Pleiten op je doop, pleiten op Gods Woord, pleiten op de beloften. Je hoort het zo vaak zeggen. Je moet de Heere houden aan Zijn Woord. Maar kan dat eigenlijk wel? Je hebt toch nergens recht op? De Heere is ons toch niets verplicht?
Misschien ken je de uitdrukking wel: „Je doop is geen rustgrond, ook geen zandgrond, maar een pleitgrond.” Daar heb je dat woord ‘pleiten’ weer. Dat woord is op zichzelf geen Bijbels woord. Maar het pleiten op Gods verbond en woorden komen we wel heel veel tegen in de Bijbel. Pleiten op Gods Woord betekent: de Heere als het ware houden aan Zijn Woord. Er de vinger bij leggen, en zeggen: U heeft het toch Zelf gezegd?! Het Zijn Uw woorden, Uw beloften, U zult toch doen wat U hebt beloofd?
Beloften
Waarom is dat pleiten zo belangrijk? Omdat de Bijbel vol staat met beloften voor zondaren. Echt gemeende beloften, want de Heere is betrouwbaar. Je kunt op Zijn Woord aan! Hij is de mens, toen die in zonde viel, achterna gegaan met de belofte dat Hij Zijn Zoon zou geven (Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 17). De Heere Jezus belooft dat wie tot Hem komt niet weggestuurd zal worden (Joh. 6:35). Dat blijkt ook steeds weer in de Bijbel: de Heere stuurt niemand weg die bij Hem kwam bedelen om hulp en genade.
De Heere belooft vergeving van zonden aan een ieder die er echt om komt vragen. In 1 Joh. 1:9 staat een rijke belofte: „Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid.” Hij is eerlijk en betrouwbaar. Hij vergeeft werkelijk als je erom smeekt. Want Hij is een God Die de zonde gráág vergeeft (Ps. 86:5).
Als je last krijgt van je zonden, en je erachter komt dat je vergeving nodig hebt, wordt pleiten belangrijk. Je leest in de Bijbel over Gods toorn over de zonde, en je leert dat geloven. Je kunt voor God niet bestaan. Maar je leest ook over die blijde boodschap (Evangelie!), van Goddelijke liefde en vergeving voor zondaren. En daar leg je in je gebed de vinger bij. Heere, U hebt het Zélf gezegd. Voor zondaren, die niets hebben verdiend!
Gods trouw
Maar mag je dat wel doen? Je hebt toch niets verdiend? Je kunt toch helemaal geen rechten laten gelden? De Heere is toch niet aan mij verplicht om mijn zonden te vergeven? De Heere zou in Zijn recht mij eerder voorbij moeten gaan. „Zo Gij in ’t recht wilt treden..., ach wie zal dan bestaan?” (Ps. 130:2 berijmd).Wie tot de Heere gaat, moet inderdaad gaan als een rechteloze. Je komt als iemand die niets verdiend heeft. Sterker nog, als iemand die alles verknoeid heeft. Je moet zeggen: Uw straf zou rechtvaardig zijn.
Maar… Toch het woordje maar! Niet om er iets van af te doen. Maar om erop te wijzen dat er wel degelijk grond voor is om te pleiten. Niet op grond van eigen recht. Maar op grond van Gods Woord en van Zijn trouw. De Heere is vrij om te geven of niet te geven, maar daarmee is niet alles gezegd. Want Hij heeft Zich Zelf verbonden aan Zijn Woord! Dat heeft Hij zo gewild. Hij kan en wil niet liegen, Hij kan en wil niet ontrouw zijn. Hij zegt in Zijn Woord dat Hij wil dat de goddeloze zich bekeert en leeft! (Ez. 33:11). Hij heeft jou en mij Zijn Woord gegeven. Om je met alle aandrang te vragen: „Laat je met God verzoenen.”(2 Kor. 5:20) Hij wil dat je dat weet, en Hij wil dat je erop ingaat (zie ook Dordtse Leerregels III/IV, 8).
Vertrouwen
In Psalm 81 zingen we: „Eis van Mij vrijmoedig…” Eisen betekent hier hetzelfde als pleiten. De Heere belooft: „Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.” Je moet er de Heere om vragen. Om vergeving. Maar ook: om geloof in Zijn Woord en beloften. Want de zonde van het ongeloof is zo erg. En de Heere is een graag vergevend God. Wat een zegen als we leren pleiten op Zijn Woord. De Heere wil erom gebeden zijn. Hij geeft ontelbaar veel beloften om de vinger bij te leggen. Een nog grotere zegen is het als je in het pleiten op Gods Woord ook leert Hem te vertrouwen. Je mag dan rusten in de beloften, en leven uit de beloften. Dat kan als je de Belover leert kennen. Je mag er met vertrouwen om vragen.
Beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen