Haar rolstoel weerhoudt haar er niet van de wereld over te reizen en organisaties met raad en daad bij te staan. Hoornbeeckdocente en stagecoördinator Jenneke Haase (47) uit Rijssen denkt er niet over om achter de geraniums te gaan zitten. Daar heeft ze veel te veel energie voor.
Wie Jenneke ontmoet, vergeet al snel dat ze in een rolstoel zit. Ze heeft een brede belangstelling en praat vlot. Zo vertelt ze met genoegen over haar werk bij het Hoornbeeck College in Apeldoorn en zet ze haar bezoek graag aan het denken over de plaats van gehandicapten in onze maatschappij.
Al kletsend rijdt ze naar de op maat gemaakte keuken, waar ze thee inschenkt. Haar huis is helemaal aangepast aan de rolstoel. Geen drempels, een dubbele voordeur en een ruime zithoek, waardoor ze met gemak langs de salontafel kan rijden.
Opvallend zijn de roze stoelen, het roze behang en het grote, fleurige schilderij van een vaas met bloemen in haar woonkamer. Ze houdt van kleur, deze Rijssense. „Ik heb net een nieuwe rolstoel. Eigenlijk wilde ik een roze. Maar die waren er niet.” Wijzend naar de rode accenten aan de wielen: „Nu zit er in elk geval toch iets kleurigs aan.”
Bloeding
Jenneke wordt als een gezonde baby geboren. Maar op haar twaalfde kan ze van de ene op de andere dag plotseling niet meer lopen en staan. Ze wordt opgenomen in het ziekenhuis en blijkt een spontane bloeding in haar rug te hebben. Het gevolg daarvan is een incomplete dwarslaesie.
Na twee weken in het ziekenhuis te hebben gelegen, moet ze een halfjaar revalideren. Het gevoel in haar benen komt dan gelukkig weer terug. Maar haar spierkracht blijft minimaal. „Ik kan mijn benen en voeten bewegen, maar ik ze niet gebruiken om te staan of te lopen.”
In de revalidatieperiode leert ze veel. „Natuurlijk was er ook verdriet en angst, omdat ik niet wist wat me te wachten stond. Tegelijkertijd leerde ik mezelf behelpen. Ik ontdekte hoe ik in een rolstoel moet rijden en wat ik moet doen als ik eruit zou vallen. Ik kreeg krachttraining in mijn armen en handen, want je handen zijn je benen als je een dwarslaesie hebt. En ik leerde hoe ik mezelf bijvoorbeeld van de rolstoel naar een gewone stoel kan verplaatsen. Transfers, noem je dat.”
Ze gaat na haar revalidatie, net als haar vriendinnen, naar de Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn. „Ook al was het 35 jaar geleden niet heel gebruikelijk dat je met een beperking zomaar weer de wijde wereld inging.”
Haar familie en vriendinnen helpen haar als dat nodig is. „Ik ging met de bus vanuit Rijssen naar Apeldoorn. Omdat ik niet met de rolstoel de bus in kon rijden, stopten vrienden de rolstoel in de bagageruimte en hees ik mezelf zittend op de tredes aan mijn armen naar boven. Tussen de lessen door moesten we soms van schoolgebouw wisselen. Die gebouwen lagen best een stuk uit elkaar. Dan hing ik met mijn rolstoel achter de fietsen van mijn vriendinnen. Later ging ik op kamers, omdat ik stage liep in het Bronovo Ziekenhuis in Den Haag. Mijn ouders vonden dat prima. Mijn vader zei: „Dat moet je dan zelf organiseren.” Dat heb ik gedaan en het was nog leuk om te doen ook.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 18, 21 mei 2024). Een los nummer kun je bestellen in de webshop.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen