Ik klopte op haar deur, opende deze vervolgens zachtjes en zag haar bij schemerlicht zitten op haar bed. Voorover met haar hoofd, starend naar haar telefoon. Ze hoorde me nauwelijks binnenkomen. Ik liep naar haar toe en vroeg of ik naast haar mocht zitten. Dat was goed.
Even daarvoor was ze naar boven gelopen, haar kind liet ze achter op de bank en bij de deur bedacht ze nog net om tegen me te zeggen dat ze even naar boven ging en of ik op wilde letten. Ik ging op de bank zitten, keek naar het kind wat vredig lag te slapen en wachtte geduldig totdat de moeder weer terug zou komen. Dat gebeurde niet. Haar kind werd wakker, ik nam haar in mijn armen dicht tegen me aan. Ik gaf haar de fles die ze voor een gedeelte opdronk, ze begon te huilen, weigerde de fles en ze wreef hard in haar ogen. Ik stond op, droeg haar op mijn arm, wiegde haar zachtjes heen en weer en zong wat liedjes. Uiteindelijk gaf ze de strijd op en viel ze in slaap.
Toen haar moeder niet terug kwam, besloot ik naar boven te gaan. Toen ik naast haar ging zitten met haar slapende baby moest ze glimlachen. Direct daarna keek ze weer naar haar telefoon. Achter elkaar kwamen er berichtjes binnen, ik kon het zien. Ik vroeg haar wat er aan de hand was. ‘Hij is boos op me en dan gaat hij me uitschelden. Dat gebeurt altijd wanneer hij zijn zin niet krijgt of gefrustreerd is. Dan reageert hij het af op mij.’ Ze vertelde dat ze hem had geblokkeerd op social media, maar via SMS ging hij gewoon verder. Ze maakte overal een screenshot van, bewijsmateriaal mocht het ooit volledig escaleren en door hogerhand opgepakt worden. Dan zou ze strijden voor haar kind en dit als bewijsmateriaal gebruiken. Hij zei dat ze geen goede moeder was, dat ze hun kind verpeste en het niet kon, de opvoeding. Ze keek me aan, werd een beetje vurig en ging zich tegenover mij verdedigen. ‘Ik kan er echt niets aan doen dat ze een afwijking heeft, ik oefen elke dag en bezoek de fysio. Ik ben 24/7 met haar, dus ik weet echt wel beter hoe het moet.’ Ik liet uit even praten, maar onderbrak haar halverwege. ‘Lieve vrouw, je hoeft jezelf niet te verdedigen. Ik weet hoe hard jij je best doet, ik zie dat en ik merk dat.’ Ze vertelde me dat hij na een uur wel weer ‘bijgekomen’ was en haar zou bellen om het goed te praten. Ze praatte zijn gedrag goed richting mij.
Een tiener was ze nog. De twintig nog niet bereikt. Zoveel drama’s al meegemaakt en over zich heen gekregen, in de familie en in de liefde. Niet weerbaar genoeg om voor zichzelf op te komen, zich volledig afhankelijk makend van haar vriend. Weinig andere keuzes te hebben, gevolgen niet te kunnen overzien. En nu heeft ze een kind, dat haar voor altijd zal binden aan de vader van het kind.
Ik had de neiging om die telefoon uit haar handen te pakken en die jongen is te vertellen waar hij mee bezig was. Het leek me geen goed idee. Het zou ook geen positieve uitwerking hebben. Maar soms voelt het machteloos. Als er dingen gebeuren waar je weinig invloed op hebt.
Ik zei tegen haar dat ik het heftig vond wat hij tegen haar zei. Dat ze het niet verdient om zo behandeld te worden. Of ze het niet beter kon negeren, dan zou hij vanzelf stoppen met praten. Ik stimuleerde haar om die telefoon weg te leggen, afleiding te zoeken en voor haar kind te zorgen. Haar kind had haar nodig, ook al sliep ze nu. Het is wat we hen leren: je kind op nummer één, hoe zwaar je eigen last soms ook is.
Langzaam stond ze op van haar bed. Vermoeid. We legden haar kindje in bed, waren samen blij dat ze door bleef slapen en ik dekte haar toe. Een paar seconde bleef ik naar haar kijken. Hopend dat dit kind verdriet gespaard zou blijven. En dat ze een liefdevolle moeder én vader in haar leven zou krijgen.
beeld: Renate Bleienberg-van Leeuwen
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd