Johan Melse: Ik zou best nog eens voor de klas willen staan

Johan Melse: Ik zou best nog eens voor de klas willen staan

spg-19206-docent Johan Melse-12-site

Maar liefst 45 jaar zit hij al in het onderwijs. Johan Melse (65) uit Bodegraven is een betrokken, bevlogen en idealistische pabodocent. Nog even en hij gaat met pensioen. „Maar ik zou nog best eens voor een basisschoolklas willen staan.”

Hij is niet de enige in huis die hart heeft voor het onderwijs, zo blijkt als hij begint met vertellen. Zijn vrouw is ook werkzaam in het onderwijs. Ze ontmoetten elkaar op de eerste school waar ze werkten, de Eben-Haëzerschool in Tholen. Hij als meester, zij als kleuterjuf. Als het over zijn tijd in Tholen gaat, gaan Melses ogen schitteren. Hij heeft het overgrote deel van zijn carrière in Gouda gewerkt, eerst aan het Driestar College en later bij Driestar Educatief. Maar Tholen vergeet hij nooit. Het is de stad waar hij zelf ook vandaan komt. „Ze zeggen dat een profeet in eigen land niet wordt geëerd, maar ik heb het toch maar gewaagd. En het is mij goed bevallen, want ik ben er veertien jaar gebleven. We hebben er samen een heel fijne tijd gehad.”

Internaat

Als 15-jarig jochie komt Melse voor het eerst op het internaat in Gouda te wonen, om daar de havo te kunnen doen. „In Tholen hadden we alleen een mavo, en mijn ouders wilden niet dat ik naar een rooms-katholieke of openbare school in het Brabantse Bergen op Zoom zou gaan.”

Hij beleeft er een geweldige tijd. „De regels waren best streng. Zeker het eerste jaar. Maar de sfeer was positief. Ik kwam op etage 2 met nog twintig andere havo 4- en 5-leerlingen. We moesten ’s avonds op onze kamer huiswerk doen tot half negen. Dan ging de zoemer en dronken we gezamenlijk koffie in de eetzaal. Vervolgens verzorgden de leiders de avondsluiting. Tot half elf moest je weer naar je kamer om te studeren en om kwart voor elf moesten we ons klaarmaken voor de nacht. Om elf uur gingen de lichten uit. ’s Morgens om kwart voor zeven werden we weer gewekt. Echt een regime, maar ik denk dat dat heel goed voor ons was. Overigens waren er zeker ook momenten van ontspanning, zoals een illegaal waterballet op z’n tijd en een verjaardag met z’n allen op één kamer. We hebben zelfs een keer een orgel uit het raam gegooid.”

Na de havo gaat Melse de pabo doen. „Mijn vader was bankdirecteur. Die zag ik hele dagen op kantoor zitten werken. Ik dacht: dat is niets voor mij. Ook techniek heeft me nooit gelegen. Maar ik ben wel sociaal en zorgzaam en ga gemakkelijk met anderen om. En mijn ouders stimuleerden mij al vanaf de lagere school om later naar de Driestar te gaan.”

Als hij afstudeert, solliciteert hij naar een plek op zijn oude lagere school in Tholen, waar een vriend van hem hoofd der school is, zoals dat toen heette. Hij voelt zich er als een vis in het water.

Het is dan 1977. In verschillende opzichten een heel andere tijd. Hij herinnert zich dat een oma van een vriend hem ineens begon aan te spreken met u. „Waarom doet u dat?” vroeg ik haar. „U bin noe toch mêêster”, zei ze in het Zeeuws.”

Ook de leerlingen zaten wat anders in elkaar dan nu. Zo kwam Melse te staan voor klas 3/4 (nu groep 5/6), een klas met 33 kinderen. Een keer per maand moest hij op dinsdagmiddag weg voor een cursus. Vervanging in de klas was er echter niet.

„Ik zei vooraf tegen de kinderen wat ze die middag moesten doen en schreef dat ook op het bord. Het hoofd van de school kwam aan het begin van de middag bidden en aan het einde danken. En de volgende dag bleek dat de kinderen het perfect hadden gedaan. Hun werk was af en het was rustig gebleven in de klas. Dat ging zo wel een keer of tien goed. Nu kun je dat niet meer doen, denk ik.”

Lees het hele artikel in Terdege (nr. 25, 30 augustus 2022).

beeld: Tineke van der Eems

Lees verder

Terdege-portfolio-najaarsnummer-2024

Auteur

Jacomijn Ariakhah

Volg ons lifestyle platform op instagram.