Op de koffie bij de koning

Op een middag zou ik me mogen melden bij paleis Noordeinde. Ik was er vaak langsgelopen, maar nooit binnen geweest. Voorafgaand aan zo’n bezoek worden er voorbereidingen getroffen. Zo diende ons secretariaat het kenteken van de auto door te geven. Nu verplaats ik mij normaliter door Den Haag op een ervaren Gazelle, waarvan het bouwjaar niet meer bekend is. (Als voormalig fietsenmaker schat ik dat het rijwiel uit de jaren tachtig van de vorige eeuw stamt.) Daarmee mocht ik ook naar het paleis komen.

Ergens in mijn achterhoofd sluimerde het vraagstuk over de kleding. Ik kan me herinneren dat ik als jongetje in de kerk geregeld meekreeg dat je toch wel je beste kleding aantrok wanneer je bij de koning op bezoek ging. Volgens mij volgde daarop dat je dat naar de kerk dan toch zéker behoorde te doen. Waar ik het overigens van harte mee eens ben. Maar goed, in Den Haag lopen we er als SGP’ers, al zeg ik het zelf, best keurig bij. Ik heb me dus maar gekleed zoals gewoonlijk, in een blauw kostuum met passende das.

Toen ik bij het paleis aankwam, dacht ik even: hoe kom ik binnen? Het hek zwaaide echter al open en ik mocht mijn fiets voor het paleis parkeren. Hij hoefde niet eens op slot. Een lakei ontving me en er stonden twee militairen in de houding. Binnen heette een mevrouw me hartelijk welkom. Ze nam me mee naar de Pieter Postzaal. Een prachtig vertrek met schilderijen van vele Oranjes. Na enige tijd mocht ik mee naar een omvangrijk trappenhuis. Ik kreeg de waarschuwing niet te snel te lopen om niet buiten adem aan te komen.

Bij binnenkomst werd ik door een andere lakei aangekondigd bij de koning. We hebben een halfuur samen gesproken. Waarover? Dat is het geheim van het paleis. Maar ik kan wel verklappen dat de koning en ik de liefde voor de prachtige Veluwe delen.

SGP-fractievoorzitter Chris Stoffer is elke dag in de hofstad te vinden. Hij woont in Elspeet en is vader van drie dochters.

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen