Soms ben ik de boeman, een echte spelbreker. De vrouw die rust verstoort en een roze wolk vakkundig weg kan blazen. Dat ligt natuurlijk niet persé aan mij het is de discrepantie tussen mijn vakkennis en de onkunde van een kersvers ouderpaar. Behalve eerlijk en nodig, is dat ook best naar.
Casper en Eline bezocht ik in het kraambed. Het was de vierde dag na de geboorte van hun dochter Esmee. Gewoon een reguliere visite, zoals we die bij alle kraamvrouwen op dag 2,4,6 en 8 verrichten. Eline zat boven op bed, met in haar armen haar dochter die ze na een badsessie nu probeerde te voeden. Maar Esmee wilde niet echt, ze was moe van het badderen en hapte niet aan. Ze lag daar warm en soezig met haar oogjes dicht, en ze vond het wel best. Ergens tussen een taupe- kleurig dekbed en een terracotta omslagdoek zag ik een stukje wang en een klein neusje. Geel wel, dacht ik in één oogopslag. Maar de modekleuren van tegenwoordig maken de beoordeling van de huidskleur van een baby nou niet echt makkelijker. Dus liet ik het even. Ik nam wat controles over uit het zorgdossier terwijl Eline nog een poging deed haar baby aan de borst te krijgen. Maar ze wilde niet. Vertel eens, vroeg ik Eline toen, hoe is het voeden de afgelopen dagen gegaan. En Eline vertelde, trots en opgetogen over de eerste dagen met hun baby. Ze was zo'n rustig, tevreden meisje, 's nachts zetten ze hun wekker, want dat moest, maar als ze dat niet deden zou ze vast al doorslapen. De afgelopen nacht was ze ook echt lastig wakker te krijgen, echt een kind van d'r vader grinnikte Casper al net zo trots. Ik grinnikte nog een beetje mee, maar mijn brein draaide op volle toeren, een tweede alarmbel ging aan, de eerste luidde al, sinds het zien van dat gele neusje. En ik wist binnen nu en een paar seconde moet ik hier een bom laten barsten. Want in het zorgdossier had ik gezien dat Esmee nog niet zo lekker groeide, ze plaste wat te weinig en na het zwarte meconium van de eerste dagen was er verder nog geen ontlasting gezien.
Mag ik Esmee eens goed bekijken? vroeg ik aan Eline. Ik wil vooral haar kleur graag goed beoordelen, begon ik voorzichtig. En terwijl ik haar van Eline overnam vertelde ik wat ik al direct had gezien, een geel gezichtje. Als je het goed vindt, kleed ik haar even uit, zei ik toen. Dat vond Eline goed. Langzaam pelde ik toen een geel knietje, een geel buikje, een heel geel meisje bloot. En ik legde uit wat ik zag en wat ik daarvan vond. Dat alle baby's in de kraamtijd na een paar dagen wat geel worden. Dat is normaal. Baby's worden met een hoog Hb geboren, dat hoge Hb hebben ze niet meer nodig als ze zelf gaan ademen. Het lichaam gaat een deel daarom afbreken. Bij de afbraak van deze cellen, komt een stof vrij die bilirubine heet en voor een gele verkleuring in de huid zorgt. De lever van de baby zorgt ervoor dat deze stof in de darmen terecht komt en zo het lichaam kan verlaten. Voor een baby is dat hard werken, de lever is soms nog wat onrijp of de bilirubine komt wel in de darmen, maar die doen hun werk nog niet optimaal omdat er nog niet zoveel voeding binnenkomt. Waardoor een baby ook té geel kan worden. Dat is gevaarlijk, té geel betekent dat er té veel bilirubine in de bloedbaan blijft, daar wordt een baby suf en slaperig van en als we niet ingrijpen kan uiteindelijk in de hersenen het bilirubinegehalte ook te hoog worden en daar schade aanrichten.
Inmiddels had ik Esmee weer aangekleed, ze had geen kik gegeven en terwijl ik haar aan Eline teruggaf, keek ik Casper en Eline aan. En vertelde ze toen maar kort en onomwonden wat ik vermoedde. Bij Esmee zie ik dat ze flink geel is, ik zie en hoor van jullie terug dat ze zo rustig en tevreden is, maar het kan ook dat ze eigenlijk suf en slaperig is, dat vind ik eerlijk gezegd passen bij haar huidskleur en haar drinkgedrag. Daarom wil ik graag haar bloed controleren. Controleren of dat stofje, bilirubine, niet te hoog is in het bloed van Esmee. Zwijgend knikten ze allebei, grote vraagtekens in hun ogen, en heel even voelt dat dan zo naar, zo naar dat ik hun bubbel kom verstoren. Maar ik wist ook: voor dit kleine meisje is dit nodig. Voor haar is dit de beste en helaas niet de allerleukste zorg, maar het is wat het is.
En wat dan? vroeg Casper toen. Wat als de uitslag afwijkend is? Met grote, verschrikte ogen keek Eline me aan bij deze suggestie. Dan gaan we haar helpen, als blijkt dat haar kleine babylichaam het inderdaad niet zelf aankan. Dan gaat ze naar het ziekenhuis, jullie samen uiteraard. Esmee wordt dan opgenomen en Eline mag bij haar blijven. Ze gaat dan onder een lamp met uv-licht die ervoor zorgt dat het bilirubine sneller wordt afgebroken dan nu het geval is. Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen suste ik toen, als je het goed vindt ga ik nu wat bloed bij haar afnemen, dan weten we het ook maar zo snel mogelijk.
En dat deed ik, uit de kleine babyhiel van Esmee vulde ik een buisje bloed. Afwijkend, bleek al heel snel daarna. En binnen het uur stond ik weer bij Casper en Eline op de stoep. Het viel tegen, zo tegen. Vooral Eline viel het zwaar. Weer in de auto, naar dat ziekenhuis, wat moet er allemaal mee, voor mij en voor Esmee? Hoelang gaat dit duren, kan ik nog voeden? Zoveel onzeker opeens. En ik zei haar dat ook. Eline, het is naar dit, heel naar. Maar denk nu even aan Esmee, voor haar is dit nodig, we gaan haar nu zo snel mogelijk de zorg geven die ze nodig heeft en dan komt de rest wel.
En dat was natuurlijk zo, eenmaal gesetteld in het ziekenhuis ging het wel weer. Esmee onder de lamp, Eline in het bed ernaast. Toen zag ze het weer zitten. En zei ze: dankjewel, dankjewel voor de goede zorgen. En ik zei: graag gedaan hoor. Een beetje nonchalant, een beetje luchtig en wegwuivend, want ik houd niet zo heel erg van bedankjes. Maar oprecht: toch graag gedaan. Oprecht was ik heel graag de boeman en de rustverstoorder.
En de rest kwam inderdaad, precies zoals ik had gezegd: de vergeten tandenborstel en het snoertje van Eline's telefoon, het werd allemaal met liefde nog gebracht.
beeld: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd