Hij

Hij

DSC08938

Hij stond naast haar en hield haar hand vast. Ik zag een duim die zachtjes wreef en knokkels, wit van knijpen. Hij volgde haar, als een trouw hondje, met de punt van het matje tussen zijn handen. De douche in en de douche uit. Tweeëntwintig lentes jong, bijna een jongen nog, en hard onderweg om een vader te worden.

Ik hoorde zijn verbaasde uitroep ‘Zo ken ik je echt niet!’, toen zijn nette Josephine & Co-vrouw opeens her en der wat lucht liet ontsnappen.

Op zo’n moment zie ik hoe dingen veranderen. Hoe een relatie zich verdiept, hoe een pasgetrouwd stel elkaar opeens op een totaal andere manier ziet en leert kennen.

Een bevalling is ook een soort relatieles, zeker een eerste bevalling. Het is prachtig om te zien hoe hij zegt ‘Ik kan niks’ en zij zegt ‘Ik heb je nodig’.

Halverwege de nacht werd hij wat witjes, al die uren in een klamme douche gaan je niet in de koude kleren zitten. En tussen de weeën door vroeg ze aan hem: 'Gaat het nog met jou?" Zo gaat dat, zij puft en vangt weeën op en ondertussen staan alle antennes uit en met een schuin oog observeert ze hem en zorgt ze nog steeds voor hem.

"Ga maar even", zei ik, 'loop een rondje buiten, eet wat, haal een keer diep adem, we bellen je wel als de baby er is.' En weg was hij. Na een minuut of 20 kwam hij terug, weer helemaal bijgetrokken. 'Kom maar', zei ik, 'pak de douchekop maar weer over.' Toen stond hij daar weer, stevig, niets te doen, maar intens belangrijk door alleen maar te zijn.

Ik liet ze alleen, rommelde wat in de kamer, legde alvast mijn spullen klaar. Toen stond hij opeens weer naast mij. 'Ik kan niet zo goed tegen bloed', zei hij. Een beetje terloops, een beetje expres nonchalant. Maar belangrijk genoeg om mij even voor op te zoeken.

'Ah', zei ik, 'dat geeft niks joh. Tegen de tijd dat het echt wat bloederig wordt, heb je allang iets anders om naar te kijken.' Oké, knikte hij, niet helemaal overtuigd. 'Echt hoor', zei ik, 'dat komt echt goed. Weet je, bijna alle mannen houden er niet van.' Dat luchtte op. 'Echt?', zei hij nog. 'Ja echt', zei ik. Dat is niet helemaal waar natuurlijk, maar wist hij veel, hij was nog maar net een jongen geweest.

Toen het zover was –het moment suprême– was het echt waar. Hij zag geen bloed, hij dacht zelfs niet aan bloed, hij zag alleen haar, overvol van trots en blijdschap keek hij alleen maar. Naar haar en naar hun baby. Hij keek en hij huilde. Geen ingehouden tranen, maar vrijuit, zonder gêne. Tranen van heel veel. Geluk, blijdschap, opluchting, honger, vermoeidheid, wegglijdende spanning. Tranen boordevol liefde.

Later, toen ik nog aan het hechten was, blikte ik af en toe even op. Toen zag ik ze, drie hoofden dicht bij elkaar. En ik hoorde haar zeggen: ‘Ik heb je nog nooit zien huilen’. Het klonk stil en verwonderd, bijna als een geschenk. Als een kant die ze van hem niet kende, een laag in hun relatie die was blootgelegd, een verder ontgonnen terrein. Hij knikte en glimlachte alleen. Ik zei niets, ik hechtte weer verder. Toen hoorde ik hem zeggen: 'Ik heb jou ook nog nooit zo ongegeneerd horen boeren. Nee echt, ik heb nooit geweten dat je dat zo hard kon.' Daarmee was hij er weer. En terwijl ik afhechtte zei ik: 'Je krijgt weer praatjes hoor ik, misschien wil je me even helpen deze mat te verschonen.' En dat deed hij, met zijn ogen dicht, als een echte man.

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Abonneer je op Terdege magazine

Nu slechts 9,95 p/mnd

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Henrieke de Wit

Volg ons lifestyle platform op instagram.