Mmm.... deze koekjes zijn heerlijk, zeker door het glazuur erop. Let erop dat ze tijdens het bakken meer onderwarmte dan bovenwarmte krijgen.
Vanillebatons! Vroeger hadden wij ze thuis weleens. Vooral vanwege het glazuur op de koekjes vond ik ze altijd erg lekker. Toen ik in eerste jaar van de banketbakkersopleiding zat, deed ik mee aan de jeugdvakwedstrijden met koekjes en gebakjes. Hiervoor heb ik de koekjes uit dit recept gemaakt. Helaas heb ik de wedstrijd niet gewonnen, maar de koekjes waren wel erg lekker.
Het afbakken van deze lekkernij gaat thuis iets lastiger dan in de bakkerij, waar we speciale ovens hebben. De vanillebatons moeten namelijk meer onderwarmte hebben dan bovenwarmte. Dus als je alleen de onderkant van de oven aan kunt doen, dan is dat handig voor dit recept. Lukt dat niet, dan is het ook een mogelijkheid om een lege bakplaat boven de koekjes leggen, zodat er niet te veel bovenwarmte is.
Ingrediënten
- 500 g bloem
- 350 g roomboter
- 175 g poedersuiker
- 5 g zout
- 1 zakje vanillesuiker
Glazuur:
- 325 g poedersuiker
- 17 g zetmeel
- 4 g vanillesuiker
- 40 g eiwit
Bereiding
- Meng boter, suiker en zout. Doe daarna de bloem erbij, zodat je een deeg hebt.
- Rol het deeg uit op ongeveer 5 mm.
- Leg de uitgerolde plak in de koelkast. (Je kunt hem dus het beste op een bakplaat uitrollen.)
- Meng het glazuur goed.
- Bestrijk de deegplak met het glazuur.
- Laat de deegplak ongeveer een halfuur opstijven in de koelkast.
- Snijd koekjes van 3 x 7 cm, of steek vormpjes.
- Bak de koekjes 15 tot 20 minuten in de oven op 160 graden.