Anton van der Vlugt (42) uit Bleskensgraaf zat door een burn-out jaren thuis. Een zware tijd. Toch is zijn verhaal er een met een gouden randje. Want re-integreren kan. Al weet hij uit ervaring dat het soms moeilijk is om daarin te blijven geloven.
Hij is 23, getrouwd en vader van drie zoons als hij in 2004 van de ene op de andere dag vastloopt. Op een morgen wordt hij wakker en kan hij zijn bed niet uitkomen. Hij meldt zich ziek. Niet wetend dat dit het begin is van een lang, donker ziekteproces. Hij heeft een burn-out.
Of hij helemaal niets heeft voelen aankomen? Anton zit op de bank in zijn woonkamer. Een gewone veertiger. Lang, grijzend, een bril met stalen montuur. Hij schudt zijn hoofd. „Ik werkte als magazijnbeheerder in een tuincentrum. Een drukke baan. Ik had de dag ervoor nog gewerkt van zes uur ’s morgens tot zeven uur ’s avonds en maakte weken van zestig tot zeventig uur. Maar van werken is nog nooit iemand overleden, zei mijn vader vroeger al. Ik ging gewoon door en heb me daar ook altijd prettig bij gevoeld.”
Op die bewuste morgen gaat zoals gewoonlijk om halfzes zijn wekker. Maar Anton voelt zich psychisch en fysiek niet in staat om op te staan. „Ik kan er niet uitkomen”, zegt hij tegen zijn vrouw. Hij blijft liggen. „Zo is het begonnen.”
Achteraf gezien waren er voor die ochtend wel bepaalde signalen. „Ik heb mijn werk altijd met plezier gedaan, maar ik kreeg vaker kleine ongelukjes. Foutjes die je maakt als je er niet goed bij bent met je hoofd. Zo reed ik een keer met mijn eigen heftruck over mijn voet. Best knap als je erover nadenkt. En ik wilde eens een stapel pallets van zo’n 6 meter hoog met de heftruck oppakken. Die stortte in elkaar. Logisch natuurlijk. Als je goed nadenkt, doe je zoiets niet.”
De reden van zijn burn-out? „Een combinatie van de werkdruk en onverwerkte dingen uit mijn jeugd.”
Zware tijd
Er breken zware jaren aan voor het jonge gezin. Anton worstelt met een allesomvattende vermoeidheid. Hij ligt op bed of zit op de bank. Al het andere is te veel voor hem. De ramen zemen? Alsjeblieft niet. Even stofzuigen? Hij ziet er niet doorheen.
Voor zijn vrouw een moeilijke tijd, erkent hij. Alles komt op haar schouders neer. En dat niet even, maar jarenlang. „Tijdens het eten zat ik liever niet aan tafel. Ik sliep langer dan ik gewend was. Ik ging niet op vakantie of dagjes weg. Ik had geen energie om ook maar iets te doen.”
Als hij erover nadenkt, voelt hij zich nog steeds schuldig over zijn jarenlange mentale afwezigheid in het gezin. Bedrukt: „Ook richting onze kinderen. Op school gaat het vaak over wat je vader doet. De een is agent, de ander monteur, weer een ander advocaat. Maar over mij konden de kinderen niks zeggen. Het heeft me veel verdriet gedaan dat ze zich voor mij moesten schamen. Ik droeg dat altijd met me mee. Pas toen ik weer een vaste betrekking kreeg, is dat overgegaan.”
Uitwijden over de diepte van zijn worstelingen doet hij liever niet. Daar is niemand mee gediend, zegt hij. Maar hij zat diep. „Je wereld wordt steeds kleiner.”
Hij zoekt hulp, maar dat maakt voor hem weinig verschil. Twintig jaar geleden was het begrip burn-out nog nauwelijks bekend. „De huisarts constateerde een overspannenheid, zoals dat toen heette. Krijg je daar nu begeleiding bij vanuit je werk, toen was dat niet zo. Mijn jaarcontract liep af tegen de tijd dat ik uitviel. Het werd daardoor niet verlengd. Een goede leidinggevende had misschien gezegd: die jongen kan goed werken, laten we hem helpen. Maar voor mij hield het toen op.”
Lees het hele interview met Anton van der Vlugt in Terdege (nr. 25, 5 september 2023).
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen