Het oefenen is voorbij, nu wacht het zingen met publiek. Vrijdag 14 februari voeren zo’n achthonderd jongeren in de Leidse Pieterskerk Händels ”Messiah” uit, ondersteund door professionals. Het Calvijn College in Goes levert pakweg honderd zangers aan, geschoold door de muzikale duizendpoot Gerdien van Westerveld.
De woning aan de Breeweg in Middelburg gaat grotendeel schuil achter steigers. Bouwvakkers zijn bezig met het wegslijpen van de voegen. „Excuses voor de herrie”, lacht Gerdien van Westerveld (22), die een deel van de eerste verdieping huurt.
Aan de wand naast de deur van haar woonkamertje hangt een planbord met het weekprogramma. De meeste dagen vermelden Calvijn. Daarnaast noteerde de bewoonster haar kooravonden, bezoeken, verjaardagen, sportieve activiteiten en te bereiden maaltijden. Bij de laatste activiteit laat ze de mogelijkheid van aanpassing open, getuige het vraagteken achter ”kip kerrie” bij woensdag.
De bevlogen muziekdocente van het Calvijn College in Goes zou er op elke werkweek graag een paar dagen bij hebben, maar dat gaat niet. Het is dus woekeren met de tijd, verdeeld over doceren, dirigeren, componeren en recreëren. Naast de huishoudelijke taken die ze heeft te verrichten nu ze op zichzelf woont.
Verpleegkunde
De benoeming van haar vader tot koster van de gereformeerde gemeente in Krabbendijke bracht haar in 2019 van Ede naar Zeeland. De overgang viel samen met de start van haar studie aan het conservatorium in Amsterdam, waar ze een kamer vond. „Vrijdagmiddag ging ik meteen naar huis. ’s Avonds had ik catechisatie, de volgende avond jeugdvereniging. Daaruit is een hechte vriendengroep ontstaan. Ik heb er echt mijn plekje gevonden.”
De oudste vijf kinderen uit het kostersgezin volgden muziekles, op verschillende instrumenten. Alleen Gerdien, tweede in de rij van zeven, volhardde. Ze begon met orgel en koos op de middelbare school voor klarinet. Aan een loopbaan in de muziek dacht ze toen nog niet. „Ik wist niet wat ik wilde. Daarom heb ik me in havo 5 maar ingeschreven voor verpleegkunde. Je moet toch wat.”
Tijdens de meeloopdagen ontdekte ze dat het terrein van de zorg voor haar ongeschikt is. „Als ik in een nepvel moest prikken, ging ik bijna over m’n nek. Ik heb me direct weer laten uitschrijven. Een muziekstudie leek me mooi, maar ik had het idee dat mijn niveau daarvoor te laag was.”
Conservatorium
Om zekerheid te verkrijgen, liep ze een dag mee met een bekende, die aan het conservatorium in Amsterdam de studie voor docent muziek volgde. „Ik was meteen verkocht en besloot me aan te melden, zonder een plan B.” Tot haar verbazing werd ze toegelaten. „Eerst had ik zang als hoofdvak, maar in m’n up op een podium staan is niet zo mijn ding. Daarom heb ik zang ingewisseld voor piano. Dat was een verstandige keus. Je leert goed muziek lezen en begeleiden. Dat is handig als je les gaat geven.”
Ook met een dwarsfluit en panfluit kan ze aardig overweg. „Ik ben niet zo van één ding heel goed, maar meer van alles wat. Daarom verbaast het me dat ik ben toegelaten. Medestudenten gingen helemaal op in het instrument waarvoor ze hadden gekozen. Ik had als bijvakken klassieke harmonie en compositie, en vond het heerlijk om muziek te schrijven. De theoretische vakken vond ik zeker zo boeiend als het musiceren. Waarschijnlijk had ik mijn plek in Amsterdam te danken aan het feit dat men in mij een geboren docent zag. In het onderwijs is muzikale breedte ideaal. Op school heb ik een berging vol instrumenten, uit alles kan ik wel een toon krijgen. Behalve uit de hobo.”
Ledeboer
In haar waardering van componisten is ze net zo breed. „Ik houd van de klassieke muziek, maar daarbinnen is er niemand die voor mij boven alles uitgaat. Ik geniet van Haydn niet minder dan van Bach, Mozart, Mendelssohn en Vivaldi.” Haar afstudeerproject mocht ze zelf bepalen, als het maar muzikaal en educatief was en een maatschappelijk aspect had. „Ik heb het groot aangepakt en een Koordag georganiseerd met als thema ”Rondom Pasen”. Daarvoor koos ik geestelijke liederen die weinig worden gezongen, van mensen als Ledeboer en Revius.”
Bij de liederen maakte ze arrangementen voor koor en instrumenten. De deelnemers studeerden thuis de stukken in. In mei 2023 was de officiële uitvoering, in Kapelle. „Het jaar daarop heb ik hetzelfde gedaan met liederen over de opstanding en de hemelvaart. Toen was de uitvoering in de hervormde kerk van Yerseke. De zangers en instrumentalisten kwamen uit deze omgeving en uit mijn kring van vrienden en bekenden. Een vriend heeft ter gelegenheid van dat project een mooie website gemaakt. Daarop zet ik nu alles wat ik op muzikaal gebied doe.”
Uitdagend
Het lesgeven als 22-jarige ervaart ze als mooi en uitdagend. „Muziek is een pittig vak. Een deel van de leerlingen heeft er niets mee, anderen zijn juist heel muzikaal. Ik probeer ze allemaal enthousiast te krijgen, door in te spelen op hun interesses. Zo konden leerlingen uit de derde klas pas kiezen uit drie verschillende opdrachten: een werkstuk maken over een muzikaal onderwerp, een muziekstuk spelen of een instrument maken. Dat mocht van alles zijn, als je er maar een liedje op kon spelen.”
Haar leerlingen uit de bovenbouw hebben bewust voor het vak muziek gekozen. „Daardoor kun je meer de diepte ik. In de theorielessen leer ik ze bijvoorbeeld de structuur van composities te herkennen, aan de hand van symfonieën en sonates die we beluisteren. Sommige leerlingen gaan helemaal aan op het ontdekken van terugkerende thema’s. Het is een vorm van puzzelen.” Het grootste deel van de lesuren besteedt ze aan gezamenlijk musiceren. „Elk jaar geven de leerlingen een concert. Dat organiseren ze zelf.”
Koordirigent
Naast haar baan van vier dagen als docent op de middelbare school, is ze dirigent van jeugdkoor Jedid-Jah in ’s-Gravenpolder en projectkoor Petra in Kapelle. Aan het christelijk kamerkoor Chantez à Dieu in Tholen is ze verbonden als hulpdirigent. „Ik word ontzettend enthousiast van gezamenlijk met muziek bezig zijn, in welke vorm dan ook. Samen muziek beluisteren, samen muziek maken, samen iets nieuws instuderen, samen een stuk ontleden.”
Zelf zingt ze op maandagavond bij het Zeeuws Vocaal Ensemble, geleid door Patrick van der Linden. „Dat is heerlijk en ik leer veel van Patrick. Zelfs bij de moeilijkste muziek hoort hij direct elke onzuiverheid. „Tenoren, zingen jullie daar wel even een as, zoals het er staat?” Dat vind ik knap.”
Ze overwoog serieus weer te gaan studeren, nu voor professioneel koordirigent. „Ik heb er auditie voor gedaan en ben toegelaten, maar vier jaar fulltime studeren zag ik toch niet zitten. En ik merkte dat ik het liefst met koren binnen de gereformeerde gezindte blijf werken, waar ik dan wel het optimale uit probeer te halen. Dat past beter bij mij dan koordirectie op het hoogst mogelijke niveau.”
Basisschool
Omdat ze ook op haar vrije dinsdag iets met muziek wilde doen, nam ze contact op met de reformatorische basisschool in Krabbendijke. „Daar heb ik een lessenserie ”body percussion” gegeven: muziek maken met je lichaam door te klappen en te knippen met je vingers. Als achtergrondmuziek koos ik ”In the Hall of the Mountain King” van Edvard Grieg. In vier lessen leerden de leerlingen het ritme aan. Om erin te komen maakte ik een namenliedje, waarbij ze het ritme op hun eigen naam mochten bedenken. Het eindresultaat van de ”body percussion” bij het muziekstuk heb ik voor de ouders gefilmd. Ze vonden het allemaal fantastisch.”
Voor de jeugd van de gereformeerde gemeente te Krabbendijke organiseert ze jaarlijks een concert. „Met drie vrienden. We hebben samen het instrumentaal ensemble Ami Musica opgericht. Twee spelen orgel, een vriendin dwarsfluit, ik dwarsfluit of klarinet. In mei hebben we weer een uitvoering in de kerk, naar aanleiding van Bevrijdingsdag. Het concept is altijd gelijk. We spelen bewerkingen van bekende psalmen en liederen, gecombineerd met samenzang. En er is altijd een verhaal voor de kinderen. De vriendin die dwarsfluit speelt, is onderwijsassistent en kan fantastisch vertellen. Ook het kinderkoor van onze kerk doet deze keer mee. Het kan een prachtige avond worden.”
Scheppingsgave
De afgelopen maanden bereidde de muziekdocente haar pupillen voor op de ”Messiah” voor jongeren, in de Pieterskerk van Leiden. Haar Calvijn College levert zo’n honderd zangers. „Vooral voor de leerlingen is dit helemaal fantastisch. Heel veel reformatorische scholen doen eraan mee. De solo’s en instrumentale gedeelten worden verzorgd door professionele zangers en instrumentalisten, de leerlingen zingen de koorstukken. Vooraf worden die op de verschillende scholen ingestudeerd. Op de grote dag is de generale repetitie in Leiden, ’s avonds volgt de uitvoering.”
In haar eigen leven ervaart ze een sterke relatie tussen muziek en geloof. „Muziek is een scheppingsgave, daarom vind ik mijn vak zo bijzonder. Vooral wanneer je met anderen tot eer van God mag musiceren. Ik vind het wel lastig om te bepalen waar muziek juist een gevaarlijke kant krijgt. Bij veel popmuziek is dat duidelijk, maar het kan ook bij klassieke muziek het geval zijn. De achtergrond daarvan is vaak net zomin christelijk. Dat maak het complex.”
Creatief
In de achterliggende jaren ging ze beseffen dat alle muziek ook een afgod kan worden. „Zeker als je er beroepsmatig mee bezig bent. Daarom probeer ik tegenwoordig twee avonden per week vrij te houden. Om lekker wat te knutselen, vaak met een preek of een podcast aan. Luisteren vind ik heerlijk. Of ik verdiep me in een Bijbelgedeelte aan de hand van de ”Bijbel met uitleg” en de Bijbelverklaring van Matthew Henry. Er zijn nog belangrijker dingen op de wereld dan muziek.”
En dan is er de zoektocht naar een huis, samen met Mart, docent economie aan het Calvijn College. „We hopen dit jaar of volgend jaar te trouwen, afhankelijk van hoe snel we iets vinden en wat we eraan moeten klussen. Mocht ik later minder gaan werken, dan lijkt het me gaaf om meer lessenseries op basisscholen te gaan geven. Als we een huis met een garage krijgen, kunnen we die misschien ombouwen tot een koorschool voor kinderen. Het zou me ook niet verbazen als ik er na verloop van tijd creatieve workshops ga geven. Houtbranden, om maar wat te noemen. Alles wat met creativiteit te maken heeft, vind ik leuk.”
Dit interview verscheen in Terdege (nr. 10, 11 februari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.
beeld: Niek Stam
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd
