Hun plan om een interkerkelijk zendingshuis te stichten voor MAF-studenten, verlofgangers en repatrianten leek een droom te blijven. Nu staat het er en draait het boven verwachting. „God heeft ons geleerd om het van Hem te verwachten. Dan is niets onmogelijk.”
Achter het kloeke pand aan de doorgaande weg van Teuge staat een enorme voorraad fietsen. In de gang van de woning hangen twee borden met daarop vooral buitenlandse namen. Anja van Dijk schrijft er op het linker bord een nieuwe naam bij: toekomstige bewoners van PerMISI Home.
De moeder van zes kinderen, parttime werkzaam in de zorg voor verstandelijk gehandicapten, is de beheerder van het zendingshuis. Zo nodig wordt ze bijgestaan door echtgenoot Pieter, vlieginstructeur bij het Mission Aviation Training Centre, de vliegschool van de MAF voor studenten uit Europa.
In april 2020 stond het paar ook in Terdege, na een interview via beeldscherm, vanwege corona. Een jaar eerder waren ze van Nabire, een stadje aan de Paradijsvogelbaai in West-Papoea, naar het Gelderse dorp verhuisd. De toekomst van de kinderen bracht hen tot het besluit terug te keren naar Nederland. Met pijn in het hart. Na twaalf jaar waren ze vergroeid geraakt met Papoea. Tegelijk hadden ze hun droom: het opzetten van een interkerkelijk missiehuis voor verlofgangers, repatrianten én MAF-studenten. Bij voorkeur jonge mensen uit derdewereldlanden die na het behalen van hun vliegbrevet in Teuge zouden terugkeren naar hun eigen land, om daar als piloot zendingsarbeid te ondersteunen.
Vakantie
Het acclimatiseringsproces was pittig, zowel voor de ouders als de kinderen. „Vooral het omgaan met agenda’s viel ons zwaar”, concretiseert Pieter. „Dat hadden we twaalf jaar niet hoeven doen. Papoea’s leven bij de dag en zijn sterk in improviseren. Dat hadden we overgenomen en het beviel ons prima.”
Intussen is hij zover dat hij op vakantie gaan met het gezin weer leuk vindt. De eerste jaren was het meer een last dan een lust. „In Papoea gingen we op een moment dat het ons uitkwam. Dan vlogen we met een toestel van de MAF naar het binnenland, waar we verbleven bij zendelingen. Af en toe brachten we een paar dagen door op een onbewoond eiland, lekker primitief onder een zeiltje. Dan kom je in Nederland en moet je in januari gaan bedenken waar je in juli of augustus naartoe gaat. Terwijl je er dan misschien helemaal geen behoefte aan hebt.”
Ze moesten ook wennen aan het Nederlandse klimaat. „Het is hier vaak koud, soms ook figuurlijk. De Papoea’s hebben een gemeenschapscultuur. Met het individualistische van Nederland hebben we nog steeds moeite. Dat zien we ook bij de kinderen.”
Aanpassen
Anja pakte de draad soepeler op dan Pieter. „Als je met een MAF-piloot getrouwd ben, moet je je voortdurend aanpassen. We hebben op veel plekken gewoond. Als ik m’n gezin maar bij me heb, voel ik me overal thuis.” Ze houdt wel moeite met het gestructureerde van het leven in Nederland. „Daardoor zijn er hier bijna geen verrassingen en daar houd ik juist van. Als Pieter belt dat ik meteen vijf extra bedden gereed moet maken voor een gezin dat acuut onderdak nodig heeft, denk ik: yep! Dat was in Papoea aan de orde van de dag. Ik geniet van hectiek en het oplossen van problemen.”
Lees het hele interview met Pieter en Anja van Dijk in Terdege (nr. 27, 24 september 2024). Een los nummer is te bestellen in onze shop.
beeld: Tineke van der Eems