Henk Kooiker: van de meubels naar de kansel

Henk Kooiker: van de meubels naar de kansel

Student Kooiker HHK- serie late roeping- RenateB (3) site

Aan studeren in de avonduren was Henk Kooiker gewend, een academische studie lag buiten zijn gezichtsveld. Tot God hem riep. Inmiddels is hij bezig met de masterfase theologie. „De Heere maakt waar wat Hij belooft.”

Een lang gesprek voeren in de huiskamer is voor Henk Kooiker (51) niet alledaags. Meestal zit hij te studeren in een slaapkamer van de tussenwoning in Barneveld. Alleen voor de maaltijden of het drinken van een kop koffie komt hij naar beneden. De studie theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarium slokt vrijwel al zijn tijd op. Zeker nu zijn vicariaat is begonnen, met catechisatie geven en pastorale bezoeken afleggen. „Inmiddels is ds. Van Meggelen van Nederhemert verhuisd naar Montfoort, dus dat is mijn nieuwe arbeidsveld. Het catechisatieseizoen hoop ik in Nederhemert af te maken. In Montfoort wordt het vicariaat uitgebreid met preken en al het andere wat bij het predikantschap hoort.”

Naar de mens gesproken was de weg naar de kansel onbegaanbaar. „Ik ben de tiende van elf kinderen in een heel eenvoudig boerengezin uit Staphorst. Na de mavo was ik graag doorgegaan voor onderwijzer, maar mijn handen stonden goed genoeg om te werken. Innerlijk bleef het verlangen naar het onderwijs knagen.”

Echtgenote Ankie, dochter van een postbode uit Rouveen, lag in het kraambed toen een vriendin hem attendeerde op de katholieke pabo in Zwolle. „Als je daar een toelatingstoets haalde, kon je er in deeltijd gaan studeren. Dat heb ik gedaan.

Van dinsdag tot en met zaterdag verkocht ik meubels, twee avonden per week ging ik naar de pabo. Eens in de drie tot vier weken had ik een zaterdag les. Op maandag liep ik stage. In die periode is ons derde kind geboren. Het waren tropenjaren, maar het is gelukt.”

Een sollicitatiegesprek met bijbehorende proefles op de Rehobothschool in Kootwijkerbroek leverde direct een benoeming op. „We wisten destijds amper waar Kootwijkerbroek lag. Op advies van een bekende uit Staphorst die twee jaar eerder was ‘geëmigreerd’, vestigden we ons in Barneveld. Daar was ook hij gaan wonen. We lieten niet alleen onze familie achter, maar ook de Staphorster cultuur. Onze ouders liepen nog in klederdracht.”

Losgeweekt

Op de school voelde hij zich meteen thuis. Het lesgeven aan klassen in de bovenbouw ging hij na veertien jaar combineren met leidinggeven aan de onderbouw. In deze jaren kwam de roeping tot het predikantschap naar hem toe. „Vanuit het Woord en gedeelten uit het dagboek dat we toen lazen.” Vanwege alle onopgeloste vragen wist hij niet wat hij ermee aan moest. „Ik was ontzettend bang om een eigen weg te gaan.”

In 2019 begon hij aan de studie voor schoolleider. Na twee maanden brak hij die alweer af. „We woonden nog niet zo lang in Barneveld, toen ik tot diaken werd verkozen. Dat ben ik drie perioden geweest. Daarna ben ik tot ouderling verkozen. De eerste periode liep in 2019 af. Geestelijk werd het steeds donkerder voor me. Ik kon het niet goed een naam geven, maar zo doorgaan was onmogelijk. Ook de sterke verbondenheid aan de school en het plezier in mijn werk begon te verdwijnen. Nu zeg ik: het was nodig dat de Heere me daarvan losweekte.”

De zondag waarop bekend werd gemaakt dat hij niet beschikbaar was voor een nieuwe periode als ouderling, zat hij in Staphorst onder ds. H. Zweistra. „Die preekte over Gideon. „Ga heen in deze uw kracht”, de tekst die in de jaren ervoor meer dan eens met kracht naar me toe was gekomen. Onder die preek viel alles op z’n plek. Nu wist ik het zéker. Toen ik het ds. Zweistra vertelde, liet hij weten dat hij over een andere tekst had willen preken, maar op het laatst voor dit gedeelte moest kiezen.”

Terughoudend

Thuis maakt hij Ankie meteen deelgenoot van de duidelijkheid die er was gekomen. Tijdens de avondmaaltijd gaf zij een voorzet naar de kinderen, door de opmerking: Papa wil jullie iets vertellen. „Waarop een van onze zoons meteen zei: „Dan weet ik het al. Hij gaat voor dominee studeren.” Terwijl ik er nooit met de kinderen over had gesproken. Zelfs tegen Ankie was ik terughoudend. Je kunt er met Jan en alleman over praten, maar als de Heere het niet oplost, kom je daar geen stap verder mee. Naast Ankie wist alleen een goede vriend ervan.”

Engels

Een groot probleem was zijn gebrekkige beheersing van het Engels. „De theologische opleiding aan de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft een internationaal karakter, waardoor een groot deel van de vakken in die taal wordt gegeven. Dat was voor mij een enorm ding. In mijn schooljaren heb ik ook nog een hbo-studie voor speciaal onderwijs gevolgd, maar die werd in het Nederlands gegeven. Een Engelstalige academische opleiding leek me onmogelijk.”

Desondanks begon hij in 2020 de studie aan het Hersteld Hervormd Seminarium. Daarnaast bleef hij voor twee dagen per week verbonden aan de school. Aan de universiteit voelde hij zich in het begin „als een kleine jongen die voor het eerst naar de kleuterklas gaat. Alleen de aanmelding al: wat een drama! Ik was heel onzeker en vroeg vaak advies aan een jongere medestudent uit onze gemeente, die veel handiger is met zaken als Teams en Zoom. Onderweg naar Amsterdam overhoorden we elkaar. De meerijder stelde vragen, de chauffeur moest antwoorden. Zo maakten we de ritten nuttig.”

Als hij terugblikt, kan hij er zich alleen maar over verwonderen dat hij met drie jaar zijn bachelor-diploma had. „Ik heb nog steeds geen talenknobbel. Tijdens de coronapandemie volgde ik de digitale colleges met een woordenboek op schoot en vertaalsites open, al had ik vaak amper tijd om woorden op te zoeken.”

Filosofie

Meer dan eens zat hij met tranen in de ogen achter zijn bureau. „Dan vroeg ik: „Heere, mag ik alles aan U teruggeven?” Een hoogvlieger ben ik nooit geweest, het was al bijzonder dat ik die hbo-studies kon doen. De colleges aan de VU stroomden voor mijn gevoel over me heen. Op de Rehobothschool scande ik boeken in om ze vervolgens via Google Translate of DeepL te vertalen. Omdat ik voor school de vervanging bij ziekte regel, was ik tijdens colleges soms ook nog bezig met het zoeken van een invaller.”

Zijn tweede dochter, die orthopedagogiek studeerde, was hem op belangrijke momenten tot steun. „Tegen het tentamen filosofie zag ik op als een berg. Dat vak staat heel ver bij een boerenjongen uit Staphorst vandaan. En dan ook nog in het Engels. Met een schriftelijk tentamen zou ik er nooit doorheen zijn gekomen, maar dankzij corona werd het een take-hometentamen. Wat dat betreft was die pandemie voor mij gunstig. M’n dochter hielp me, door razendsnel zinnen te vertalen, zodat ik verder kon. Ook van medestudenten kreeg ik de jaren door veel steun. Ik zat in een slimme groep en werd door hen als het ware omhooggestuwd. Sommigen hebben de leeftijd van mijn kinderen, maar dat leeftijdsverschil voel ik totaal niet.”

Verschillen

Het seculiere karakter van de universiteit ervaart hij niet als schokkend. „Door de studie aan een katholieke pabo was ik al gewend aan een totaal ander klimaat. Tot mijn verbazing heb ik me daar altijd gerespecteerd gevoeld. Meer dan eens had ik mooie gesprekken met ongelovige medestudenten. Dat is aan de VU soms weer het geval. Voor ik startte, wilde ik heel graag naar de Theologische Universiteit Apeldoorn, mede vanwege de Nederlandstalige colleges, maar de studie daar viel niet te combineren met mijn werk. Inmiddels heb ik er volledig vrede mee dat het zo is gelopen.”

Schriftkritische colleges bespreekt hij achteraf vaak met het maatje met wie hij naar Amsterdam reist. „Dan kun je ze een plek geven. Sommige opvattingen liet ik over me heen komen en na het tentamen net zo snel weer van me afglijden. Dat ligt anders bij opvattingen van mannen als Calvijn, wanneer die afwijken van wat je gewend bent. Neem zijn visie op het verbond. Die verschillen moet je eerlijk onder ogen durven zien en doordenken.”

Hebreeuws

Hebreeuws moest hij verschillende keren overdoen. Grieks ging beter, dankzij een gemotiveerde docent. „En dan had ik nog het geluk dat ik die vakken mocht volgen aan de PThU. Daar worden ze in het Nederlands gegeven.” Ook Latijn 2 moet hij opnieuw doen. „Dat vak is voor mij de laatste grote hobbel, in ieder geval in mijn hoofd.”

Sinds september 2024 werkt hij nog maar een dag per week op school. Over de financiën heeft hij zich nooit zorgen gemaakt. „Ik dacht: als de Heere me roept, komt dat wel goed. Zo is het ook gegaan. Meer dan eens was er een meevaller in de studiekosten. Hoge eisen hebben we nooit gehad. Wat we tweedehands kunnen krijgen, kopen we niet nieuw. Ankie werkt veertien uur per week in de ouderenzorg. Van de zes kinderen zijn er twee het huis uit. Natuurlijk moesten we een stap terugdoen, maar daar hebben ook de kinderen nooit een punt van gemaakt. Ik vind het wel fijn dat we geen kostgeld van de werkende kinderen hoeven te vragen. Dat zouden ze geen probleem vinden, maar ik benadeel liever mezelf dan hen.”

Wekker

Vrijwel elke morgen gaat om halfzes de wekker. „Rond kwart voor zeven zit ik te studeren, tot ’s avonds halftien. Gelukkig heb ik nooit een grote vriendengroep gehad, want tijd voor sociale contacten heb ik nauwelijks. Er zijn dagen dat ik zelfs Ankie amper zie. Ons enige uitje is een snel bezoek aan de kringloopwinkel. Gelukkig heb ik een stabiele vrouw en kinderen die me steunen.”

Op 12 februari hoopt hij in de hersteld hervormde kerk van Ede zijn proefpreek te houden, over de roeping van Levi. In het bijzijn van familieleden, vrienden, medestudenten en gemeenteleden uit Barneveld. „Voordat ik in Montfoort ga preken, rond ik graag eerst mijn Latijn af. Het behalen van dat vak ervaar ik als een bevestiging van de roeping. Dat krijg ik niet uit mijn hoofd. Ik wil niet dat mensen later zeggen: „Dat is dat knulletje dat al preekte en nu weer voor de klas staat, omdat hij de studie niet aankon.” Het is ongeloof, dat besef ik, maar zo ligt het nu eenmaal.”

Voor zijn masterscriptie kiest hij een onderwerp waarover veel Nederlandstalige informatie beschikbaar is. „Zo mogelijk wil ik mijn Engels nog wel wat opschroeven, want veel gerenommeerde commentaren zijn Engelstalig. Voor preekstudies maak ik gebruik van Logos Bible Software, een digitale bibliotheek. Een tool die ik erbij heb aangeschaft, vertaalt geselecteerde gedeelten in het Nederlands. Zo kan ik me aardig redden, maar ideaal is het niet. Mijn zwager die predikant is van de Springford Reformed Church heeft me geadviseerd om een poosje naar Canada te komen. Dat is inderdaad de beste manier om m’n Engels op een hoger peil te krijgen, maar in mijn situatie vraagt het nogal wat.”

Dorpsgemeente

In gedachten is hij al vaak bezig met het predikantschap. Als de weg wordt gebaand, hoopt hij voorganger te mogen worden in een klassiek hervormde dorpsgemeente, zoals Nederhemert. „Doenersvolk. Sommige jongeren komen in hun werkkleren naar catechisatie. In zo’n sfeer voel ik me thuis. Ze zijn er, daar ben ik heel blij mee. Ze zitten onder het Woord.” Ook de brede rand van dit soort gemeenten trekt hem aan. „Je ontmoet daar soms mensen die zelden of nooit de kerk vanbinnen zien en aan wie je de kern van het christelijk geloof mag uitleggen. Zou er voor de Heere iets te wonderlijk zijn?”

Voor anderen die op latere leeftijd theologie gaan studeren, heeft hij één belangrijk vraag. „Dezelfde die aan mij werd gesteld door de twee predikanten die ik als eersten informeerde. „Staat je vrouw er achter?” Anders wordt het héél zwaar. Ankie heeft me altijd gesteund; dat is een geweldig voorrecht. Nog belangrijker is dat je het echt van Boven verwacht. Keer op keer hielp de Heere. Hij maakt waar wat Hij belooft.”

Dit artikel verscheen in Terdege (nr. 10, 11 februari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.

beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen

Abonneer je op Terdege magazine

Nu slechts 9,95 p/mnd

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.