Over drie uur moet die verdoving wel uitgewerkt zijn. ”Waaat?” murmel ik verbaasd tegen de tandarts. Ze heeft zojuist een vulling uitgeboord en opnieuw gevuld. ”Maal ik moe sslaks in gessplek..!” spetter ik verder. Ik vraag me af of mijn cliënten het kunnen waarderen dat deze consumptie bij de prijs inbegrepen is.
Opeens moet ik, daar in die tandartsstoel, denken aan de vraag van de oma van mijn man, die ook de oma van een collega van mij is. Zij vroeg haar kleindochter of die nou niet moe werd van al dat gepraat op een dag. ”Luisteren oma, ik moet vooral luisteren”, luidde het gevatte antwoord van mijn collega. Een mooi voornemen voor deze dag, maar ook een uitdaging. Het gaat mij er toch ook om dat cliënten beter kunnen begrijpen waar ze tegen aanlopen en waarom. Dat vraagt enige uitleg van de hulpverlener. Ik sputter dus tegen dat ”vooral luisteren” en schuif een tijdje later mijn stoel wat verder bij de cliënt vandaan vanwege eventueel gespetter. Toch biedt het hele tandartsgedoe gelijk mooie input. Ik vertel mijn client hoe mensen met klachten binnenkomen. Zo kwam ik bij de tandarts in verband met gevoeligheid bij druk en kou in de mond. Soms lukte het die pijn te vermijden of te onderdrukken. Eten met alleen rechts ging tenslotte ook best. Op die manier probeerde ik mezelf te ‘beschermen’ tegen nare sensaties. Toch keerden de gevoeligheid en pijn telkens terug. Zo is het vaak ook met de symptomen van cliënten. Er worden allerlei manieren bedacht om die minder te hoeven voelen. Vaak in de vorm van afleiding en vermijding, soms ook door tijdelijke praktische oplossingen. Het lijkt te werken. Totdat bepaalde symptomen als een boemerang terugkeren. Klachten worden aangewakkerd door een soort verborgen veroorzaker, net als bij mijn kies. Mijn vulling moest werken als een beschermer, maar begon minder goed te functioneren. Hij moest verwijderd worden. Pas toen werd de kern zichtbaar. Er bleken grote barsten onder verscholen te zitten: de veroorzakers van mijn klachten. Van cliënten hoeft dat gewroet naar die kern vaak niet zo. Het is ook geen gemakkelijke opgave. Zij hebben hun eigen manieren van beschermen niet voor niets uitgevonden. Het vraagt zorgvuldigheid en soms zelfs eerst terughoudendheid. Toch vind ik het inzichtelijk krijgen van die kern de mooiste uitdaging in ons werk. Als je ziet dat de kwartjes vallen; cliënten hun klachten, maar ook zichzelf, beter gaan begrijpen en ze langzaamaan de bescherming gaan vervangen door een andere (in)vulling.
De uitwerking laat langer op zich wachten dan me lief is. Als ik mij tijdens de lunch afvraag hoe ik mijn boterhammen wegkrijg, word ik getrakteerd op soep die overbleef van vergaderlunches. Ik merk dat ik de soepballetjes pijnloos weg kan kauwen. Hopelijk niet dankzij de resterende verdoving, maar door het gewroet tot de kern. Mijn collega zei eens: ”Zonder wrijving geen glans”. Wat (tegen)gesputter en moeite is soms nodig. Dan heb je hopelijk verlichting van de klachten bij de prijs inbegrepen.
Bernadette van Dam werkt als psycholoog bij stichting De Vluchtheuvel.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd