Uiensoep met gesmolten kaas in de vorm van een boomblad. Prachtige gele bloemen met een nootachtige smaak. Een pijnboom die nog veertig jaar moet groeien voordat zijn pitjes door de salade kunnen. En heel veel onkruid. Maar ook dat heeft een functie in het voedselbos De Overtuin, midden in het altijd bruisende Rotterdam.
Max de Corte banjert ondanks het wisselvallige weer in korte broek en op stevige schoenen over de voor hem welbekende schelpen- en houtsnipperpaadjes. Hij ontwikkelt en beheert met zijn team van Coöperatie Ondergrond –een sociale onderneming zonder winstoogmerk– de anderhalve hectare voedselbos in Kralingen. De Overtuin is sinds zes jaar in ontwikkeling en is onderdeel van het aan de overkant gelegen Trompenburg Tuinen en Arboretum. „Wij proberen hoogwaardige, ecologische eetbare plekken te creëren in de stad. In ruil voor het beheer mogen we daar experimenteren, onderzoek doen, de oogst houden en ondertussen een verdienmodel ontwikkelen. Daarbij zijn we niet afhankelijk van subsidies of sponsoring”, legt De Corte uit.
Steeds eetbaarder
Op de plekken in de voormalige Engelse tuin zijn grasvelden vervangen door jonge boompjes en bakken met meerjarige moestuingewassen. Een eik schiet op naast een Chinese kwee, een els baant zijn weg omhoog naast een koningsnoot. In principe wordt er geen natuur verwijderd om plaats te maken voor voedsel. „Moet ik andere bomen weghalen, vanwege de eetbare bomen die ik heb geplant? Ook die hebben een functie in het ecosysteem. De komende jaren observeren we wat er gebeurt en dan pas bekijken we of we moeten snoeien of weghalen. Meteen ingrijpen is echt niet nodig, maar dat zit er wel in door onze Nederlandse manier van tuinieren.”
Wanneer een ‘niet-eetbare’ boom omvalt, wordt deze vervangen voor een eetbaar exemplaar. Zo verandert de siertuin langzamerhand in een eetbaar bos.
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 15, 14 april 2021)
beeld: Cees van der Wal