Dr. Gert van den Brink, in het niemandsland tussen rouw en hoop - Terdege

Dr. Gert van den Brink, in het niemandsland tussen rouw en hoop

Ds.-Van-de-Brink-700x500pxl

Na een hartstilstand werd dr. Gert van den Brink voor de poorten van de dood teruggehaald naar het leven. Zijn hart liep geen schade op, zijn brein wel. ”In alle onzekerheden moet ik leren leven bij Gods beloften.”

De gereformeerde Laankerk in Kralingse Veer, een dorpje aan de rand van Rotterdam, begon een nieuw leven als godshuis van de hersteld hervormde gemeente. Onder de bediening van dr. G.A. van den Brink (46) verdubbelde het aantal leden en ging de gemeente missionaire activiteiten ontplooien. Tot vreugde van de predikant, die intussen met de kerk is vergroeid. Hij gaat er niet alleen voor, maar zat er ook veel te studeren. In een smal, statig vertrek op de eerste verdieping van het karakteristieke gebouw, dat komend jaar een eeuw bestaat.

Naast de stapel boeken op het kleine salontafeltje in het studeervertrek staat een houten marionetpop, geschilderd in allerlei kleuren. Op de borstkas is een rood hartje aangebracht. Het verjaardagscadeau van de 8-jarige Jan had een dubbele lading. Hij uitte daarmee de liefde voor zijn vader en zijn dankbaarheid voor het feit dat hij die nog heeft. Op 3 mei 2018 voelde de hersteld hervormde voorganger tijdens het ritje op de fiets van de pastorie naar de kerk zijn hartslag snel oplopen. Hij maakte zich er aanvankelijk niet druk over, zeker niet nadat hij in zijn studeerkamer even had gegoogeld op hartritmestoornissen. „De eerste treffer was boezemfibrillatie, een vervelend maar onschuldig verschijnsel. In werkelijkheid was het kamerfibrillatie. Ik voelde me in snel tempo achteruitgaan en heb toch maar mijn vrouw gebeld. Die kwam me meteen ophalen en heeft 1-1-2 gebeld.”

Hartstilstand

Binnen enkele minuten arriveerde de ambulance. „Ik weet nog dat die mannen me op de brancard hielpen, daarna gleed ik voor mijn gevoel weg in een diepe slaap. In de ambulance zijn ze me gaan reanimeren. Dat was om kwart voor elf in de morgen. Tijdens de visite van de cardioloog, ’s middags om een uur of vier, drong pas tot me door hoe kritiek de situatie was geweest.”

Het was voor de predikant de eerste ziekenhuisopname in zijn leven. „Ik bleek het zogeheten WPWsyndroom te hebben. Na een dag op de hartbewaking mocht ik naar de afdeling cardiologie. Daar heb ik twee weken doorgebracht, wachtend op een ablatie. Bij die ingreep verhitten of bevriezen ze met een speciale katheter het stukje hartweefsel dat de hartritmestoornissen veroorzaakt. Daarmee is het euvel verholpen, werd me verteld. Dat is ook zo, maar dat geldt niet voor de breinschade die je door een hartstilstand kunt oplopen.”

Een patiënt voelde hij zich niet. „Ik ontving bezoek, verstuurde e-mails, zat te telefoneren... Het viel me wel op dat ik veel sneller vermoeid was dan anders, maar dat beschouwde ik als een tijdelijk verschijnsel. Het was mijn voornemen om na de revalidatie nog harder te gaan werken dan ik al deed. Zes weken na de hartstilstand leidde ik hier weer een trouwdienst.”

Burn-out

Zijn optimisme werd snel de kop ingedrukt. De oude energie keerde niet terug. Integendeel, hij voelde zijn vitaliteit gestaag afnemen. „Meer dan eens heb ik speciale preken gemaakt voor kinderen, jongeren en jonge ouders. Daarbij kon ik gebruikmaken van mijn eigen ervaring. Nu zou ik een preek voor bejaarden kunnen houden. Hoewel ik van middelbare leeftijd ben, voel ik me oud. Ik zie tegen de dingen op en bezoek is me algauw te veel. Niet door fysieke beperkingen, maar door mentale vermoeidheid. Vaak is mijn hoofd aan het begin van de avond zo moe dat ik geen zin heb om te lezen, te praten of te denken. Zelfs geen puf om naar muziek te luisteren, laat staan muziek te maken. Maar je hebt nog wel die hele avond voor de boeg.”

Vooral de periode na de geboorte van Sifra, in de zomer van 2019, was loodzwaar. „De geboorte van een kind is altijd een life event; in mijn situatie was dat in dubbele mate het geval. In de kraamtijd heb ik veel hier gezeten. Mijn hoofd kon al dat bezoek niet hebben. In augustus ging ik psychisch onderuit. Ik was uitgeput en neerslachtig, mijn reserves waren totaal op. Naast het niet-aangeboren hersenletsel had ik volgens de deskundigen een burnout. De verschijnselen van beide overlappen en versterken elkaar: concentratieproblemen, mentale vermoeidheid, prikkelgevoeligheid. Door dat raam valt eigenlijk te veel licht. Het lukt me ook niet om bij alle gezinsmaaltijden te zijn. Ik doe nog de belijdeniscatechisatie en preek één, hooguit twee keer per maand in mijn eigen gemeente. Daar heb ik mijn handen meer dan vol aan.”

Vooral de vragen over de onzekere toekomst vreten energie. „Je leeft in een niemandsland tussen rouw en hoop. Ik heb veel aan het boek ”Helpen bij verlies en verdriet” van de Vlaamse klinisch psycholoog Manu Keirse, een expert op het gebied van rouw. Die weet daar als geen ander woorden aan te geven. Ook het verlies van immateriële zaken zoals werk veroorzaakt rouw.” Het is goed om de feiten eerlijk onder ogen te zien, stelt de predikant vast. „Misschien blijft de situatie zoals die nu is. Aan de andere kant is hoop heel belangrijk. Hoop op herstel, op terugkeer van mijn energie, dat God me ook in de toekomst wil gebruiken in Zijn Koninkrijk. Welke van de twee kanten gaat het op? Het omgaan met die onzekerheid vind ik moeilijk. Soms heb ik de neiging om me over te geven aan het verdriet om de dingen die ik ben kwijtgeraakt. Dan houd ik mezelf voor dat veel mensen die hetzelfde hebben meegemaakt, in een verpleeghuis verblijven. Zo bezien zijn de gevolgen bij mij relatief mild. Maar het wordt niet meer zoals het was.”

Diepste pijn

In de lezing ”Als het leven stilstaat” die hij in mei 2019 voor jongeren hield (te zien via YouTube), sprak dr. Van den Brink over de zeven lessen die de hartstilstand en de gevolgen ervan hem opleverden. Hij staat daar nog steeds van harte achter, maar het is niet het héle verhaal, erkent hij. „Er zijn dingen die ik alleen aan familie en goede vrienden vertel, er zijn dingen die ik alleen aan mijn vrouw vertel en er zijn dingen die alleen God weet. Ik heb geen behoefte aan emotioneel exhibitionisme. Mijn diepste pijn uit ik in het gebed.”

Opstandige gevoelens heeft hij tot nu toe niet gehad. „Ik weet dat God in Zijn wijsheid en Vaderlijke zorg mijn leven bestuurt. „Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs mijn voet kan gaan.” Dat geloof ik vast. Mijn worsteling ligt meer op psychologisch terrein. Ik mis het preken, het pastoraat, de lezingen... Je identiteit is niet los te maken van wat je doet en wie je ontmoet. Vallen allerlei werkzaamheden en contacten weg, dan sterft er iets van jezelf. Somberheid was voor mij een onbekend verschijnsel. Nu moet ik er alert op zijn dat ik niet toegeef aan depressieve gevoelens.”

Bevestiging

De Rotterdamse predikant beseft dat de neerslachtigheid deels het gevolg kan zijn van verlies aan bekendheid en invloed. „Net als elk mens ben ik vatbaar voor hoogmoed. Tegelijk heb ik net als ieder mens behoefte aan bevestiging. Dat is een Bijbels thema. Opvallend is hoezeer Jezus mensen die dat nodig hadden, wilde bevestigen. „Groot is uw geloof.” „Zie, een Israëliet in wie geen bedrog is.” Het zal maar tegen je gezegd worden, terwijl je net schamper hebt gedaan over alles wat uit Nazareth komt.

Ik ben er heel dankbaar voor dat God zó mild naar ons kijkt. Terwijl we weten hoe Abraham soms struikelde, zegt het Nieuwe Testament dat hij niet heeft getwijfeld door ongeloof, maar gesterkt is in het geloof, gevende God de eer. God wil mensen bevestigen door de genade die Hij Zelf heeft verleend, opdat ze Hem met des te meer vreugde zullen dienen. Als mensen me laten weten dat ze zijn aangesproken door een preek of bemoedigd door een pastoraal gesprek, zie ik daar-achter iets van Gods goedkeuring.” De door een hartstilstand gevelde predikant houdt zichzelf voor dat niet de veelheid van de verrichte arbeid bepalend is. „Ik werkte heel efficiënt en kon daardoor veel doen. Nu moet ik leren dat het in Gods Koninkrijk niet gaat om efficiëntie maar om effectiviteit. Het weinige wat ik nog doe, kan God net zo effectief maken als het vele van vroeger. Hij heeft mij niet nodig. Ik denk geregeld aan Johannes de Doper, die slechts een halfjaar heeft gepreekt en daarna in de gevangenis belandde.”

Hij plukt nu persoonlijk de vruchten van de vele werken over pastoraat die hij las om daarmee anderen van dienst te kunnen zijn „Een boek dat veel voor me betekent, is ”Verborgen genade. Hoe de ziel kan groeien door verlies” van Jerry Sittser. Door een auto-ongeluk verloor hij zijn moeder, zijn vrouw en zijn dochter. Kort erna had hij ’s nachts een droom waarin hij de zon zag ondergaan. Hij was zo bang voor de duisternis dat hij richting de zon ging rennen, maar daarmee kon hij het ondergaan ervan niet tegenhouden. Huilend werd hij wakker.

Toen hij aan mensen om hem heen over die droom vertelde, zei een van hen: „Als jij de zon weer wilt zien opgaan, moet je juist de andere kant op lopen.” Dat vond ik een indrukwekkend beeld. De duisternis tegemoet treden is de beste manier om in de toekomst het licht weer te zien.” De boeken van Manu Keirse helpen hem de verlieservaringen te accepteren; ”The Happy Christian” van David Murray doet hem gericht nadenken over de vreugde van het christelijk geloof, los van de omstandigheden. Ook de gesprekken met echtgenote Mirma hebben een troostende werking. „We moeten daar bewust tijd voor maken. Ik heb minder energie door wat me is overkomen, Mirma omdat de meeste dingen in het gezin nu op haar schouders neerkomen.”

Gods beloften

Ook de theologische bagage die hij in de loop der jaren opbouwde, ervaart dr. Van den Brink als een steun in het omgaan met de moeiten waarmee hij wordt geconfronteerd. „Ik heb theologie altijd als een wetenschap voor de dagelijkse praktijk gezien. Packer typeert catechisatie als leren wat wij geloven en uitleggen wat dat uitmaakt voor de praktijk van het leven. Zo is het. Jezus leert ons om niet bezorgd te zijn. Als God voor de vogels zorgt, hoeveel te meer voor mij. Tegen Zijn discipelen die Hem wekten vanwege een enorme storm, zei Hij: „Waarom zijn jullie bang?” Wij denken: angst is zo’n basale emotie, gun die mensen hun vrees, maar Jezus zegt: „Hebben jullie geen geloof?”

Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Niet dat ik dat elk moment ervaar, maar ik geloof het omdat God het belooft. Ik verlang ernaar en bid erom dat dit mijn basishouding mag zijn in de weerbarstige realiteit. Die houding vind je ook in de Psalmen. Neem Psalm 77, waarin Asaf klaagt: „Heeft God vergeten genadig te zijn?” Vervolgens spreekt hij zichzelf toe: „Dit krenkt mij.” Dit levert niets op. Hetzelfde zie je in Psalm 42.

Dit leven is een tranendal, dat beleef ik nu sterker dan voorheen. Bijbels bezien is lijden niet de uitzondering, maar de normale toestand in het leven. Heb ik nog veertig jaar van overgevoeligheid, hoofdpijn en andere beperkingen voor de boeg? Zulke sombere gedachten bespringen me, maar ze moeten niet het laatste woord hebben. We mogen naar onze innerlijke emoties luisteren en er uiting aan geven, als we daarna onszelf maar aanspreken. Hoop op God! Dat is de lijn van de klaagpsalmen. Dat zijn geen liederen waarin God wordt aangeklaagd, maar ”lamentations”: de dichters klagen hun nood voor God úít. Het is een klagen in geloof. „Stort voor Hem uit uw ganse hart.” In alle onzekerheden moet ik leren leven bij Gods beloften. Dat is een rijk leven en tegelijk in psychisch opzicht een spannend leven. De verhouding tussen het geestelijke en het psychische houdt me door mijn huidige omstandigheden sterk bezig.”

Zaligheid

Hij heeft niet de indruk dat hij sinds zijn hartstilstand anders preekt. „Voor mezelf is het grootste verschil dat ik me veel minder goed kan voorbereiden. Gemeenteleden vinden wel dat ik anders preek dan voorheen. Waarschijnlijk omdat ze weten wat ik heb meegemaakt en hoe ik op die kansel sta. Dat nemen ze mee in hun luisteren.

Je hoort mij niet zeggen dat ik doorleefder preek dan vroeger. Ik ben vooral dankbaar dat ik in het aangezicht van de dood de betrouwbaarheid van het Woord van God heb ervaren. Ik had geen angst voor de dood. Met de schrijver van de brief aan de Hebreeën ervoer ik heel sterk dat Jezus is gekomen om door Zijn dood teniet te doen degene die het geweld van de dood had, dat is de duivel, en te verlossen al degenen die met de vrees des doods al hun leven aan de dienstbaarheid onderworpen waren.”

Als hij vooruitblikt, is dat met het gebed van Jacqueline van der Waals. „„Laat mij niet mijn lot beslissen; zo ik mocht, ik durfde niet.” Ik probeer te voorkomen dat ik ga voorsorteren op allerlei toekomstscenario’s. God weet waar Hij me hebben wil. Voor mij is de vraag: ben ik beschikbaar voor God? Als ik honderd procent energie heb, vijftig procent, tien procent, nul procent... De Heere Jezus had aan vijf broden en twee vissen van een jongetje voldoende om een menigte te voeden.”

Kruisdragen

De laatste les die de predikant in mei aan het gehoor van jongeren doorgaf, was: „Er is geen enkele reden om te klagen over God.” „Dat kan ik gelukkig nog steeds volmondig zeggen. Thomas Boston eindigt zijn dagboek met de woorden: „De mens wordt wenend geboren, leeft klagend en sterft teleurgesteld. Op Uw zaligheid wacht ik, Heere.” Als we alleen in dit leven op Christus zijn hopende, zijn we de ellendigste van alle mensen. Het leven van een christen is kruisdragen achter Christus aan. Daarin overkomt ons niets vreemds, zegt Petrus. Het leven onder de zon mag een zinloze kringloop lijken; boven de zon is God. Hij volvoert alles naar Zijn wil en schenkt de eeuwige zaligheid aan allen die het van Hem verwachten.”

Beeld: Tineke van der Eems

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.