Mantelzorger zijn kost tijd. En moeite. Soms is het lastig om het op te brengen. Maar tegelijkertijd doe je het graag voor de persoon van wie je houdt. Ook als je nog maar een tiener bent. Jonge mantelzorgers vertellen hun verhaal.
Ze zette zich al in voor jonge mantelzorgers toen deze groep nog grotendeels onder de radar zat. Helma Boorsma begon elf jaar geleden als consulent jonge mantelzorgers bij Stichting Evenmens. Om jongeren die opgroeien in een gezin met ziekte en zorg handvaten te geven zodat ze steviger in hun schoenen staan.
Voor de 600 jongeren die bij de Overijsselse stichting bekend zijn, is er jaarlijks een aantal ontspannende activiteiten. „Want we merken vooral dat er behoefte is aan lotgenotencontact.”
Ook organiseert Evenmens workshops met spelletjes en opdrachten. „Bijvoorbeeld over het thema gevoelens. Wat als ik me boos en verdrietig voel, hoe ga ik daarmee om? En wat is mijn positie in het gezin?”
Voor het vervolg van het hoofdartikel: lees Terdege.
We voelen ons geen mantelzorgers
- Wie: Hannah (16), Elisa (14) en Loïs (14) Hout uit Ridderkerk.
- Mantelzorgers voor vader met een hoge dwarslaesie.
Elisa: “Mijn vader is vanaf borsthoogte verlamd. Door veel spieroefeningen kan hij zelf eten, zodat hij niet volledig van ons afhankelijk is.”
Loïs: “We halen soms eten voor hem en legen de katheterzak, maar dat zouden we niet echt mantelzorg willen noemen. Voor ons is dat zo normaal.” Elisa: “Sinds kort leggen we hem ook af en toe op bed.” Hannah: “We helpen automatisch.” Loïs: “Misschien is het niet altijd leuk om ergens voor op te moeten draven, maar we doen het wel graag.” Hannah: “Ik denk niet dat we heel veel meer moeten doen dan een gemiddelde tiener.”
Loïs: “De rolstoel hoort bij papa.” Elisa: “Als kind vonden we die bijna stoer.” Grijnzend: “Als iemand vervelend deed, zeiden we: Pas op hoor, mijn vader komt je overrijden.” Hannah: “Als papa ineens zou kunnen lopen, zou ik erg moeten wennen, al gun ik het hem van harte.” Elisa: “Soms maken we er misbruik van dat hij niet kan lopen. We zitten alledrie lekker in de puberteit en als we naar boven rennen als we boos zijn, kan hij niet zomaar achter ons aan komen.”
Hannah: “Door onze gezinssituatie zijn we gewend om iets voor anderen te doen. Dat is een voordeel.” Elisa: “Lastig is dat veel locaties niet zo rolstoeltoegankelijk zijn als beloofd. Dan kan papa bijvoorbeeld ineens niet verder mee op een wandeltocht. Dat soort momenten zijn confronterend.” Loïs: “Onze vakanties zijn vast ook minder spectaculair dan die van veel anderen. Maar we genieten er ontzettend van. Nederland kan zo mooi zijn.”