Emotionele intelligentie

Emotionele intelligentie

spg-nicovandervoet-16574-4_preview

Ik sta voor de klas. Hbo theologie is mijn domein. Studenten mogen na afloop van een lesmodule het functioneren van de docenten evalueren. Ik kreeg recent zo’n rapportje binnen. Er stonden positieve dingen in, maar ook dit: “Hij is niet fijngevoelig in de manier waarop hij ons feedback geeft.” En zelfs: “Hij is lomp”.

Het kan ook aan de studenten liggen. Als zij uit het oosten van het land komen en indirect communiceren, zullen ze een Rotterdammer algauw lomp vinden. Of heeft het niet met cultuur, maar met mijzelf te maken? Ik heb schooldiploma’s genoeg, maar misschien hapert er iets in mijn emotionele intelligentie? Dan voel ik niet goed aan hoe mijn woorden overkomen.

IQ en EQ

Er zijn slimme mensen. Ze hebben een goed IQ (intelligentiequotiënt). Toch kan het zijn dat ze een laag EQ hebben (empathiequotiënt, maar meestal weergegeven met ”emotionele intelligentie”). Het kan ook andersom, een laag IQ en een hoog EQ. En het is uiteraard mogelijk dat mensen op beide terreinen goed of slecht scoren. Dat ”scoren” heeft te maken met de tests die er zijn. Bij sollicitaties zou het zomaar kunnen dat u een intelligentietest en een empathietest moet ondergaan. Die tests zijn momentopnames. Door scholing groeit de gewone intelligentie en door levenservaringen en invloeden vanuit de cultuur verandert ook de emotionele intelligentie. De persoonlijkheid van iemand speelt een rol en zeker ook de eventuele persoonlijkheidsstoornissen. Hoeveel emotionele intelligentie heeft een narcist of iemand met een stoornis in het autisme-spectrum?

Wat hoort bij het EQ?

Er worden verschillende thema’s verbonden met emotionele intelligentie. Deze punten worden het vaakst genoemd. Iemand is emotioneel intelligent als hij/zij:

  1. Zichzelf kent, dus weet wat er bij hem ‘onder de motorkap zit’ aan gedachten en gevoelens. Iemand begrijpt ook waar zijn eigen gevoelens vandaan komen en kan er daardoor beter mee omgaan. Een vrouw doet aardig tegen haar schoonmoeder, maar weet van zichzelf dat zij tegelijk boos is. Ze begrijpt ook waar het vandaan komt. „Mijn schoonmoeder wil nog steeds rechten op mijn man claimen.” Ze gaat niet schreeuwen, maar brengt een conflictpunt op een rustige manier ter sprake. Ze kent zichzelf, durft aan te sluiten bij haar eigen gevoel en maakt dat bespreekbaar. Bij het kénnen van je eigen gevoelens hoort dus ook dat je die kunt reguleren. Zelfkennis en zelfbeheersing gaan hand in hand.
  2. Nu komt ook het omgekeerde. Iemand die emotioneel intelligent is, respecteert ook de gedachten en gevoelens van een ander en probeert die ook te begrijpen. Die schoondochter leeft zich ook in in haar schoonmoeder die al lang weduwe is en maar één zoon heeft. Ze zou haar zoon het liefst elke dag zien. „Dat lukt niet, ma. Vergeet niet uw andere contacten ook te waarderen. Volgende week komen we weer.” Een goede manager kan niet alleen het nieuwe beleid goed uitleggen, maar gaat ook in gesprek met mensen en reageert wijs op de weerstand die er bij sommige collega’s tegen het nieuwe beleid is.
  3. Ik spits het vorige punt nog toe. Bij emotionele intelligentie hoort dus een empathisch vermogen, je kunnen inleven in anderen. Je voelt een ander goed aan. Zelfs al van te voren. Een schooljuf voelt aan dat zij de ene leerling steviger kan aanpakken dan de andere om hetzelfde te bereiken, namelijk dat ze opletten tijdens de les. Een empathisch iemand voelt aan hoe zij oudere mensen kan benaderen en ook hoe zij jeugd kan aanspreken. Empathie betekent ook dat je non-verbaal waarneemt hoe een ander eraan toe is. Een vrouw zegt één zinnetje en haar man voelt direct aan dat ze moe is. Dat hoort hij aan de toon en ziet hij aan de lichaamshouding. Vervolgens vraagt hij: „Zal ik het eten koken?” Niet iedereen is tegenover iedereen empathisch. Ouders zijn dat zeker bij hun kleine kinderen, maar bijvoorbeeld bij hun puberkinderen vinden ze het al lastiger. Empathische mensen voelen ook aan wanneer ze de grens van een ander overschrijden. Ze doen daarom geen rare dingen waarmee ze een ander kwetsen, pijn doen of onzeker maken. Ze maken geen grensoverschrijdende grappen. Ze dwingen anderen niet. Ze laten andere mensen in hun waarde en benaderen die zo positief mogelijk.
  4. Bij emotionele intelligentie wordt ook intrinsieke motivatie gerekend. Iemand doet de dingen niet omdat het moet of omdat het wat oplevert, maar omdat hij of zij er plezier in heeft van binnenuit. Hij gaat naar de baas, niet om het grote geld, maar omdat hij het (meestal) gewoon leuk vindt. Als dat niet lukt, zoekt hij ander werk. Als dat ook geen succes wordt, blijft hij gemotiveerd om zijn gezin te onderhouden en wacht hij geduldig op een nieuwe mogelijkheid. Wie innerlijk gemotiveerd is kan op de lange termijn denken en ook het hele plaatje overzien. Een scène met een (schoon)moeder is dan geen reden om het contact te verbreken. Iemand ziet ook wat er wel goed gaat in de relatie en is bereid om te investeren om het contact op de lange termijn waardevol te laten zijn.
  5. Ten slotte noem ik de sociale vaardigheden. Die hebben alles met het voorgaande te maken. Iemand is in staat om nieuwe relaties aan te gaan en bestaande relaties goed te onderhouden. Dat doet iemand niet vanuit hoogmoed of vanuit angst, maar gewoon uit oprechte hartelijkheid. Iemand die op zondag bij u in de kerkbank zit en ziek geworden is, gaat u bezoeken. Dat doet u niet opdringerig. „Ik kan jou het beste helpen.” Dat doet u niet uit angst. „Als ik niet op bezoek ga, zijn die mensen teleurgesteld of misschien wel boos op mij.” U blijft ook niet thuis zitten met een minderwaardigheidsgevoel. „Wie ben ik om een ernstig zieke op te zoeken, ik weet toch ook niet wat ik moet zeggen.” Nee, u neemt het initiatief, legt het contact, vraagt of de ander een ontmoeting op prijs stelt en gaat op bezoek. U hebt spontane belangstelling en piekert niet of u wel de goede dingen zegt. U luistert en blijft ook dicht bij uzelf in de manier waarop u reageert. Na afloop vraagt u of de zieke het fijn vindt als u nog eens komt. U probeert zich immers in die ander te verplaatsen.

Wie bereikt meer?

Wie bereikt meer in het leven, een emotioneel intelligente persoon of een gevoelloze persoon? Het ligt er maar aan wát iemand wil bereiken. Een gevoelloze persoon met een eigen bedrijf zal waarschijnlijk sneller rijk worden. Maar de kans is groot dat zijn eerste, tweede of derde huwelijk sneuvelt. Het hangt ook af van de termijn waarop we denken. Een harde zakenman is misschien snel rijk, maar de emotioneel intelligente zakenman komt daar op de lange duur ook wel, mét behoud van trouwe personeelsleden. De big boss zou ook zakelijk gezien kunnen mislukken. Eigenbelang en harde concurrentie leveren op den duur niet altijd de grootste winst op.

Hooggevoelig

Verwar ”emotioneel intelligent” niet met ”hooggevoelig”. Bij hooggevoelige personen komen alle prikkels hevig binnen en dat maakt hen moe. Als ze al van te voren weten van de verwachtingen en prikkels die op hen afkomen, kunnen ze daarover gaan piekeren. Dat is ook uitputtend. Het kan samengaan met emotionele intelligentie, maar is iets anders. Emotioneel intelligente mensen zijn wel iets kwetsbaarder dan anderen, omdat ze de verlangens en de pijn van hun medemensen aanvoelen. Daarvan kunnen mensen misbruik maken. Ze zijn echter niet per definitie hooggevoelig.

Hoe zit het met het geloof?

Zijn christenen emotioneel intelligenter dan niet-gelovigen? Nee, zeker niet. Van nature is ook een christenmens geneigd om zichzelf niet te kennen en zich niet in te leven in anderen. Het is wel zo dat christenen uitgedaagd worden om de elementen die bij emotionele intelligentie horen, te ontwikkelen. De onderdelen van emotionele intelligentie die hierboven genoemd worden, zijn allemaal nodig om oprecht van onze naasten te houden. Het is waar dat de ene mens daar in zijn of haar persoonlijkheid ontvankelijker voor is dan de andere, maar emotioneel léren kunnen we allemaal.

Moraal

Hoe wij emotionele intelligentie waarderen, heeft met onze moraal te maken. Iemand kan een hoog of laag IQ hebben, hoge of lage cijfers halen. Als hij zijn best doet, is dat niet goed of fout. Iemand die een vijf voor Engels haalt, is als persoon moreel niet minder goed dan anderen. Bij het EQ ligt dat anders. Iemand die niet goed omgaat met zijn eigen gevoelens en de gevoelens van anderen vinden wij een moeilijk mens. Of we vinden die persoon zelfs een slecht mens. Criminelen scoren niet hoog in emotionele intelligentie. Dictators ook niet. Ze kunnen slim, maar ook sluw en meedogenloos zijn.

De Oekraïense legerpredikant Mark Kupchenenko (overleden op 27 jarige leeftijd) gaf als antwoord op de vraag „Wanneer zal de oorlog eindigen?” „Als we niet meer onverschillig zijn voor het leed van de ander.” Dat is de moreel meest hoogstaande vorm van emotionele intelligentie. En daaraan ontbreekt het in onze wereld, ook onder ons, te veel. Openstaan voor het leed van de ander en daarnaar handelen. De Heere Jezus heeft daarover ooit een gelijkenis verteld.

De Rotterdammer

Ik kom terug bij het begin, de evaluatie van mijn studenten. Heb ik nou op de goede of foute manier feedback gegeven? Tegenover de juiste mensen –andere Rotterdammers wellicht– is de directe feedback een prima aanpak. Dat kan dan zelfs emotioneel intelligent zijn. Ik kan beter niet op dezelfde manier feedback geven aan studenten die ik niet goed ken en al helemaal niet als ik zie dat ze een niet-westerse achtergrond hebben. Die klappen dicht, zijn in hun eer gekrenkt en of durven daarna bijna niet meer naar de les te komen. Als ik het dan toch op mijn manier doe, is dat niet emotioneel intelligent, maar dom. Een goede docent voelt dat aan. Ik kan het niet met ze bespreken, want ik heb die groep niet meer, bovendien waren de klachten anoniem ingediend. Maar nu heb ik er dan toch met u over nagedacht.

Beeld: Tineke van der Eems

Smaakt Terdege naar meer?

En wil je de andere artikelen ook graag lezen?

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Nico van der Voet

Volg ons lifestyle platform op instagram.