ik vrees dat het hier en daar nog het geval is. Het is niet de kant die de Dordtse vaderen op wilden. Laten we in ons spreken over de wedergeboorte de benadering van Calvijn en van Guido de Brès in de Nederlandse Geloofsbelijdenis niet vergeten.”

In het begin van uw boek geeft u aan de wedergeboorte in engere zin als uitgangspunt te nemen.

„Dat heb ik gedaan voor de helderheid. Gedachtig aan de verwarring die ik soms bij mijn catechisanten bespeurde.”

Opvallend is dat een groot deel van het boek is gewijd aan de vruchten van de wedergeboorte.

„Je hebt gelijk. Het laat zien dat zelfs wanneer je uitgaat van de wedergeboorte in engere zin, de wedergeboorte in bredere zin vanzelf ook aan bod komt. Ze vormen een onlosmakelijk geheel.”

Maakt dat het onderscheid niet betrekkelijk?

„In zoverre dat er geen begin kan zijn zonder vervolg en omgekeerd. Ik raak er steeds meer van overtuigd dat onderscheidingen in de dogmatiek nuttig en noodzakelijk zijn, maar dat we ze in de praktijk niet moeten overaccentueren. Zeker niet in de prediking.”

Hoe ziet u de verhouding tussen geloof en wedergeboorte?

„In mijn boek laat ik de wedergeboorte voorafgaan aan het geloof, vanuit de overtuiging dat het geloof een gave van God is. Tegelijk vind ik de opvatting dat je moet weten van een punt des tijds in je leven gevaarlijk. Je isoleert daarmee de wedergeboorte in engere zin en brengt mensen in verwarring. De Bijbel roept op tot gelóóf. Ook de Dordtse Leerregels, het belijdenisgeschrift over de wedergeboorte, stellen dat het Evangelie moet worden gepredikt met bevel van bekering en geloof. Die vormen de kern van de roeping van het Evangelie. Gaat het om het geheim van de oorsprong ervan, dan komen we uit bij de levendmaking door God in de wedergeboorte.”

Wat heeft het te zeggen dat Jezus tot velen sprak: ”Uw geloof heeft u behouden”?

„Dat het geloof het primaat heeft. Het Bijbelse geloof kent altijd twee kanten. Je nood en onwaardigheid oprecht belijden en tegelijk hoge gedachten hebben over de ontferming van God in de Heere Jezus. Belangrijk is dat we geen tegenstelling maken tussen wedergeboorte, bekering en geloof. Er gaat iets mis wanneer door de nadruk op de wedergeboorte de betekenis van het geloof ondergesneeuwd raakt. Veelzeggend is dat het gesprek van Jezus met Nicodemus uitloopt op de grote Evangeliebelofte: „Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder die in Hem gelóóft...” Dáár gaat het om en moet het naartoe. Dit vers is de spits van het hele hoofdstuk, literaire analyse toont dat overduidelijk aan.”

U uit stevige kritiek op Billy Graham, die de woorden van Jezus tot Nicodemus over de wedergeboorte als bevel zag.

„Mijn kinderen leerden in Canada een versje met de tekst: ”You múst be born again”. Op een reformatorische school. Er zit een legitieme kant aan die benadering, zolang daarmee de absolute noodzaak van wedergeboorte wordt onderstreept. We gaan over de grens als we Jezus’ uitspraak over de wedergeboorte beschouwen als een bevel tot ons. Daarmee misken je dat wedergeboorte vooral ziet op het werk van God in ons hart. Bovendien werp je mensen zo op zichzelf terug. Ben ik wel wedergeboren? Jonathan Edwards zegt: „Wij wórden wederom geboren, door de Heilige Geest, maar de Heilige Geest gelóóft niet voor ons. Dat doen we zelf, door de werking van de Geest.”

Ligt de benadering van Graham niet dicht bij die waarin het weten van een punt des tijds wordt gevraagd?

„Absoluut. Je zou dat een piëtistische variant kunnen noemen.”

Hoe verklaart u dat de wedergeboorte van de schepping zo onderbelicht is?

„Ook de klassiek gereformeerde theologie, waarvoor ik veel respect heb, kent haar eenzijdigheden. Het begrip wedergeboorte is daarin te veel betrokken op de persoonlijke wedergeboorte. Jezus wijst er allereerst op dat de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Maar daarnaast genas Hij zieken en wekte Hij doden op. Niet in de eerste plaats als illustratie van het komen tot geloof, maar als tekenen van dat wat wacht bij Zijn wederkomst. Het Koninkrijk is breder dan onze heilsorde. De persoonlijke wedergeboorte zal uitmonden in de wedergeboorte van alle dingen: het herstel van Gods goede schepping. Zoals Hij Zijn geschonden beeld in gevallen mensen herstelt, zo zal Hij ook Zijn geschonden schepping vernieuwen. Dat vergeten we weleens.”

N.a.v. ”De wedergeboorte. Zes Bijbellezingen”, door prof. dr. A. Baars; uitg. de Banier, Apeldoorn; 194 blz.; € 16,95

Dit interview met prof. A. Baars stond in Terdege nr. 4, 10 november 2021.

beeld: Anton Dommerholt

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.