Eenmanspad

Eenmanspad

antoinet Nobel site 2

Wanneer kanker het leven treft, is niets meer zoals voorheen. Het leven staat op zijn kop, niets is meer vanzelfsprekend. Ieder mens bewandelt hierin zijn eigen weg. Ik ervaar het als bijzonder om onderdeel uit te mogen maken van deze weg.

In mijn gedachten komt Janneke op. Een jonge vrouw van 30 jaar met een uitgezaaide ziekte waarbij genezing niet meer mogelijk was. We hadden leuke gesprekken over alledaagse dingen, maar we gingen nooit écht in gesprek. Juist dat echt in gesprek gaan met mijn patiënten vind ik belangrijk, maar ergens was er een drempel. Niet alleen ik ervoer dat, ook Janneke voelde dat we het overal over hadden, behalve over waar het echt om gaat. Er kwam regelmatig bezoek. Na die bezoekmomenten zie ik vaak andere patiënten achter de iPad liggen, zij nemen de wereld buiten het ziekenhuis weer in zich op. Bij Janneke was dit echter niet zo. Vaak lag zij stil naar buiten te staren, had ze oordopjes in haar oren. Op haar nachtkastje lag altijd een Bijbel, een Bijbel waarin al veel gelezen was; te zien aan de kaft. Naast het Bijbeltje lag een bruin boekje, een oudvader.

Janneke werd heel ziek van haar behandeling. Met de hoofdbehandelaar werden de behandelopties besproken. Tot verdriet van iedereen kwamen we op de beslissing dat er geen opties meer waren en dat Janneke naar huis zou gaan om te overlijden. Als team waren we aangedaan door dit verdrietige bericht. Waarom nu meer dan anders? Janneke heeft nog nooit een moment geklaagd dat het allemaal zo zwaar was, er hing een rust rondom haar en een stil vertrouwen. Met collega’s spraken wij hierover. Wat ging er van haar uit?

Tijdens mijn avonddienst vroeg Janneke of ik naast haar kwam zitten. Ineens werden haar lippen geopend en ging zij vertellen dat het goed was. Ze mocht naar Huis, naar de plek waar ze vanaf haar kinderjaren al naar verlangd had. Ze vertelde hoe psalm 84 zoveel betekenis voor haar gekregen had. ‘Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen, Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is’. Dit grote Gods wonder was voor haar niet klein te krijgen. Janneke mocht vertellen wie de Heere voor haar geworden was. Ze mocht vertellen dat haar ziekte een middel was om eerder naar Huis te mogen.

Op sommige momenten, wanneer ik Janneke alleen in het bed zag liggen, heel ziek, dacht ik: wat een eenzaamheid. Nu besef ik alleen maar dat zij niet eenzaam was. Voor de mensen misschien eenzaam, maar zij was met God gemeenzaam.

Wanneer ik later over de gang loop en de kamers binnenkijk van de andere patiënten met familie om hun bed, schiet het door mijn hoofd dat dit beeld ten diepste eenzaamheid kan zijn.

Later op de avond ga ik terug naar de kamer van Janneke. Inmiddels zie ik dat zij ligt te slapen. In mijn hoofd komen de woorden van Psalm 3 in mij op:

‘Ik lag en sliep gerust,
Van ’s HEEREN trouw bewust,
Tot ik verfrist ontwaakte;
Want God was aan mijn zij.’

Wat een diep geluk mocht Janneke kennen.

Na enige tijd kwam de rouwkaart van Janneke. Een Koningskind was Thuis. Wanneer Psalm 3 gezongen wordt, is er altijd een brok in mijn keel en denk ik aan haar terug. Eenzaam maar met God gemeenzaam: wat een rijkdom en aansporing voor ons allemaal.

Antoinet Nobel is oncologieverpleegkundige en blogt voor Terdege over de palliatieve zorg.

Auteur

Antoinet Nobel

Volg ons lifestyle platform op instagram.