Als haar naam het nog niet verraden had, is aan haar tongval wel te horen dat Janke Reitsma een echte noorderling is. Ze groeide op in Friesland, 25 kilometer bij het wad vandaan, dat zo’n grote rol speelt in haar debuutroman ”Niets ontgaat ons”.
„Niets ontgaat ons” vertelt het verhaal van de dertienjarige Koen. Samen met zijn vader en psychisch zwakke moeder leeft hij een teruggetrokken bestaan aan het wad. Daar is hij in zijn element, tussen de vogels. Als er een ernstig ziek zusje wordt geboren, raakt de balans in het kwetsbare gezin volslagen zoek. Koen doet zijn uiterste best om zijn moeder te helpen en voor zijn zusje te zorgen. Hij snakt naar hulp, maar is niet in staat daarom te vragen of die te aanvaarden. Zijn droom is om zijn zusje te laten delen in dat waar hij zo van geniet: de natuur van het wad. De vraag of de keus die Koen maakt goed is, kan je nog lang na het lezen bezig houden.
Wat heb je met de Wadden?
„Veel. Ik had al iets met de Wadden voor ik het boek schreef. Toen ik in Groningen woonde, ging ik vaak een dagje naar Schiermonnikoog. Ik vind de setting van een boek heel belangrijk, dus ik dacht: ik wil wel een mooie plek hebben.”
Hoe is jouw schrijf-ontwikkeling gegaan?
„Sinds ik kan schrijven, schrijf ik al verhaaltjes. Op een gegeven moment werden dat langere verhalen en kwamen er twee kinderboeken uit. Ik was 15 jaar toen ik het eerste schreef. Het heeft me geholpen in mijn schrijfontwikkeling, want ik maakte iets van begin tot eind af. Daarna heb ik altijd geschreven. Gedichten, verhalen, van alles.
Ik heb heel lang op school gezeten, eerst mbo, toen hbo, universiteit en nog een jaar kunstacademie.
Toen schreef ik minder serieus, maar het bleef altijd kriebelen. Later ging ik bij een schrijfgroep en schreef ik een roman. Die vond ik niet goed genoeg. Ik wilde pas publiceren als ik echt dacht: nu is het goed genoeg. In 2018 ben ik op de Schrijversvakschool begonnen.
Schrijven is deels talent, maar ook veel techniek. Het is heel leuk om te merken dat je je ontwikkelt. Bijvoorbeeld in het schrijven van goede dialogen. Of met oefenen hoe je iets opschrijft, zonder dat je het benoemt. En ik leerde structuur aan te brengen door lessen scenarioschrijven.”
Hoe kwam je op het idee voor dit verhaal?
„Bij mij gaat het altijd zo: ik begin ergens aan en ik verander het nog honderd keer. Er gaat veel tekst de prullenbak in. In dit verhaal zijn een paar dingen van het begin overgebleven. Ik had een nieuwsbericht gelezen dat me intrigeerde. Uiteindelijk heb ik dat volledig losgelaten, maar het personage Koen kwam er wel door tot stand. Maar de rest eromheen had ik nog niet. Er waren eerst personages die nu weg zijn, er zijn personages bijgekomen. Ik wist op een gegeven moment wel hoe het moest aflopen. Dat hielp. Eerst verzamel ik dus al schrijvend heel veel. En vaak komen er weer nieuwe ideeën als ik ga schrijven. Dat betekent dat ik veel materiaal heb liggen waar ik niets mee doe. Maar als ik eenmaal weet waar ik naartoe ga, maak ik wel een plan en breng ik structuur aan. De meeste tijd gaat bij mij zitten in het verzamelen.”
Heeft je achtergrond als orthopedagoog je bij dit thema geholpen?
„Met veel research had ik ver kunnen komen. Maar als orthopedagoog krijg je inzicht in hoe menselijke relaties werken en daar had ik veel aan. Er zitten ook medische stukken in. Ik heb gewerkt met kinderen en volwassenen met epilepsie, of die sondevoeding kregen. Dat hielp ook bij het schrijven.”
Hoe breng je zo’n personage tot leven?
„Vaak heb ik een eerste beeld van iemand. Ik maak een soort profiel. Dat zit ook allemaal in het voorbereidende stuk, voordat ik ga schrijven. Ik vind het belangrijk om een personage diepte te geven. In verhalen over ontwrichte gezinnen zijn de personages vaak vlak. Dan is vader alleen maar agressief of moeder alleen maar psychisch zwak. Maar zulke mensen bestaan niet. Ik wilde laten zien dat een gezin ontwricht kan zijn zonder dat er sprake is van geweld en terwijl er ook veel liefde is voor elkaar. Deze ouders zorgen niet goed voor hun kinderen, maar dat is omdat het ze niet lukt. Omdat ze zelf beschadigd zijn.
In een nieuwsbericht wordt vaak zo veel geoordeeld, terwijl niemand het verhaal van de persoon erachter kent. Het is veel interessanter om daarnaar te kijken dan om een oordeel te geven. Daarmee gaat het verhaal ook over goed en kwaad. Kan iets wel alleen maar goed of slecht zijn? Als je motieven kent of de omgeving, kleurt dat een daad.
Ik geloof dat de cultuur waarin je opgroeit, de mensen om je heen en je omgeving allemaal invloed hebben. Je staat altijd in verbinding met anderen.”
Lees het vervolg van het interview in Terdege (nr. 2, 13 oktober 2021).
Janke Reitsma
Janke Reitsma (33) woont in Zwolle. Ze groeide op in Friesland en woonde daarna in Groningen. Als kind las ze al veel. ”Het Achterhuis” van Anne Frank fascineerde haar. „Ik ontdekte dat het normaal is dat je een soort binnenwereld hebt. Sindsdien ben ik veel meer over mijn gevoelens gaan schrijven. Als je niet in contact bent met je eigen gevoel, kun je dat ook niet beschrijven voor een ander. ”Jane Eyre” sprak me ook erg aan, vanwege het feit dat zij grenzen opzoekt, echt haar eigen gang gaat.”
Reitsma studeerde orthopedagogiek, dat ze zelf typeert als „het vak dat kijkt naar de mens in zijn omgeving”. In 2019 won ze een verhalenwedstrijd georganiseerd door uitgeverij KokBoekencentrum, het ND en het Christelijk Literair Overleg.
”Niets ontgaat ons”, Janke Reitsma; uitg. Mozaïek, 2021; 272 blz.; € 22,99.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen