Sommigen hoeven hun bed maar te ruiken of ze vallen in slaap. Anderen hebben minder geluk: zij zijn maar al te bekend met het fenomeen plafonddienst. Eén op de tien Nederlanders lijdt aan slapeloosheid. Wat te doen bij wakker liggen?
Het rare was, dat ik behoorlijk lang kon blijven functioneren”, zegt Loes (56), beleidsmedewerker in de gezondheidszorg. Ze leed een aantal jaren aan slapeloosheid. „Het begon ermee dat ik niet kon inslapen. Ik maakte er niet direct een punt van, maar op zeker moment werd ik wat wanhopig. Dan lag ik in bed en zei ik tegen mezelf: nu móét je ontspannen. Dat ging dan natuurlijk niet.”
Loes kreeg een paar slaappillen van de huisarts. Die gebruikte ze een tijdje, met mate. „Het gaf vooral een geruststellend gevoel dat ik ze in huis had.” Ze vindt het een goede zaak dat ze niet veel slaappillen kreeg. „Volgens mij waren het er de eerste keer tien. Ik kon wel een herhaalrecept aanvragen, maar nadat ik dat een keer of vier gedaan had, kreeg ik een belletje van de apotheek.” Prima dat het gebruik in de gaten gehouden wordt, meent Loes. „Hoewel ik ook vind dat huisartsen soms krampachtig met slaapmiddelen omgaan.
SLAAPWEETJES
Niet iedereen heeft evenveel slaap nodig. Sommigen kunnen toe met zes uur, anderen met tien. De meeste mensen hebben aan zeven tot negen uur slaap genoeg.
Bij 10 tot 15 procent van de verkeersongevallen speelt vermoeidheid een (grote) rol, blijkt uit onderzoek.
Een alcoholisch slaapmutsje kan ervoor zorgen dat je snel in slaap valt, maar heeft vaak later in de nacht juist een –letterlijk– opwekkend effect.
