Met de fractie van de SGP op werkbezoek bij Het Cheider

Met de fractie van de SGP op werkbezoek bij Het Cheider

Cheider SJK Amsterdam- werkbezoek SGP- RenateB _41_

Tussen de flatgebouwen van de Amsterdamse wijk Buitenveldert klinken vrolijke kinderstemmen. Ze komen vanachter een hoog, stalen hek waar voorbijgangers op straat niet doorheen kunnen kijken. Terdege ging mee tijdens een bijzonder werkbezoek van de SGP.

Het zijn meer dan drukke weken voor politici. Het verkiezingsreces ging 27 oktober in en duurt tot en met de verkiezingen op 22 november.

Ook de agenda van Chris Stoffer, fractievoorzitter van de SGP, puilt uit. Van een regiotour naar Rijssen, Gorinchem of Goes tot een opname voor SGP Studio. En natuurlijk de werkbezoeken.

Eind september zoekt Cornel van Beek, voorlichter van de Tweede Kamerfractie van de SGP, contact met het Cheider om een bezoek af te spreken bij de enige orthodox-Joodse school in Nederland. Maar dan vinden de gruwelijke aanslagen op zaterdagmorgen 7 oktober in Israël plaats. Ineens is alles anders.

De geplande afspraak van 13 oktober kan niet doorgaan. Op die dag zijn de drie Joodse scholen in Amsterdam zelfs helemaal gesloten. Uit vrees voor de oproep van een Hamas-commandant om wereldwijd tegen Israël te protesteren. De week erna ziet de directie van het Cheider zich vanwege de veiligheid van de leerlingen opnieuw genoodzaakt om twee dagen lang de leerlingen online les te geven.

Tot het laatste moment blijft het onduidelijk of op maandagmorgen 30 oktober leerlingen aanwezig zullen zijn of niet. Maar ook in een lege school is Chris Stoffer met Diederik van Dijk, André Flach (respectievelijk de nummer twee en drie van de SGP-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen), beleidsmedewerkers én een fotograaf en redacteur van Terdege van harte welkom, benadrukt het Cheider.

Kogelwerende vesten

Vanaf de straatzijde is niet te zien dat er achter het stalen hek, de scherpe punten en bewakingscamera’s een school staat. Op een strategische plek in de buurt staat een voertuig van de Koninklijke Marechaussee; de mannen zijn zwaarbewapend en voorzien van kogelwerende vesten, ervoor. „Nee, geen foto’s. Nee, ook niet op de rug.” Voor de school nogmaals beveiligers die niet over één nacht ijs gaan. De tassen van de fotograaf en de redacteur moeten tot het laatste ritsje open. De beveiligers checken de identiteitskaarten. Pas dan gaat de sluis open naar de wereld achter het stalen hek.

Een wereld die grote overeenkomsten heeft met elke andere basisschool in Nederland. Een groepje jongens –keppeltjes op– stormt het plein op. Vanuit het andere deel van de school komen de meisjes, een stuk rustiger, naar buiten.

Jael de Jong Weissman, hoofd van het management team, verwelkomt de SGP’ers hartelijk. „We waarderen het heel erg dat u hier, in de huidige omstandigheden, bent.”

„Wilt u de vragen over veiligheid bewaren voor straks”, vult Dovid Visser, verantwoordelijk voor de basisschool, aan. „Kinderen moeten zo lang mogelijk kinderen blijven.”

Bijna 13 jaar lang woonde Visser in Israël. „Als jonge rabbijn wil ik graag iets betekenen voor de Joodse gemeenschap. Daarom ben ik teruggekomen naar Nederland. Ik ben op deze school afdelingshoofd primair onderwijs, een prachtige baan.”

Visser leidt het gezelschap door het gebouw. Ondertussen legt hij uit dat de school eigenlijk uit vier delen bestaat: op de benedenverdieping bevindt zich de basisschool, op de eerste verdieping het voortgezet onderwijs. Beide scholen zijn verdeeld in een jongens- en een meisjesdeel. Er worden twee soorten onderwijs gegeven: profaan (religieus) en regulier onderwijs. Het Joodse onderwijs krijgen de kinderen twee uur per dag, boven op het reguliere onderwijs. De klassen zijn klein, elk kind krijgt via de daltonmethode les op zijn of haar eigen niveau.

Groeiende leerlingaantallen

Ook rabbijn Yanki Jacobs en Bart van de Kamp, lid van de raad van toezicht van het Cheider, zijn bij de rondleiding aanwezig. In de tijd dat Jacobs zelf les kreeg op het Cheider, zaten er 300 leerlingen op de school. „Maar de gemeenschap krimpt.”

Visser geeft aan dat het aantal leerlingen op dit moment iets stijgende is. „Twee jaar geleden kregen we Joodse leerlingen uit Oekraïne erbij. En sinds 7 oktober sluiten ook Joodse leerlingen van andere scholen zich bij ons aan.”

Stoffer wil weten hoe de leerlingenaanwas op de andere Joodse scholen in Amsterdam gaat. Volgens Van de Kamp groeien de leerlingaantallen daar ook. „Zeker sinds alle anti-pestprotocollen, zachtjes uitgedrukt, op andere scholen overboord gezet zijn.”

Jacobs knikt. „Nu het antisemitisme zo groeit, voelen ze zich binnen Joodse scholen veiliger.”

Visser: „Wij hebben een landelijke functie. Leerlingen komen uit heel Nederland hierheen, vanuit Nijmegen, Rotterdam, Heemstede.”

Heilige taal

In het peuter-en-kleuterlokaal is een jonge, Joodse leerkracht aan het werk. Aan de wand hangt het Hebreeuwse alfabet. „Aan het eind van groep 2 kunnen mijn leerlingen Hebreeuws lezen.”

„Dat doen we omdat we de Joodse identiteit vooropstellen”, legt Visser uit. „Het is een heilige taal. Doordat ze die als eerste leren, doet dat ook iets met het religieuze bewustzijn van de kinderen.”

„Merk je aan de kinderen dat ze angstig zijn?” wil Stoffer weten.

„Gelukkig niet”, antwoordt de kleuterjuf. „Daar was ik bang voor, maar ze zijn nog zo jong dat het bij hen niet speelt.” In de hogere groepen denken kinderen wel aan de oorlog, zegt De Jong Weissman. „Toen we in groep 3 vroegen om een tekening te maken, stonden er soldaten op papier.”

Visser: „Daar hebben we nu een positieve draai aan gegeven. Vanaf groep 3 mogen kinderen een tekening maken voor soldaten in Israël, en vanaf groep 5 schrijven leerlingen brieven om de soldaten een hart onder de riem te steken. We maken de kinderen duidelijk dat God ons helpt en beschermt.”

„We zijn trotser geworden op wie we zijn”, zegt de leerkracht van de kleuters. „Dat is aan de buitenkant misschien niet te zien. Maar we zijn als gemeenschap een nog hechtere eenheid geworden.”

Visser: „Ja, zo ervaar ik dat ook. We bidden dagelijks samen de psalmen op school. We leren de kinderen: God luistert naar je gebed. Juist de gebeden van kinderen zijn belangrijk.”

Stoffer vertelt dat er door heel Nederland vanuit de kerken en kerkelijke gemeenschappen intens meegeleefd wordt. Zowel financieel als in de gebeden.

De Jong Weissman beaamt dat: „Dagelijks komen er lieve kaarten binnen.”

„Dat wist ik niet,” reageert Van de Kamp verrast. „Dat moet je delen in onze gemeenschap. Veel mensen voelen zich alleen.”

Synagoge

Iets verderop in het jongensgedeelte is een synagoge. Visser: „De basisschoolleerlingen bidden in hun eigen lokaal. De leraar let dan onder meer op de uitspraak. Jongens op het voortgezet onderwijs kunnen al zelfstandig bidden. Zij doen dat hier twee keer per dag. Dan mogen ze ook de Thora uit de heilige ark achter het gordijn halen en die lezen.”

Op elke schoolbank ligt een pet en zelfs een enkele, zwarte hoed. Jacobs: „Een keppeltje is verplicht. Daarmee erkennen wij dat er een hogere Macht is. Zelf zet ik ook nog een hoed op, dan betoon ik dubbele eerbied.”

Een hele wand van de synagoge is gevuld met boeken. Jacobs: „Deze teksten zijn 2000 jaar oud. Leerlingen lezen dus de originele tekst en maken hun eigen vertaling.” Glimlachend: „Het probleem van welke Bijbelvertaling er gebruikt zou moeten worden, kennen we daardoor niet. Maar wij hebben wel weer andere issues.”

„Waar gaan jullie leerlingen na afloop van hun opleiding naartoe?” wil Van Dijk weten. Visser antwoordt dat ze vaak doorstromen naar Joodse scholen in het buitenland. Meisjes krijgen één of twee jaar les aan een seminarie, terwijl jongens de opleiding tot jurist of bijvoorbeeld accountant volgen.

Verhuisdozen

In een lokaal op de eerste verdieping is er gelegenheid om de zware thema’s te bespreken. Flach stelt onder meer de brief aan de orde van de rijksambtenaren die het niet eens waren met de steun die Nederland voor Israël uitsprak. Van de Kamp: „Ik heb het antisemitisme in Nederland nog nooit zo heftig meegemaakt als in deze weken. Het moment dat je de verhuisdozen gaat pakken, nadert.”

De Jong Weissman: „Ik hoor van ouders die buiten de deur geen Hebreeuws meer spreken. Ze waarschuwen hun kinderen: Noem mij geen ”ima” (mama, red.) meer op straat. De mezoeza’s verdwijnen van de deurposten.”

Ter afsluiting van het bezoek leest rabbijn Jacobs een indrukwekkende column voor over de impact die de ontwikkelingen hebben op het dagelijks leven van zijn gezin. Tot zijn grote schrik fotograferen twee jongens zijn woning. Zijn het onschuldige toeristen uit India? Of hebben de jongemannen kwaad in de zin?

Na de laatste woorden van zijn column blijft het even stil. Dan spreekt De Jong Weissman haar grote waardering uit voor het bezoek. Stoffer verzekert de aanwezigen nogmaals van de onvoorwaardelijke steun van de SGP.

Tijd om te gaan. Buiten spelen de kinderen op het plein. Met een klap vallen de (sluis)deuren een voor een achter ons dicht.

De rondleiding bij het Cheider heeft op Chris Stoffer (49) diepe indruk gemaakt, vertelt hij een dag later in zijn woning in Elspeet. „Aangrijpend dat Nederlandse kinderen zo naar school moeten.” Het bezoek aan de Amsterdamse school was een van zijn eerste werkbezoeken in campagnetijd.

Waar bent u in de campagneperiode vooral druk mee?

„Met name in de eerste week was er geen leeg plekje in de agenda te vinden. Toen liep het werk in de Tweede Kamer nog door.

In onze campagne besteden we aandacht aan tien speerpunten. Bij elk thema probeert het team bijpassende werkbezoeken te bedenken. Tijdens onze regiotour in Gouda, de eerste van tien tours door het hele land, speelden de thema’s veiligheid en antisemitisme een rol. De regiotour verloopt steeds via een vaste opzet: overdag werkbezoeken, aansluitend een avond waarin we onze campagne toelichten. In Gouda zijn we onder meer bij de sociale dienst en de politie geweest.” Glimlachend: „Ik heb zelfs nog even in het cellencomplex gezeten. Ook hebben we de kleine Joodse gemeenschap ter plekke bezocht. Vóór de Tweede Wereldoorlog was dat een grote, bloeiende gemeenschap, nu zijn het slechts tien, elf mensen. Dat is heel schrijnend.”

Hoe komen de werkbezoeken tot stand?

„De beleidsmedewerkers van onze fractie in Den Haag hebben in de campagneweken minder werk, want de Tweede Kamer is met reces. Daarom nemen zij, in nauwe samenwerking met lokale kiesverenigingen, het organiseren van de tours voor hun rekening. De mensen in de regio weten exact wat er in hun leefomgeving speelt.

In het geval van het Cheider hebben we zelf contact gezocht. Omgekeerd nemen instellingen of bedrijven ook contact met ons op. Pas stond er een hele pagina in het Reformatorisch Dagblad met de vraag waar er reclameborden voor onze campagne mogen komen te staan. Die kwam uit de koker van Barneveldse ondernemers. Hartverwarmend.”

Beleeft u de campagneperiode anders nu u fractievoorzitter bent?

„Ja, ik ervaar dat ik meer in de spotlights sta. Tijdens de regiotours moet ik het campagneverhaal vertellen. Naar een programma als Family 7 gaan nu vaker de nummers twee, drie of vier van de lijst, terwijl ik de NOS-debatten doe. Of ik dat spannend vind? Het geeft een beetje het gevoel van een tandartsafspraak. Eerst schuif ik het voor me uit: de afspraak staat pas over een week... In de wachtkamer denk ik: ik kan nog weglopen. Maar als ik er zit, geniet ik er ook van. Het scheelt erg of je een klik met een interviewer of presentator hebt. Recent had ik een opname voor TV Gelderland. Die presentator stelde kritische vragen, maar dat vind ik niet erg. En er gebeuren ook grappige, onverwachte dingen. Onlangs zat ik bij Omroep MAX. Toen maakte bakker Robèrt van Beckhoven een Christoffeltaartje. De volgende dag had Bakker Piet in Elspeet het Roermondse schuimgebak met chocolade ook gemaakt. Dan merk je hoe het hele dorp meeleeft: om elf uur waren ze uitverkocht.”

Wat is het nut van werkbezoeken?

„Mensen of bedrijven die tegen een probleem aanlopen, melden zich bij ons direct via de e-mail. Recent nog een ondernemer uit Harderwijk. Hij maakt al jarenlang infrastructuur voor de berm. Ineens stuitte hij op een inspecteur die zei dat zijn werkwijze niet kon. Daardoor dreigde zijn bedrijf stil te komen liggen. Dan gaan we meteen aan de slag.

De werkbezoeken zijn vooral van nut om feeling te houden met de kwesties die in die regio spelen. Verder is het zo dat je tijdens werkbezoeken dingen signaleert waar je later je voordeel mee kunt doen. Recent ben ik tijdens de regiotour naar het noorden met een Groningse aannemer op pad geweest. Hij hield zich bezig met het versterken van huizen in het aardbevingsgebied. De muren blijven staan, maar verder renoveert het aannemersbedrijf zo’n woning compleet. Dan zijn bewoners zomaar een jaar hun huis uit. Ik hoorde daar dat er twee sporen zijn: het versterkingsspoor, noodzakelijk; bij een volgende schok zou zo’n woning als er niets aan gebeurt, in kunnen storten. En het spoor waarbij schade aan een huis hersteld wordt. Het ene spoor loopt momenteel stroperig. Dat kunnen we dan meenemen in een debat en ervoor proberen te zorgen dat beide sporen soepel lopen.”

Welk werkbezoek vergeet u nooit meer?

„Alles wat je voor de eerste keer hoort of ziet, maakt de meeste indruk. In coronatijd ben ik bij veel ondernemers geweest. Daar hoorde ik schrijnende verhalen. Zo kwam ik bij een dame in een schoenenwinkel. Voor het oog zag de zaak er prachtig uit. Maar zij vertelde me dat ze nog heel wat jaren moest werken, ze hoopte dat ze dan zonder schuld aan haar pensioen kon beginnen.

In Lelystad liep ik eens met de sociale dienst mee. Daar ontmoette ik een stel dat net getrouwd was. De vrouw kwam uit Zuid-Afrika, haar man had een hersenbloeding gehad. Daardoor moesten ze een aangepaste woning zien te regelen. Dat ging zo ontzettend moeizaam. Als deze mensen op Urk hadden gewoond, dan had de gemeenschap het in no time voor hen geregeld. Omzien naar elkaar is zo belangrijk.”

Dit artikel stond in Terdege nr. 4, 14 november 2023.

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Gisette van Dalen-Heemskerk

Volg ons lifestyle platform op instagram.