Wat een drukte was de verhuizing. Ik voel me altijd schuldig als ik denk aan de Afrikanen, die soms met een paar tassen verhuizen.
Veel tijd om te denken was er overigens niet. Ook geen tijd om te rouwen. En toch… wat zag ik er tegenop om weg te rijden. Alsof ik John in de steek liet. Daar tussen de bergen is zijn rustplaats. Zijn opstandingsplaats, zo kun je het ook noemen, toch? Ik denk er altijd aan als ik bij zijn graf sta: Hier zal hij opstaan. Ik vroeg me af of het goed zou zijn voor me om te verhuizen. Meer te denken aan Johns ziel. Hij is niet in dat graf. Daar is alleen het huis waarin hij woonde. En toch is dat stukje grond me zo dierbaar.
De verhuismannen spraken bijna geen Engels en probeerden me van alles duidelijk te maken. Het was heel stressvol. Nadat ze weggereden waren, ontdekte ik dat ze zes dozen vergeten hadden. Te kleine kleren van Grace die bewaard worden voor Mercy, dus dat gaf niet. Die komen later wel een keer. Opgelucht dat de klus in Staffin geklaard was, reed ik uiteindelijk weg. Het was een stralende dag. Ik had de neiging om nog even langs Johns rustplaats te rijden, maar ik deed het niet. Ik had een reis van drie uur voor de boeg.
Voor het eerst sinds Johns overlijden reed ik het eiland Skye af. Toen ik bij een bocht was waar prachtige gorse (een mooie, gele struik die je tijdens het voorjaar veel ziet in Schotland) groeide, wist ik precies wat John een jaar geleden zei toen we daar reden: ,,Ik ben blij naar het ziekenhuis te kunnen, zodat ze de tumor gaan verwijderen. Ik voel me heel naar.” Ik wist ook hoe ik me voelde. Ik wilde hem niet brengen. Het gevoel was er: jij komt er niet door, lieve John.
Een golf van verdriet overspoelde me. Wees sterk, zei ik tegen mezelf. De meiden zijn opgewonden voor de verhuizing. Zorg dat het zo blijft!
We kwamen veilig aan. Een prachtig huis. Veel om dankbaar voor te zijn. Ik werkte als een paard. Denkend aan John, die tegen me zou zeggen: Darling, pace yourself. Lieverd, kalm aan. Naar deze woorden kon ik nu niet luisteren. Zo snel mogelijk het huis op orde, zodat ik me wat thuis kon voelen.
Grace’s verjaardag was twee dagen later. De dag waarop ik een jaar daarvoor John naar het ziekenhuis had gebracht. Diepe rouw voelde ik. Kom op, zei ik. Zorg dat Grace’s verjaardag fijn is. Huilend zei ik in de keuken tegen mijn schoonzusje: ,,Dit wil je toch niet, hier alleen wonen met twee kinderen.” Uw wil geschiede, klonk het stemmetje diep van binnen.
En toen gingen mijn gedachten terug naar die dagen. Die dagen van spanning, wachten en zeer groot verdriet. De dag waarop ik Grace het vreselijke nieuws moest brengen dat haar papa zou gaan sterven en haar een kitten beloofde om haar te troosten. ,,Dan kan papa het poesje niet eens meer zien”, antwoordde ze ontroostbaar. De dag kwam waarop John overleed. Ik wist dat het zo moeilijk zou zijn. Te zwaar, en daarom haalde ik op die dag ons lieve harige tijgervriendje. Wat krijgt hij veel knuffels, onze kleine Archie. En ’s avonds zit ik niet meer alleen op de bank. Hij ligt trouw naast me in het nieuwe huis.
Daniëlle Campbell-Vogelaar bleef met haar dochtertjes Grace en Mercy achter, toen haar man, de Schotse dominee John Campbell, na een operatie in 2023 overleed.
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd